“Als we niks doen dan zal de onderwijskwaliteit verder afnemen: zet de leraar aan het stuur”

nieuws
Foto: Sebastiaan Scheffer

In de afgelopen jaren ging het regelmatig over het lerarentekort en de problemen die daardoor ontstaan. In de huidige verkiezingscampagnes is daar maar weinig over te horen. En dat vindt onderwijsvakbond AOb jammer. De problemen worden namelijk steeds nijpender.

OOG Tv trekt in de weken voorafgaand aan de Tweede Verkiezingen door de stad om met organisaties, instanties en verenigingen in gesprek te gaan of er voor hun sector genoeg aandacht is. Wat moet er volgens hen in Den Haag direct gebeuren en veranderen? De reportages en artikelen zijn ook terug te vinden op de website Groningen Kiest.

AOb
De AOb heeft ongeveer 85.000 leden en is daarmee de grootste onderwijsvakbond. De vakbond is ontstaan op 1 januari 1997 uit een fusie tussen twee onderwijsbonden: de Algemene Bond van Onderwijzend Personeel en het Nederlands Genootschap van Leraren. AOb komt op voor de belangen van onderwijzend personeel in alle onderwijssectoren: van basisschool tot wetenschappelijk onderwijs.

Hoi Hayo Bohlken! Jij bent vakbondsman bij de AOb. Krijgt het onderwijs genoeg aandacht in de verkiezingscampagne?
“Nee. Het is behoorlijk stil rond het onderwijs. En dat snap ik wel. Er zijn in dit land meer grote problemen. Kijk naar de woningmarkt, de bestaanszekerheid, het asielvraagstuk. Er liggen ontzettend veel dossiers waar je het stempel ‘probleem’ op kunt drukken. Nederland is de laatste jaren niet meer zo’n fraai land voor iedereen. Het is behoorlijk doorgeslagen. En de oorzaak daarvan ligt voor een groot deel bij de politiek. Mijn persoonlijke mening is dat de VVD toch wel heel erg voor dingen wegloopt. En met weglopen los je niks op. En daar is waar we tegen aan lopen.”

Wat is het grootste probleem dat direct aangepakt zou moeten worden?
“Dat is het lerarentekort. Er is een groot tekort aan onderwijzend personeel. En dat kan links- of rechtsom worden opgelost. Dat het nu niet veel over het onderwerp gaat, dat komt ook omdat populistische partijen zeggen dat er al veel geld naar het onderwijs gaat. En dat klopt. Op het gebied van salarissen is er een inhaalslag geweest. Iets dat ook nodig was. Maar daarmee hebben we het lerarentekort niet opgelost. Dit probleem los je ook niet op met extra geld. Dat is dus ook niet wat ik betoog. Wat ik wel betoog is dat er meer zeggenschap moet komen voor professionals. De didactiek, het curriculum moet beter op orde.”

Eigenlijk zeg je dus dat er veel geld naar het onderwijs gaat, maar dat het niet op de plekken komt waar het terecht moet komen?
“Elke school krijgt een vast bedrag per leerling. Van dit bedrag betaalt een school personeel, materialen en onderhoud aan een gebouw. Eén keer per jaar wordt dit bedrag in zijn geheel uitgekeerd aan het schoolbestuur. Dit noemen we in het onderwijs de lumpsum-financiering. Het gaat om een gigantisch bedrag, met een risico waar we al jaren geleden voor gewaarschuwd hebben. Het leidt tot perverse prikkels. Hoe ga je om met het geld? En wij zeggen, zet de professionals aan de knoppen.”

Tijd voor een moeilijke vraag. Verreweg de meeste scholen in ons land zijn niet zelfstandig. Er hangen koepels boven. Is het een idee om die koepels er uit te slopen?
“De koepels hebben het onderwijs er niet beter op gemaakt. Toen ik aan mijn onderwijscarrière begon was er op de school een rector en een coördinator. De huidige koepels hebben bestuurders, directeuren onderwijs en ondersteuningsbureaus. En er wordt heel hard gewerkt, en dat gebeurt ook met de beste intenties. Maar feit is dat er heel veel geld gaat naar een koepel om die draaiende te houden. En dat geld komt dus niet in de klas.”

Dat zou dus een deel van de oplossing kunnen zijn. Hoe ziet de oplossing er verder uit?
“Het is goed dat de reserves die scholen mogen hebben verlaagd worden. Dat er dus meer geld de klas instroomt, waardoor het onderwijs vlot getrokken kan worden. Maar we moeten er ook voor zorgen dat scholen weer een aantrekkelijke werkgever worden. Misschien moet je wel zeggen dat scholieren die na hun middelbare school naar de Pabo willen, dat je hen een gratis studie aan gaat bieden. Zodat je meer aanwas krijgt.”

Als we met docenten praten dan horen we de problemen ook. Klassen die naar huis worden gestuurd als een docent ziek is. Of ondersteunend persoon dat noodgedwongen voor de klas staat: er is te weinig personeel. Hoe is de sfeer op de scholen?
“De sfeer op de scholen is goed. Dat is ook te danken aan de onderwijzers. Met hart en ziel zetten zij zich in. En op politiek gebied zijn er de laatste tijd ook goede beslissingen genomen. Dat de telefoon de klas uit gaat, daar zijn wij heel blij mee. Het verbod gaat het pesten tegen, en zonder telefoon hebben leerlingen meer oog voor elkaar. Ondanks alle problemen die er in de sector spelen, maken docenten er het beste van.”

Toch moeten we ook concluderen dat de uitstroom groot is. Vooral bij beginnende docenten stoppen er een behoorlijk aantal in de eerste vijf jaar …
“En dat ligt niet aan het salaris. Dat ligt op een prima niveau. Maar de werkdruk is gigantisch. Als vakbondsman schrik ik regelmatig van die werkdruk. Ik spreek met leden die besloten hebben om parttime te gaan werken. Dat doen ze omdat ze op die manier het werk in vijf dagean gedaan kunnen krijgen. En dat baart mij zorgen. De afgelopen jaren is er van alles geprobeerd om het op te lossen. Minder les geven, of meer parallelle klassen opzetten. Maar dat lukt niet. En dan heb je een passie, maar je loopt tegen de grenzen van je vermogen aan. Je moet heel hard rennen, en nog krijg je het niet klaar. Dat is frustrerend.”

Waarom is er de afgelopen jaren niks gebeurd?
“Dit probleem los je niet van vandaag op morgen op. En we hebben geluk gehad. Met Dennis Wiersma hadden we een hele goede minister. Hij was goed voor het onderwijs. En dat geldt ook voor Robbert Dijkgraaf. Als sector zijn we echt verwend. We kijken daarom met angst en beven naar het aanstaande formatieproces. De problemen zijn bekend, maar er wordt vaak gekozen voor de makkelijke oplossingen: de regeldruk moet omlaag en minder administratie. En dat is waar, maar het is complexer. Er is maatwerk nodig. Als beginnend docent moet je niet een moeilijke klas onder je hoede krijgen. En dat gebeurt nu wel. En dat zijn de touwtjes waar aan getrokken moet worden.”

Kun je dat verder uitleggen?
“Jonge docenten worden nu gebruikt om de gaten op te vullen. En dan gaat het vaak om moeilijke klassen, waar ervaren docenten hun handen niet aan willen branden. Daarnaast zien we dat er vaak gewerkt wordt met tijdelijke contracten. Een tijdelijk contract betekent minder cao. Veel jonge docenten kiezen hier voor om toch vlieguren te kunnen maken, en omdat ze het als een kans zien om binnen te komen op een school. Dezelfde situatie zien we ook bij laatstejaars studenten. Dat ze door middel van een tijdelijk contract op een school aan de slag gaan. Je komt dan terecht in moeilijke klassen, er is een hoge werkdruk, er is veel administratiewerk, en ondertussen moet je dan ook nog afstuderen.”

Het klinkt alsof politici uitgedaagd moeten worden om een week mee te lopen op een school …
“Dat zou goed zijn. Maar de vraag is wat het gaat opleveren. Neem meneer Rutte. Hij geeft wekelijks een aantal uren les op een middelbare school. Hij kent deze problemen. Hij ziet het. En toch is het hem niet gelukt, in al die jaren premierschap, om dit probleem op te lossen. Sterker nog: het probleem is alleen maar groter geworden.”

Dus samengevat: de problemen zijn groot en actie is nodig. Waarbij de menselijke maat belangrijk is, de regeldruk omlaag gaat en het slim is om onderwijskoepels uit het systeem te halen …
“Geld is niet het grootste probleem. Er blijft alleen veel geld hangen, waardoor het niet in de schoolklas terecht komt. Om problemen op te lossen zijn er de afgelopen jaren steeds meer regeltjes bedacht. Het zogeheten pleisters plakken. Het lezen gaat niet goed, oh, meer aandacht voor de kernvakken. Problemen kun je alleen oplossen, als je vrijheid geeft in het systeem. Dus zonder regeldruk. Dat een docent zich toe kan leggen op wat hij of zij eigenlijk wil doen: les geven. Daar moeten we mee aan de slag, anders komt het niet goed.”