Dichtbundel van Stadse schrijver toe aan derde druk: “Probeer andere generaties niet in hun gedachten af te remmen”

nieuws
Foto: Rianne Aalbers

In Weerkaatsing van de Werkelijkheid. Een poëzieboek van de Stadse schrijver Arjen Bloem. Ondanks dat het boek pas vorig jaar verscheen is het nu al toe aan de derde druk. Maar een verklaring voor het succes blijkt lastig.

Hoi Arjen! Het is je eerste boek. Kun je verklaren waarom het zo goed loopt?
“Het gaat echt boven verwachting. Zeker als je het in een perspectief plaatst. Poëzie kent in Nederland een beperkte interesse. Het is een soort niche. Sowieso staat het lezen van boeken onder druk. Maar als je kijkt naar romans en thrillers, dan gaan die genres veel beter dan poëzieboeken. En dat het zo’n succes is. Wellicht omdat de inhoud de lezer aanspreekt. Maar wellicht ook omdat ik jong ben, en ik erg actief ben op sociale media. Ik probeer op alle mogelijke manieren het boek te promoten. Daarnaast ligt het ook fysiek in de boekwinkels, waarbij de kleurrijke cover opvallend is en ook echt in het oog springt. Ik denk dat daar een deel van de verklaring van het succes ligt.”

Arjen Bloem
Bloem werd in 1997 geboren in Leeuwarden. Naast dichter is hij ook journalist. Aan de Rijksuniversiteit Groningen studeert hij geschiedenis. Zijn dichtbundel ‘In Weerkaatsing van de Werkelijkheid’ verscheen vorig jaar september. Het boek werd gepresenteerd in café De Spoek in Leeuwarden. Op dit moment is Bloem bezig met een nieuwe dichtbundel. Het is nog onbekend wanneer deze gaat verschijnen.

Voor we het gaan hebben over de inhoud. De aanleiding om dit boek te schrijven is een gevolg van een uitspraak van een vriend hè?
“Vincent Corjanus is inderdaad de oorzaak, haha. Ik vind schrijven al heel lang erg leuk. Op een gegeven moment heb ik hem wat dingen laten lezen en hij was onder de indruk. Hij vertelde dat ik er werk van moest maken, dat ik iets met mijn talent moest doen. Vanaf dat moment ben ik fanatieker geworden. Ik ben gedichten gaan schrijven, heb dat gebundeld en ben vervolgens naar een uitgeverij gestapt. En toen was het direct raak. De uitgeverij was enthousiast en wilde wel samenwerken. En het resultaat, ja, dat ligt nu in de winkels.”

Toch wil ik nog een stapje verder terug. Want er is dus in je leven een moment geweest dat je besloten hebt om te schrijven …
“Klopt. Op een gegeven moment ben ik in mijn leven mijzelf verschillende levensvragen gaan stellen. Maar ja, waar kun je dan terecht? Ik ben toen boeken gaan lezen van Simon Vinkenoog. Een geweldige schrijver, een echte oer-hippie, die in zijn werk veel zingevingsvraagstukken behandeld. Het heeft mij geholpen om structuur aan te brengen in mijn leven. Maar ook om gedachten op papier te zetten. Dat deed ik in eerste instantie in een dagboek. Het werd een soort guidelist, een richtlijn.”

Voor je dichtbundel heb je dat dagboek er weer bij gepakt. Dat lijkt me confronterend omdat het verwijst naar een bijzondere tijd …
“Dat confronterende, dat slijt door de jaren wel. En inderdaad de notities in mijn dagboek heb ik omgezet in gedichten. Daarbij heb ik bepaalde verhalen in het boek wel her en der wat afgezwakt. Minder ernstig gemaakt. Ook om op die manier mijn poëzie toegankelijk te maken. Toegankelijker maar toch wel voorzien van een serieuze toon.”

Als we dan naar de inhoud kijken van je boek. Welke reacties krijg je van mensen?
“Een mooie anekdote is het verhaal van een vrouw die emotioneel werd na het lezen van de gedichten. Zij moest denken aan haar kleinzoon die ziek is. Zij vond dat één van de gedichten op hun band sloeg, en daardoor kreeg het betekenis. Als je mijn gedichten leest dan gaan ze over rouw en emotie. Over vergankelijkheid en dat in het leven niets gegarandeerd is. Daardoor komt het heel dichtbij, want het is voor iedereen van toepassing. Maar het gaat ook over maatschappelijke problemen. Bijvoorbeeld de klimaatproblematiek. We zien allemaal een werkelijkheid. Maar welke werkelijkheid is de juiste? We zien tulpen staan, we horen vogels fluiten, en er lijkt niets aan de hand. Maar we kunnen ook verder kijken. Je kunt kijken naar de verschillen van hoe het ooit was, en hoe het nu is. Kijk. Als je denkt dat er niks met het klimaat aan de hand is, dan is dat prima dat je dat gelooft. Het is je eigen werkelijkheid. Maar probeer andere generaties in hun gedachten niet af te remmen als hun werkelijkheid anders is.”

De zin van de werkelijkheid?
“En die kan voor iedereen anders zijn. Maar op welke manier weerkaatst dat? En nu kunnen mensen misschien denken, wat een zwaar boek heeft Arjen geschreven. Nee. Het gaat van rouw tot liefde. Met ook maatschappelijke vragen. Maar ook grappige gedichten. Misschien leuk om een kort gedicht te delen, dat bestaat uit twee zinnen:

‘alle dieren spelen
jij ook?!’

Het is een gedicht dat ik schreef om mensen na te laten denken. Dat je ook minder serieus naar dingen kunt kijken.”

Je zei het zelf al: poëzie behoort in Nederland tot een niche. En dan blijft de vraag op tafel liggen waarom jouw boek een succes is. Zeker als je bedenkt dat poëzieboeken op zich slecht verkopen …
“Misschien is het leuk om een vergelijking te maken met België. Onze zuiderburen gaan op een hele andere manier met poëzie om. Ze luisteren met andere oren. Bij discussies in Nederland dan is het eigenlijk altijd recht voor zijn raap. Er is geen woord Spaans bij. Maar de Belgen. Die draaien om de hete brij heen. Ze zeggen wat ze denken, maar ze gebruiken er zoveel woorden voor dat je eigenlijk om de kern heen draait. En dat is poëzie. Poëzie is niet heel letterlijk. Dat kan wel. Maar met poëzie kan je er omheen draaien. Je kunt schuren. En ik zou Nederlanders willen adviseren om je daar eens in te verdiepen. Want wat minder recht voor zijn raap, het verwonderen, dat levert ook weer nieuwe perspectieven op die heel bruikbaar zijn.”

Dat kan heel eng of misschien confronterend zijn …
“Het is niet eng. Maar onbekend maakt onbemind. In Nederland is een kleine club die poëzie waardeert. Binnen die club is het goed, is er de waardering. Maar eigenlijk zou je het moeten doorbreken. En natuurlijk is er altijd zoiets als stijl. Zelf ben ik een schrijver die in zijn gedichten makkelijk te begrijpen is. Ik ben ook een realist in plaats van een idealist.”

Maar hoe de kloof tot poëzie verkleind worden? Hoe kunnen we daar voor zorgen?
“Dat is een vraag waar ik mijn hoofd ook wel eens over breek. Je hebt televisieprogramma’s waarin er aandacht is voor literatuur. Dat is belangrijk. En ik denk dat in Groningen er best wel mooie stappen worden gezet. Bij het Forum zie je bijvoorbeeld gedichten geprojecteerd worden van de stadsdichter. Dat is een voorbeeld dat andere steden en gemeenten eigenlijk zouden moeten volgen. Dat je heel laagdrempelig met poëzie in aanraking komt. Maar het belangrijkste is om het denk ik sexy te maken. Om de poëzie de vrijheid te geven.”

Ik moet even denken aan mijn middelbare schoolperiode. Voor het vak Nederlands moesten verschillende boeken gelezen worden. Eén boek moest een dichtbundel zijn. Ligt daar misschien ook een sleutel? En daarmee bedoel ik dat in plaats van verplicht iets lezen, dat je een schrijver uitnodigt?
“Dat lijkt me fantastisch. Voor de klas kun je vertellen over poëzie, maar je kunt ook met kinderen of tieners aan de slag. Dat ze zelf hun eigen gedichten schrijven. Vooral kinderen kunnen de meest mooie zinnen schrijven. Ook omdat zij juist met hele andere ogen naar de wereld kijken. En het levert veel op. Je weegt taal, je ontwikkelt het taalgevoel, je weegt woorden, je daagt ze uit. Als een school enthousiast is, dan mogen ze mij zeker bellen. Want ooit worden de kinderen die nu op school zitten groot, en het zou toch geweldig zijn dat we poëzie naar een hoger niveau tillen. En dat zou helemaal niet slecht zijn. Ik denk dat het juist verrijkend zou zijn voor de huidige discussies.”

Arjen Bloem zijn boek ‘In Weerkaatsing van de Werkelijkheid’ is in Groningen onder andere te koop bij Van der Velde aan het Akerkhof.