Vervangt een chatbot straks de leraar voor de klas?

Floris en Sindala zitten in de problemen. Ze zijn opgesloten in een kerker en moeten ontsnappen. Een klas vol middelbare scholieren kijkt aandachtig naar de zwart-witbeelden. Terwijl Rutger Hauer en Jos Bergman op slimme wijze uitbreken beantwoorden de leerlingen vragen over wat ze zien. De vragen zijn deels bedacht door het schrijfprogramma ChatGPT, dat kunstmatige intelligentie gebruikt.

ChatGPT is een slimme chatbot die ontwikkeld is door het bedrijf OpenAI. Een gebruiker kan een vraag stellen, waarna de bot binnen een paar tellen een antwoord schrijft. Dat kan het programma heel aardig. Harmen de Jong is leraar geschiedenis op de Topsport Talentschool (TTS). “Als ik alle vragen zelf had bedacht was ik er waarschijnlijk wel een uur aan kwijt geweest. Nu was ik in twintig minuten klaar. Ik hoefde zelf nog maar een paar vragen te bedenken en de suggesties van ChatGPT aanpassen.”

Het programma kan docenten werk uit handen nemen. Het is gratis en voor iedereen toegankelijk, ook voor leerlingen die een verslag moeten schrijven. Dit stelt het onderwijs voor een probleem. ChatGPT kopieert namelijk niet letterlijk tekst vanuit zijn database, maar schrijft een unieke tekst door te variëren op basis van bestaande teksten. Het is daardoor nauwelijks van zelfgeschreven tekst te onderscheiden. Voor een docent is daardoor bijna niet te controleren of een leerling wel zelf met de opdracht aan de slag is geweest.

“Niet 100 procent betrouwbaar”

Leerlingen weten ChatGPT te vinden, maar zijn wel kritisch op het gebruik ervan. Boaz Lockhorn en Florian Zwaving zitten in de 3e klas HAVO/Atheneum van het TTS. Ze stellen een vraag in ChatGPT en buigen zich over het antwoord. Florian: “Ik zou het nog wel even aanpassen. Je kan er wel informatie vandaan halen, maar dan moet je er nog wel wat mee doen.” Boaz vult aan: “Het is niet 100 procent betrouwbaar.” De jongens zouden een verslag dat door het programma is geschreven niet zomaar inleveren. Florian: “Als je het letterlijk overneemt dan leer je er niks van.”

Dat software als ChatGPT het onderwijs gaat veranderen lijkt een uitgemaakte zaak. Dit denkt ook Bart Verheij, hoogleraar kunstmatige intelligentie aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Bepaalde zaken, zoals het schrijven van opstellen, dat kan niet meer op de oude manier.” Het is niet nieuw dat nieuwe technologie het onderwijs dwingt tot aanpassingen. “Toen ik naar school ging had je nog niet de grafische rekenmachine, er was aandacht voor de kunst van grafieken tekenen. Dat is inmiddels helemaal veranderd en heeft juist nieuwe vormen van onderwijs mogelijk gemaakt”, zegt Verheij.

 

Kritisch blijven

ChatGPT zal volgens Verheij sowieso niet al het werk voor de leerlingen uit handen nemen. “Kritische reflectie is een belangrijk onderwerp dat leerlingen wordt bijgebracht. Ook met de opkomst van kunstmatige intelligentie blijft dit heel belangrijk, de gebruiker moet kijken of wat er staat wel echt klopt. ChatGPT heeft daar zelf geen idee van.”


Jiulie Buigel (links) en Isabel Schollema (rechts)

Je moet dus met een kritische blik naar het antwoord kijken. Dat merken ook Jiulie Buigel en Isabel Schollema, ook van 3 HAVO/Atheneum van het TTS, als ze ChatGPT een vraag stellen over het einde van de Koude Oorlog. Er rolt een antwoord uit, het programma stelt dat de oorlog eindigde in 1991 met het uiteenvallen van de Sovjet Unie. “Maar dat klopt niet helemaal,” zegt Jiulie, “Wij hebben geleerd dat je ook de val van de Berlijnse Muur in 1989 kan zien als het einde.”

Dit is een groot mankement aan programma’s als ChatGPT, zo groot dat er zelfs een naam voor is. Verheij: “Dit heet het ‘hallucinatieprobleem’. Het programma kan iets heel overtuigend roepen, het klinkt ook geloofwaardig, maar eigenlijk klopt het helemaal niet.”

Luiheid van de leerling

Wanneer geschiedenisleraar Harmen de Jong hoort dat zijn leerlingen het programma corrigeren over de einddatum van de Koude Oorlog begint hij te klappen. “Ik vind het heel mooi dat mijn leerlingen daar kritisch naar kunnen kijken, en zeggen: 1989 is ook een goed antwoord.” Toch weet hij dat leerlingen de software wel gebruiken om verslagen te schrijven; een enkele keer is hij dit ook al tegengekomen. “Dat is dan eigenlijk luiheid van de leerlingen. Die hebben het dan zo letterlijk overgenomen dat ik kan zien dat het door AI geschreven is.”

Wanneer een leerling er wat zorgvuldiger mee omgaat is de tekst niet van echt te onderscheiden. De Jong: “Ik heb wel vernomen dat er scanners ontwikkeld zijn en dat die op hogescholen al gebruikt worden. Dat schijnt alleen niet waterdicht te zijn.” Hoogleraar Verheij is ook kritisch op deze oplossing. “Ik raad iedereen af om dat pad op te gaan. Je komt dan in een soort wapenwedloop terecht. Het is veel interessanter om samen met de nieuwe mogelijkheden aan de slag te gaan.”

Grotere rol in de samenleving

De wetenschapper voorspelt dat kunstmatige intelligentie een steeds grotere rol in de samenleving gaat spelen. Hij spreekt over ‘democratisering van technologie’. “Techneuten gebruiken kunstmatige intelligentie nu al als een ‘gewoon’ stuk gereedschap. Ik verwacht dat het een hulpmiddel voor iedereen gaat worden.”

Hij erkent wel dat er risico’s kleven aan het verder integreren van kunstmatige intelligentie in de samenleving. “Niet alles is te voorkomen, er zullen rampen en rampjes aankomen met kunstmatige intelligentie.” Toch blijft hij optimistisch over de toekomst. De centrale vraag moet volgens hem zijn: “Hoe kan je zorgen dat deze ontwikkelingen goed zijn voor de samenleving? Wij moeten kunstmatige intelligentie zelf blijven opvoeden.”