“Er mag geen bushalte meer verdwijnen, meer geld naar OV-Bureau is wenselijk”

Het is belangrijk dat de komende tijd niet nog meer bushaltes gaan verdwijnen. Dat is de reactie van verschillende politieke fracties op het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving, PBL, waaruit blijkt dat er in de provincie Groningen de afgelopen jaren veel bushaltes zijn verdwenen.

“Het probleem speelt in de provincie maar ook zeker in onze gemeente”, vertelt fractievoorzitter Leendert van der Laan van de Partij voor het Noorden. “We hebben er bij de wethouder en ook bij de gedeputeerde regelmatig op aangedrongen om niet te bezuinigen op het openbaar vervoer op het platteland. Maar vanaf dat punt wordt het lastig. Want in de dorpen rijden bussen die niet helemaal vol zitten, terwijl ze in Stad uitpuilen. Dus met de beschikbare middelen kies je er dan voor om de problemen aan te pakken, en daarbij is het platteland vaak het slachtoffer.”

Leendert van der Laan: “Misschien zijn kleinere busjes een optie”
En dat leidt volgens Van der Laan weer tot een andere beweging: “Als het aantal bussen afneemt, dan kiezen mensen er voor om een auto te kopen. Want de bus wordt minder aantrekkelijk. Vervolgens blijkt uit cijfers dat nog minder mensen gebruik maken van een halte en wordt er nog verder geschrapt. Het is een kip-ei discussie. Daarom zeggen wij als fractie dat als je het openbaar vervoer een kans wilt geven, dan moet je blijven investeren. En moet je nadenken aan alternatieven. Belbusjes, daar zijn wij geen voorstander van, maar je kunt misschien wel denken aan kleinere bussen die heel geschikt zijn voor de dorpen. Dus haal geen bushaltes weg, anders krijgt de auto nog meer vrij baan. Meer geld naar het OV-Bureau zou ons advies zijn.”

Rik Heiner (VVD): “Bussen zijn cruciaal voor de leefbaarheid”
Rik Heiner is raadslid voor de VVD: “Voor de leefbaarheid in dorpen is wat ons als fractie betreft openbaar vervoer, en dus bussen, cruciaal. Wij vinden dat ook het ommeland bereikbaar moet blijven. In sommige gevallen is het onhoudbaar om een lijn in stand te houden omdat de lijn amper gebruikt wordt, maar dat wil niet zeggen dat er geen mensen afhankelijk van zijn, in dat soort gevallen kan bijvoorbeeld een belbus een uitkomst zijn.”

Tom Rustebiel (D66): “Wij hebben altijd gezegd, er wordt niet bezuinigd op haltes”
Raadslid Tom Rustebiel van D66: “Ik heb het rapport nog niet volledig gelezen, maar ik herken de conclusies uit de casussen waar we afgelopen jaren aan gewerkt hebben. Je hebt het over een dilemma. Wil je reizigers snel ergens naar toe brengen? Dan wordt er voor gekozen om lijnen te strekken. Minder haltes, minder omwegen, waardoor je sneller van A naar B kunt reizen. Maar je kunt er ook voor kiezen om die bus toch via kronkelwegen langs zoveel mogelijk dorpen te sturen. De reistijd van A naar B wordt langer, maar je kunt meer mensen een dienst bewijzen. Dat is het dilemma waarvan wij als partij heel stevig gezegd hebben, er wordt niet bezuinigd op haltes.”

“Geld is deels de oplossing”
Dat er toch haltes verdwenen zijn is volgens Rustebiel een financiële kwestie: “Door de financiële situatie is het ingewikkelder om dienstregelingen overeind te houden. En daar ligt ook deels de oplossing, door meer geld in het openbaar vervoer te steken. Als politiek hebben we de keuze om deze trend te buigen en te stoppen. Maar dat is wel lastig. Momenteel wordt er veel gestaakt in het openbaar vervoer. De chauffeurs willen onder andere een hoger salaris. Maar als die verhoging uit dezelfde pot betaald moet worden waarmee we ook dienstregelingen in stand willen laten houden, dan wordt het wel ingewikkeld.”

“Stimuleren van alternatieven”
Volgens Rustebiel is de overheid verantwoordelijk voor de basis: “Maar daar bovenop zouden ook andere initiatieven gestimuleerd kunnen worden. In Vinkhuizen rijdt er bijvoorbeeld een busje waarmee mensen vervoerd worden. Het idee van meneer Van der Laan om een kleinere bus door dorpjes te laten rijden, daarvan begrijp ik de intentie, maar ik denk dat dit uiteindelijk niet zoveel oplevert. Je hebt namelijk nog steeds een chauffeur nodig. De grootte van de bus is niet het probleem.”

Leendert van der Laan: “Investeer in openbaar vervoer, zodat de auto minder aantrekkelijk wordt”
Uit het onderzoek blijkt ook dat in dorpen als Woltersum, Thesinge en Noordlaren het niet mogelijk is om binnen een half uur met het openbaar vervoer in het ziekenhuis te belanden, of in een kwartier bij een supermarkt of huisarts te arriveren. Van der Laan: “Dat vind ik wel heel zorgelijk. Als je een bepaalde periode in het ziekenhuis moet zijn, dan is het heel fijn om daar snel te kunnen zijn. En in de stad lukt dat vrij goed, maar op het platteland heb je echt te maken met een andere situatie. En dan wordt toch die auto weer aantrekkelijk. Die rijdt wanneer jij wilt. En daarom zeg ik ook dat je moet investeren in goed openbaar vervoer op het platteland, zodat het ook echt aantrekkelijk wordt om die bus te nemen en om die auto te laten staan.”