Raadsfracties willen oplossing voor ‘exitprobleem’ Diepenring

De gemeente Groningen moet meer doen om ervoor te zorgen dat mensen die in de Diepenring vallen uit het water kunnen klimmen. Daarvoor pleiten de gemeenteraadsfracties van de VVD, het CDA, de Partij voor de Dieren en Student & Stad.

Weinig aandacht

Volgens de vier partijen is het aantal plekken waar mensen uit het water kunnen klimmen te klein. Het ‘exitprobleem’ na een val van de metershoge kades krijgt volgens de fracties te weinig aandacht.

“We staan niet genoeg stil bij de gevaren van stadsgrachten. Dat bevestigen deskundigen en de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen”, schrijven de vier partijen aan de Raad. “Ook al kunnen mensen zwemmen, er zijn veel andere krachten die de kans op verdrinking vergroten, zoals kou, weinig zicht, of alcohol. Hierdoor kunnen drenkelingen al binnen enkele minuten verdrinken.”

‘Lange stukken zonder uitweg’

Bijna vijftien jaar geleden greep de gemeente voor het laatst in, zo stellen de fracties. Er werden trappetjes geplaatst bij bruggen. Sindsdien hamert de gemeente op preventie, zo stellen de vier partijen.

Dat is niet genoeg, aldus de fracties: “Er zijn nog steeds lange stukken kade zonder houvast of uitweg. Ook zijn de geplaatste trappen zeer moeilijk zichtbaar (bordjes van tien bij tien) en zijn er geen aanwijzingen naar waar de dichtstbijzijnde trap zich bevindt.”

Amsterdams voorbeeld

De VVD, het CDA, de Partij voor de Dieren en Student & Stad willen nu dat de gemeente Groningen het voorbeeld van Amsterdam volgt: Daar zijn om de zoveel meter grijpstenen gemetseld, waaraan een drenkeling zich kan vastklampen. Daarnaast zijn op ‘hotspots’ in het centrum touwen geplaatst langs de kademuur, die leiden naar uitklimplekken.

Lampjes

Student en Stad denkt daarnaast aan het plaatsen van lampjes langs de waterkant. Het gemeentebestuur heeft al eens naar deze oplossing gekeken, maar stelde toen dat verlichting niet past in het historische beeld van de Diepenring.

Student en Stad denkt echter dat de lampjes bijdragen aan het  ‘exitprobleem’ en vraagt de gemeente nog eens te kijken naar een ‘esthetische’ oplossing, die de monumentale kademuur niet teveel aantast.