“Het voelt als een boek dat gesloten is, maar waar we ook een nieuw boek begonnen zijn”

nieuws
Sanne Meijer van het Noordelijk Scheepvaartmuseum (l) neemt het portfolio van Lodewijk Bruckman als bruikleen in ontvangst van Obby Veenstra (r), directeur van het MOW in Bellingwolde. Foto: Noordelijk Scheepvaartmuseum

De coronacrisis raakt iedereen. Nu de maatregelen versoepeld gaan worden ontstaat er langzaam weer meer ruimte. Bij het Noordelijk Scheepvaartmuseum kijkt men terug op een bewogen jaar.

“We zijn op zich heel blij”, vertelt Karlijn Donders van het museum. Donders reageert daarmee op de persconferentie van vrijdagavond van demissionair premier Mark Rutte (VVD) waarin verregaande versoepelingen werden aangekondigd. “De anderehalvemeterregel blijft gelden, maar het grootste winstpunt is dat het maximumaantal bezoekers per ruimte nu vergroot gaat worden. Daarnaast is het mondkapje niet meer verplicht. Dat is fijn, hoewel die hele discussie bij ons niet zo gespeeld heeft.”

“Stad komt weer tot leven”
Donders denkt dat de nieuwe versoepelingen een positief effect zullen hebben. “Als je nu op pad wilt dan zijn er nog diverse maatregelen waar je je aan moet houden. Vanaf komende zaterdag wordt het wat makkelijker en verwacht ik ook dat mensen sneller op pad zullen gaan. En dat het ook weer wat normaler is om ergens binnen te stappen. Ik denk dat het goed is voor ons als museum, maar ook goed is voor de stad. De stad komt weer tot leven. En dat is heel prettig.”

“Tentoonstelling stond maar kort, en dat was sneu”
Het Noordelijk Scheepvaartmuseum kijkt terug op een bewogen en vreemd jaar. “In september 2019 waren we de tentoonstelling ‘De dood en de zee’ gestart samen met het Noorderpoort College. Deze liep in maart 2020 af op het moment dat de eerste lockdown begon. In maart wilden we beginnen met het inrichten van een tijdelijke expositie over 75 jaar vrijheid. Waar andere musea digitale rondleidingen aan konden bieden om toch de interactie met het publiek te houden hadden wij niks. Wij hadden letterlijk niks om te laten zien. Vorig jaar zomer konden we weer voorzichtig open. Dat was heel spannend. We bouwden een reserveringstool in op onze website en we zagen dat er in de eerste weken vooral bezoekers en Brabant en Limburg naar ons toe wilden komen. Super leuk natuurlijk, maar ook spannend omdat dat juist de gebieden waren waar het coronavirus zo hard had toegeslagen.”

Tekst gaat verder onder de foto


Afgelopen donderdag werd ook het Veenkoloniaal Museum bezocht. Links: directeur Hendrik Hachmer, rechts: Sanne Meijer van het Noordelijk Scheepvaartmuseum

Privérondleidingen
De zomer verliep uiteindelijk heel vreemd. “Ik kan me herinneren dat op Groningens Ontzet onze archeoloog Gert Kortekaas rondleidingen over Bommen Berend gaf. Vanwege de regels waren dat echt privérondleidingen. Aan een gezin met kleine kinderen vertelde hij verhalen bij een echte Bommen Berend bom. En eigenlijk was dat heel leuk, omdat je daardoor hele leuke gesprekken kreeg met de bezoekers. Ja, dat zijn van die verhalen, van de herinneringen, die je nooit weer zult vergeten.”

‘10.000 Jaar Groningers en hun afval’
In september kon het publiek de tentoonstelling ‘Stort!’ zien. Een tentoonstelling over 10.000 jaar Groningers en hun afval. “Deze tentoonstelling heeft uiteindelijk ook maar kort gestaan want in december moesten we opnieuw dicht. En dat was sneu. Want er was zoveel ziel en zaligheid in gestopt en uiteindelijk heeft maar een beperkt aantal mensen het kunnen bekijken.”

Vrijwilligers
Behalve de tentoonstellingen die geplaagd werden door lockdowns is er volgens Donders nog iets dat als een zware kiezel op de maag lag. “Onze vrijwilligers. Zij brengen heel wat uurtjes door in het museum om het zo goed en mooi mogelijk te maken. Ineens viel hun vrijwilligerswerk weg en nog erger, we zagen elkaar niet meer. De sociale interactie was weg. Natuurlijk kun je bellen en mailen, maar dat is toch anders. Dat gemis aan contact is ons allemaal heel zwaar gevallen.”

In een oud busje de provincie in
Het beginnen van een nieuw boek, als kop van dit artikel, slaat niet alleen op de coronacrisis. “Er is het afgelopen jaar veel gebeurd. Uiteraard kon er heel veel niet doorgaan vanwege de maatregelen maar we zijn daarnaast ook druk bezig om het Noordelijk Scheepvaartmuseum om te toveren in het Museum aan de A. We nemen afscheid van onze oorsprong. Vanaf september is onze tentoonstelling ‘Ode aan het Noordelijk Scheepvaartmuseum’ te zien. Dat mag gezien worden als de afscheidstentoonstelling. In het nieuwe museum willen we ook veel meer de samenwerking zoeken met de andere ruim honderd musea in de provincie. Afgelopen donderdag zijn we bijvoorbeeld in een oud-busje de provincie in getrokken en hebben we verschillende musea bezocht (zie foto’s). Zij hebben ons voorwerpen in bruikleen gegeven die wij uit kunnen stallen in die tentoonstelling waarmee de eerste sterkere samenwerking van de grond komt. We verwijzen in de tentoonstelling, die hopelijk veel publiek trekt, naar de schatkamers in de provincie.
Komende weken gaan we in het busje andere regio’s in onze provincie bezoeken.”

“Gaan de mensen ons weer bezoeken?”
Volgens Donders geeft het veel energie. “Het voelt als een boek dat gesloten wordt, maar waarbij je ook een nieuw boek begint. Een vervolg. En we hopen dat het een groot succes gaat worden. Natuurlijk is het spannend. Hoe zullen de reacties zijn? Zullen de mensen ons weer weten te vinden? Het afgelopen jaar hadden we slechts een kwart van het normale aantal bezoekers dat we mochten verwelkomen. Daar zijn we niet uniek in, die cijfers zien we bij eigenlijk alle musea in het land. Wij hebben er in ieder geval veel zin in, en we kijken positief naar de toekomst.”