“Niet alle Groningse horeca heeft trainingen gevolgd om seksuele onveiligheid te herkennen”

Nog niet alle Groningse horecazaken hebben trainingen van de GGD gevolgd om seksuele onveiligheid in hun zaken te herkennen. Dat laat wethouder Manouska Molema (GroenLinks) van Zorg en Veiligheid weten.

Molema reageert daarmee op vragen van de fractie van de SP. Raadslid Hans de Waard: “Onlangs heeft de NOS een artikel gepubliceerd over seksuele onveiligheid ervaren door werknemers in de horeca. Er moet dan gedacht worden aan seksueel getinte opmerkingen en ongewenste handtastelijkheden, meestal van gasten. Als fractie willen wij graag weten hoe de situatie in Groningen is. In onze gemeente is er veel horeca, en zijn veel jonge mensen werkzaam in de horeca. Spelen deze problemen ook bij ons?”

Mirte Goodijk (Student & Stad): “Worden er ook vertrouwenspersonen aangewezen?”
Voor wethouder Molema kan antwoorden komt Student & Stad nog met een aanvullende vraag. Mirte Goodijk: “Vanuit de GGD worden er al trainingen aangeboden om seksueel grensoverschrijdend gedrag te herkennen, en daar ook op te acteren. Maar wordt er in dat traject ook gekeken naar het aanwijzen van een vertrouwenspersoon?”

Wethouder Manouska Molema: “Niet alle horeca heeft deze trainingen gevolgd”
Molema: “Wij zijn op de hoogte van de berichtgeving van de NOS, en wij verwachten dat het probleem dat zij schetsen in Groningen niet anders zal zijn. Om dit probleem aan te pakken hebben we vorig jaar, in 2022, het convenant ‘veilig uitgaan’ opgesteld. Waar u naar vraagt, het tegen gaan van seksueel geweld in het uitgaansleven, is hierin een expliciet onderdeel. Er worden inderdaad trainingen van de GGD aangeboden. Maar een onderdeel is ook dat er vanuit wordt gegaan dat het slachtoffer en omstanders altijd gelijk hebben. En meldingen worden gerapporteerd. Wat we wel zien is dat nog niet alle horeca deze trainingen heeft gevolgd.”

“Niet alleen horecapersoneel krijgt hier mee te maken”
De wethouder vertelt verder: “Om de trainingen onder de aandacht te brengen zijn we bezig met promotie. Dat vinden we belangrijk, omdat het met deze training makkelijk is om dit gedrag te herkennen, wat de veiligheid ten goede komt. Wat we verder doen is dat we als gemeente wekelijks, samen met de politie, de incidenten bespreken. Als er aanleiding is dan wordt het gesprek met een horecaondernemer hier ook over gevoerd. Wel is het belangrijk om te noemen dat niet alleen horecapersoneel hier mee te maken krijgt, maar bijvoorbeeld ook mensen die tot de LHBTI+-gemeenschap behoren.”

Mirte Goodijk: “Kunnen we de trainingen verplichten?”
Goodijk: “De wethouder vertelt dat het bij de trainingen nog niet echt storm loopt. Hoe kan dat beter gestimuleerd worden? We kunnen het niet verplichten?” Molema: “Dat klopt. Maar we gaan er meer aandacht voor vragen. U vroeg ook naar een vertrouwenspersoon: die zit niet in het convenant.”