Voorbereidingen 15 augustus-herdenking in volle gang: “We hopen dat dit steeds groter wordt”

Op het Martinikerkhof wordt dinsdag 15 augustus voor het eerst stilgestaan bij het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog. Bij de herdenking worden verschillende toespraken gehouden.

“Het is voor het eerst dat we deze herdenking organiseren”, vertelt initiatiefnemer en PvdA-fractievoorzitter Els van der Weele. “In Marum wordt al verschillende jaren op rij een herdenking gehouden, en nu gebeurt dat ook in Groningen. En wat ik heel mooi vind, is dat er veel aandacht voor is. Toch moet mij van het hart dat je ook mensen tegenkomt die niet weten wat er dinsdag gaat gebeuren. En dat vind ik jammer. Tegen alle mensen zou ik willen zeggen, heb je tijd, kom om 17.30 uur naar het Martinikerkhof, om stil te staan bij het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog.”

Tweede Wereldoorlog op Nederlands-Indië
De Tweede Wereldoorlog begon op 1 september 1939. Nazi-Duitsland viel Polen binnen waarna Frankrijk en Engeland de oorlog verklaarden aan Duitsland. In Europa eindigde de Tweede Wereldoorlog in mei 1945. Op 4 mei capituleerde de Duitse admiraal Von Friedeburg te Lüneburg namens de Duitse troepen in Noordwest-Duitsland, Nederland, Sleeswijk-Holstein en Denemarken voor de Britse veldmaarschalk Montgomery. Op 5 mei werd in Hotel De Wereld in Wageningen de uitwerking van de capitulatie besproken. In Azië ging de oorlog echter door. Na atoombommen op de steden Nagasaki en Hiroshima maakte op 15 augustus keizer Hirohito in een toespraak de onvoorwaardelijke overgave bekend van de Japanse strijdkrachten: daarmee kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog.

“Mijn hele familie heeft in jappenkampen gezeten”
“De Nationale Dodenherdenking en Bevrijdingsdag in mei zijn algemeen bekend. Maar deze dag is net zo belangrijk”, vertelt Van der Weele. “Nederlands-Indië was een kolonie van Nederland. Op het moment van de Japanse inval verbleven er veel Nederlanders in het land.” Ook familie van Van der Weele woonde op dat moment in de kolonie. “Mijn hele familie heeft in jappenkampen gezeten. Ook mijn beide ouders zaten als kind in zo’n kamp. Het verhaal van mijn vader is de reden dat ik vorig jaar een motie heb ingediend om deze herdenking op te zetten.”

“Voor de oorlog in de oost was geen aandacht”
Nederland had sinds 1816 in de oost een kolonie. Na de aanval van Japan capituleerde het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, in het voorjaar van 1942. “Het is een vreselijke tijd geweest, waarbij na 15 augustus 1945, bij de bevrijding, het ook niet direct beter werd. Toen Nederland bevrijd werd door de geallieerden kon de vrijheid worden gevierd. Maar daar kon dat niet. Men bleef in de kampen, en men kon pas jaren later terug naar Nederland, waarbij het onthaal in ons land verre van vriendelijk was. Bevrijdingsdag op 5 mei voelt in mijn familie ook altijd wrang aan. Mensen die deze geschiedenis in Nederlands-Indië hebben meegemaakt, hebben altijd het gevoel gehad dat ze er niet bij horen. Dat ze niet meetellen. Nederland had zijn eigen oorlog gehad, en voor de oorlog in de oost was geen aandacht.”

“We organiseren dit voor het eerst”
Het programma op het Martinikerkhof begint dinsdag om 17.30 uur met een welkomstdans. Vervolgens houdt burgemeester Koen Schuiling (VVD) een toespraak, gevolgd door het lied ‘Indische Onze Vader’. Na een minuut stilte en een kranslegging vindt nog een aantal toespraken plaats. In de avond is er een programma in het Floreshuis. “Hoeveel mensen er gaan komen?” herhaalt Van der Weele de vraag. “Dat weten we niet. Het is de eerste keer dat we dit organiseren. In Marum begon het heel klein, en is het de afgelopen jaren steeds groter geworden. Ik hoop echt dat we hier dinsdag massaal bij stil kunnen staan.”

Erkenning
Wat Van der Weele betreft wordt het programma de komende jaren ook groter en uitgebreider. “Ik wil heel graag het onderwijs er bij betrekken. Waar we het hier over hebben is onderdeel van de Nederlandse geschiedenis. En het gaat ook over erkenning. Dat voor de mensen die dit meegemaakt hebben, en hun nazaten, er een moment is waarbij stilgestaan wordt bij de verschrikkingen in de oost.”

Expositie Floreshuis
In het Floreshuis vindt deze periode een pop-upexpositie plaats over Nederlands-Indië. Ruimtelijk vormgever Egbert Pikkemaat is hier voor verantwoordelijk: “Vorig jaar vond er voor het eerst een expositie plaats. Op die expositie hebben we toen onder andere het oorlogsverhaal van mijn oma met haar gezin verteld. Zij zag in het Japanse interneringskamp haar autistisch geboren dochtertje sterven. Het enige aandenken, een bloempje dat in haar dode handjes was gedrukt, is na de oorlog mee teruggekomen naar Nederland.”
.
De expositie vorig jaar heeft veel los gemaakt. De afgelopen periode heeft Egbert ongeveer twintig nieuwe verhalen opgetekend van andere Indische en Molukse Nederlanders. “De situatie is ingewikkeld. We hebben het niet alleen over Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog terug kwamen. Maar je hebt ook Indo’s, Molukkers, spijtoptanten, Chinezen en Papoea’s. Voor de KNIL-Molukkers is het verhaal nog steeds niet afgerond. De interviews die ik heb gedaan waren niet altijd makkelijk. Bij elk gesprek heb ik ook gezegd: als het niet gaat, als het niet lukt, dan stoppen we. Bij een aantal gesprekken werd ook aangegeven dat het teveel pijn losmaakte. En dat is niet erg. De verhalen die we hebben opgetekend zijn vanaf 15 augustus te zien op panelen die we in het Floreshuis plaatsen. Ik heb dit overigens niet alleen gedaan. Ik heb bij dit project samengewerkt met anderen.”
.
Egbert noemt het belangrijk: “Je wilt dat verhalen verteld kunnen blijven worden. Je wilt voorkomen dat belangrijke verhalen verloren gaan, en je wilt dat dit onderdeel van de vaderlandse geschiedenis bekend blijft. En dat we erkenning geven aan hen die al die tijd dachten dat hun episode van die oorlogstijd er niet toe deed en er daarom maar over hebben gezwegen. Want gezwegen is er. Heel lang. En nu ontstaat eindelijk de mogelijkheid om te vertellen.”