Mogelijk twee monumenten over slavernijverleden

De gemeente maakt op 25 juni de eerste bevinden bekend van het onderzoek over de betrokkenheid van het Groninger Stadsbestuur bij de slavernij in de 17e en 18e eeuw. Er is sprake van mogelijk twee monumenten.

De slavernij werd op 1 juli 1863 afgeschaft. Een groot deel van de tot slaaf gemaakten werd echter gedwongen om nog tien jaar lang op de plantages door te werken. Daarmee is de slavernij daadwerkelijk pas in 1873 ten einde gekomen. De viering van die afschaffing vindt over enkele weken plaats, precies 150 jaar later. Op 30 juni herdenkt Groningen het slavernijverleden. De viering van de afschaffing, onder meer onder de naam Keti Koti, vindt op 1 juli plaats.

Er komt een structurele herdenking op de Ossenmarkt. De viering op 1 juli wordt uitgevoerd door een groot aantal partijen, zoals de Akerk, het Discriminatie Meldpunt, het Groninger Museum, SPOT, Museum aan de A en Theater De Steeg. Het gaat om theater, poëzie, muziek, exposities, lezingen, kinderactiviteiten en het verbinden van culturen met traditionele gerechten en kledingdracht. De gemeente heeft daarvoor 50 duizend euro subsidie beschikbaar gesteld.

De gemeente wilde ook op 1 juli de beoogde locatie voor een nog op te richten monument bekendmaken, voor slachtoffers van de VOC en WIC. Diverse leden van de klankbordgroep van Kunstpunt pleiten echter voor een eigen Trans-Atlantisch monument voor slachtoffers van de WIC. De gemeente gaat dat onderzoeken en dat heeft gevolgen voor de planning. Kunstpunt stelt nu een commissie samen uit nazaten, belanghebbenden en omwonenden, om samen de opdracht voor de kunstenaar te formuleren.