Verpleegkundige die wordt verdacht van dood patiënten komt op vrije voeten

nieuws
Foto via Google Maps - Streetview

Het voorarrest van Theo V, de 31-jarige verpleegkundige die wordt verdacht van betrokkenheid bij de dood van een twintigtal patiënten in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA), wordt niet verlengd.

De raadkamer van de rechtbank vindt dat er op dit moment onvoldoende ernstige bezwaren zijn om de man langer vast te houden. Het OM had om een verlenging van de voorlopige hechtenis gevraagd van zestig dagen en overweegt nu of zij in hoger beroep gaat tegen deze beslissing.

Politie en justitie spitten de afgelopen week door patiëntendossiers en spraken met een groot aantal getuigen, waaronder collega’s van de verdachte. Maar het onderzoek verloopt moeilijk, omdat V. zijn lippen op elkaar houdt over de identiteit van zijn vermeende slachtoffers. De komende tijd zullen nog meer verklaringen worden opgenomen van mogelijke getuigen. Ook is het onderzoek van de deskundigen naar de medische dossiers nog niet afgerond. De verwachting is dat daarover eind juni een eerste voorlopige inschatting kan worden gemaakt.

De 31-jarige verpleegkundige uit Veenhuizen zit sinds 17 april vast, nadat het ziekenhuis melding en aangifte deed. Zij werden attent gemaakt op de mogelijke misdrijven van de verdachte, nadat een zorgorganisatie uit Drenthe (vermoedelijk GGZ Drenthe) in een brief aan het WZA uit de doeken deed hoe V. aan hulpverleners zou hebben verteld over zijn werk tijdens de coronapandemie.

In deze gesprekken zou V. hebben verteld dat hij, in zijn periode als longverpleegkundige tijdens de pandemie, het leven van een twintigtal patiënten voortijdig had beëindigd. In deze gesprekken zou V. hebben gesteld dat hij, zonder instructies van een arts, medische handelingen uitvoerde bij patiënten die in zijn ogen terminaal waren en ernstig leden. Hoewel deze verklaringen de aanleiding waren voor het onderzoek en de aanhouding van V, kunnen deze uitspraken van de verdachte niet als enig bewijs dienen voor een strafzaak of een veroordeling.

Vlak na de aanhouding van V. werd al duidelijk dat de verdachte, voor de coronapandemie, een jaar in het UMCG en een jaar in het Martini Ziekenhuis had gewerkt. De ziekenhuizen lieten daarop weten dat ze, na contact met het OM en de Inspectie voor de Gezondheidszorg, geen redenen en aanknopingspunten zagen om een intern onderzoek te starten naar het reilen en zeilen van V. binnen hun muren. Het Rotes Kreuz Krankenhaus in Bremen, waar V. stage liep voor zijn werk in Groningen en Drenthe, besloot eerder deze week om dat wel te doen.