Onderzoek RUG: ‘Astrid Kersseboom is meest Standaardnederlands klinkende nieuwslezer’

nieuws
Foto: NOS/Stefan Heijdendael

De uitspraak en stem van NOS-nieuwslezer Astrid Kersseboom zijn een goed ijkpunt voor het Standaardnederlands. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Raoul Buurke van de Rijksuniversiteit Groningen.

Bijna 400 mensen uit Vlaanderen en Nederland luisterden voor het onderzoek van Buurke naar korte geluidsfragmenten van 24 nieuwslezers, waaronder twintig van de NOS en vier van regionale omroepen uit Noord-Nederland. De deelnemers konden daarbij steeds kiezen tussen twee verschillende geluidsfragmenten om te bepalen welke van de twee nieuwslezers het meest ‘standaard’ spreekt.

Uit de analyse kwam Astrid Kersseboom als meest Standaardnederlands sprekende nieuwslezer naar voren. Kersseboom werd op de voet gevolgd door NOS-collega’s Jeroen Overbeek en Jeroen Tjepkema, maar volgens Buurke lagen alle uitslagen dicht bij elkaar. “De deelnemers gaven geregeld aan geen voorkeur te hebben”, aldus Buurke. Wel klonken de vier nieuwslezers uit het noorden volgens Buurke minder Standaardnederlands dan de nieuwslezers van de NOS.

Dat komt ook naar voren uit algemene vragen die Buurke aan de deelnemers voorlegde over het Standaardnederlands. Voor ongeveer de helft van de deelnemers is Standaardnederlands correct Nederlands en behoort het niet tot een specifieke regio in Nederland. Dat betekent ook dat deze standaardtaal niet alleen behoort tot de Randstad. Een zachte ‘g’ hoort volgens de meeste mensen dan ook niet in het Standaardnederlands. “Dit is opvallend”, stelt Buurke. “De zachte ‘g’ is gangbaar in een groot deel van Nederland en Vlaanderen.”

Vervolgonderzoek

De onderzoeksresultaten geven Buurke aanleiding om te kijken hoe dialecten en streektalen in het noorden van Nederland zijn veranderd ten opzichte van het Nederlands. Astrid Kersseboom werkt mee aan dit onderzoek. Als vertegenwoordiger van Standaardnederlands zal ze een lijst met woorden inspreken, die ook wordt vertaald naar het lokale dialect van Friese en Nedersaksische sprekers. Buurke gaat deze uitspraken kwantitatief met elkaar vergelijken. Op basis daarvan kan hij vervolgens bepalen of dialecten qua klanksysteem meer op het Nederlands beginnen te lijken.