UMCG en RUG niet blij met gedwongen inkorten tandartsenopleiding: ‘Inperken betekent verslechteren’

nieuws
Foto: flickr.com/photos/conchur/

De Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG zijn niet blij met het voorgenomen besluit van ministers Ernst Kuipers van VWS en Robbert Dijkgraaf van OCW om de opleiding tandheelkunde in te korten.

Het demissionaire kabinet wil de opleiding voor tandartsen inkorten van zes naar vijf jaar, om zo het toenemende tekort aan tandartsen tegen te gaan. De numerus fixus op de opleiding moet omhoog en daarom moeten studenten sneller door de opleiding stromen. Meer studenten een zesjarige opleiding laten volgen zou te duur zijn.

Volgens de universiteit en het ziekenhuis dwingen de ministers hen om de opleiding terug te brengen van zes naar vijf jaar, ondanks een negatief advies van een daartoe ingestelde commissie, de beroepsvereniging en de universiteiten. De speciale commissie, ingesteld door de twee ministeries, concludeerde dat een verkorting van de studie niet verantwoord kan zonder risico’s voor de kwaliteit, de veiligheid en de kosteneffectiviteit van de zorg.

De universiteiten en de beroepsvereniging gingen afgelopen woensdag nog in spoedoverleg met ministers Kuipers en Dijkgraaf, maar zonder resultaat. De ministers zien de verkorting van de opleiding als de enige financieel verantwoorde oplossing om het landelijk tekort aan tandartsen op te lossen, aldus de RUG en het UMCG.

“Het is ongelofelijk dat juist in deze tijd, waarin grote zorgen bestaan over toegankelijkheid van de mondzorg en behoud van kwaliteit, de oplossing wordt gezocht in het inperken en dus verslechteren van de tandartsopleiding”, vertelt Henri Lohr, hoofd van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMCG, die namens de universiteiten met de ministers sprak. Eerder verklaarde Lohr al over de plannen dat ‘goedkoop duurkoop is: “Door de vergrijzing is het werk van de tandarts veranderd. De zorg wordt complexer en de oudere patiënt heeft vaak verschillende medische problemen, waar rekening mee moet worden gehouden. Daarnaast ligt de nadruk steeds meer op preventie en gedragsverandering bij patiënten. Het werk van de tandarts is dus veel meer geworden dan goed kunnen boren.”