Groninger Bodem Beweging: “2022 was geen kantelpunt, hopelijk wordt 2023 dat wel”

nieuws

In 2022 werd er in de landelijke media veel over Groningen gesproken: de asielcrisis maar ook de aardbevingsproblematiek die de gemoederen bezig hield. Over de aardbevingen gesproken. Hoe kijkt de Groninger Bodem Beweging terug op 2022? En wat zijn de verwachtingen voor 2023? Een gesprek met voorzitter Coert Fossen.

Hoi Coert! Het KNMI heeft de afgelopen dagen een overzicht gepubliceerd van het aantal aardbevingen in Groningen in 2022. Hoe kijk je naar deze cijfers?
“De vraag is wat cijfers precies zeggen. Er vonden vorig jaar 52 geïnduceerde aardbevingen plaats in het Groningenveld. Twaalf bevingen hadden een kracht van 1.5 of hoger. Dat is gelijk aan 2021. Ook de totale hoeveelheid vrijgekomen energie laat weinig verandering zien ten opzichte van 2021. Maar bij zulke cijfers vind ik het belangrijk om een kanttekening maken. Het maakt namelijk heel erg uit waar je woont. We hebben het afgelopen jaar een zware beving gehad bij Wirdum. Op 8 oktober vond daar een beving met een kracht van 3.1 op de schaal van Richter plaats. En we hadden een reeks van zeven aardbevingen bij Uithuizen, met een beving van 2,7 op 24 september in dit gebied. Dus het maakt ontzettend uit waar je woont. Bepaalde hoeken hebben het afgelopen jaar zwaar voor de kiezen gekregen.”

Als je zo terugblikt op 2022. Wat heeft op jou als voorzitter de meeste indruk gemaakt?
“De grootste gebeurtenis was uiteraard de parlementaire enquêtecommissie, die aan de slag ging. Tijdens de verhoren is er heel veel op tafel gekomen. Dan heb ik het niet zo zeer over verrassende uitspraken, maar meer van, zie je wel. Dat hadden we altijd wel gedacht. Ik moet nu bijvoorbeeld denken aan het verhoor van Jeroen Dijsselbloem (PvdA) die van 2012 tot 2017 minister van Financiën was. Hij liet heel duidelijk weten dat het Groningenveld openbleef vanwege het geld. Vanwege de Eurocrisis moest men streng zijn tegen Griekenland. Hij sprak zich heel duidelijk uit, waarbij andere verhoren toch wat meer omvloerst waren.”

Deze verhoren. Hoe was dat voor jou? Heb je ze allemaal live gevolgd via de televisie?
“Nee. Overdag heb ik mijn werk. Zo nu en dan was ik wel eens een dag vrij, en dan zat ik uiteraard voor de televisie. En verschillende verhoren heb ik in de avonduren, of in het weekend, ook teruggekeken. Dat is ook belangrijk. Je wilt soms graag even horen hoe iets precies gezegd is. De volgorde van de woorden, of de woordkeuze, maakt soms ontzettend veel uit.”

Welke verhoren sprongen er volgens jou uit?
“Wat ik al zei, het verhoor met Dijsselbloem vond ik erg belangrijk in het proces. Maar ook het verhoor met Mark Dierikx. Hij werd verhoord als directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging van het ministerie van Economische Zaken. Dat is een verhoor wat ik echt even terug heb zitten kijken. Wat heeft hij nu precies allemaal gezegd? Maar ook de emotionele en gloedvolle betogen van gedupeerde Sijbrand Nijhoff, geestelijk verzorger Melissa Dales, mijn voorganger Jelle van der Knoop, en ook Susan Top wil ik absoluut genoemd hebben. Die gesprekken hebben zo duidelijk aangegeven hoe het mensen geraakt heeft.”

Wat hebben de verhoren opgeleverd?
“Wat mij betreft gaat het om twee verrassingen. Tien jaar geleden vond de zware aardbeving bij Huizinge plaats. Hoe kan het dat na Huizinge de gaskraan verder open ging? Ondanks het advies om het niet doen. Hoe kun je dit op het hoogste bestuurlijk niveau laten gebeuren, en hoe kun je zoiets wegleggen? En wat zegt het over andere dossiers? Sijpelt deze tactiek, het wegkijken, door in andere dossiers waardoor het ook op andere fronten kon ontsporen? En het tweede punt wat ik wil benoemen is de strafzaak die we aanhangig hebben gemaakt tegen de NAM. Dat heeft een grote betekenis gespeeld, waardoor andere partijen slappe knieën kregen: als het zo gaat, dan moet het toch echt anders.”

Kun je zeggen dat 2022 een kantelpunt is geweest in dit dossier?
“Nee. En we moeten afwachten of 2023 dat wel wordt. Kijk, we hebben vorig jaar veel boven tafel gekregen. Dit jaar krijgt dat een vervolg. In februari zal het rapport van de enquêtecommissie gepresenteerd worden met daarin snoeiharde conclusies. Wat gaat daar mee gebeuren? De verwachting is dat het grote gevolgen heeft voor het huidige kabinet. Maar opstappen is wat mij betreft niet de oplossing. Kijk naar de toeslagenaffaire. Het kabinet stapte naar aanleiding hiervan ook op, hetzelfde kabinet kwam terug, en wat is er nu precies opgelost? Bovendien, voor je een nieuw kabinet hebt ben je weer twaalf maanden verder, en daar is Groningen niet bij gebaat.”

In plaats van praten is het tijd om de handen uit de mouwen te steken?
“Ja. En dat gebeurt ook al. Vorig jaar, rond deze tijd, werd Hans Vijlbrief (D66) geïnstalleerd als staatssecretaris Mijnbouw. Hij zet goede stappen. Hij is zeer regelmatig in de regio te vinden en het contact is erg prettig. En de lijn die hij bewandeld is duidelijk. Vorig jaar januari zei hij dat de gaskraan dicht gaat. Ondanks de oorlog in Oekraïne, en als gevolg daarvan de hoge gasprijzen, is dat standpunt niet veranderd. Hij zegt ook, dat de gasprijs hoog is, dat ligt niet aan Groningen.”

Dit gesprek begonnen we met de aardbevingen, en de krachten die daar bij vrij kwamen. Wat zijn je verwachtingen daaromtrent?
“Dat is koffiedik kijken. Er is voorspelt dat het minder wordt, maar ik heb daar grote twijfels bij. Het SodM heeft al laten weten dat we op dit moment in een fase zitten waarbij de gaswinning er niet zoveel toe doet. In het Groningenveld is de druk in het zuidoosten van het gebied te laag, en rond Loppersum te hoog. Dat moet vereffend worden. En die gevolgen zullen we merken. Niet alleen dit jaar, maar nog zeker in de komende tien tot twintig jaar. En ik realiseer me dat het niet een prettige boodschap is. Daarom is het des te belangrijker om schade ruimhartiger te vergoeden en van de versterking echt eens werk te maken. Er gebeurt wel wat, maar het moet echt veel sneller. Het juridisch- en bureaucratisch onderdeel moet opgeruimd worden, en er moet nu echt eens werk worden gemaakt.”