Verdachten aanslag op journalist Groeneveld langer vast

nieuws
Foto: Wouter Holsappel

De twee mannen die ervan worden verdacht brandende molotovcocktails door een ruit van de voordeur van Sikkom-journalist Willem Groeneveld hebben gegooid, blijven opgesloten tot de inhoudelijke behandeling van de zaak. Dat maakte het OM donderdagmiddag bekend, na de eerste pro-formazitting in de zaak.

De verdachten wordt onder meer het medeplegen van brandstichting en poging tot moord ten laste gelegd. Volgens het OM is de voortzetting van de voorlopige hechtenis noodzakelijk, omdat de rechtsorde geschokt zal zijn als verdachten hun proces in vrijheid mogen afwachten.

Justitie verdenkt het tweetal ervan in de nacht van 18 op 19 augustus van dit jaar een molotovcocktail in de woning van Groeneveld en zijn partner te hebben gegooid. De bewoners werden wakker van het lawaai en konden het vuur op tijd doven. De mannen van 31 en 33 jaar, beide woonachtig in Groningen, worden verdacht van poging tot moord in vereniging. De verdachten werden enkele dagen na de aanslag aangehouden dankzij openbaar gemaakte camerabeelden.

Pal achter persvrijheid

Volgens het OM was Groeneveld het doelwit, omdat hij gebruik maakte van zijn persvrijheid. “Het openbaar ministerie staat pal achter de persvrijheid en juist die is hier bewust ernstig geschonden”, zo stelt de officier. “De pers staat onder druk. Niet door radicale gedachten of, als u wilt, toenemende polarisatie van standpunten, maar juist door intimidatie en geweld. Zonder persvrijheid, geen democratie, zonder persvrijheid, geen rechtsstaat.”

Het OM stelt daarnaast dat er sprake is van een verharding in de maatschappij. De officier van justitie stelt dan ook dat mensen het toepassen van geweld een optie gaan vinden: “Dat de bereidheid tot het plegen van geweld wordt vergroot door die radicale gedachten. En wanneer radicale gedachten omslaan in daadwerkelijk geweld, wanneer radicale gedachten omslaan in brandstichting bij iemand wiens publicaties je niet zinnen, spreken we over gewelddadig extremisme. Dat is wat we hier zien. Gewelddadig extremisme.”

Inhoudelijke behandeling volgt volgend voorjaar

Het Openbaar Ministerie verwacht dat de inhoudelijke behandeling pas in het voorjaar van 2022 kan plaatsvinden, omdat er nog onderzoek wordt gedaan naar de achtergrond van de verdachten.