Academie Minerva – 200-jarig bestaan en Jozef Israëls – Beno’s Stad 7 (5-11-1998)

De viering van het 200-jarig bestaan van Academie Minerva in 1998 is de aanleiding voor een aflevering van Beno’s Stad over de geschiedenis van deze opleiding. Beno Hofman bezoekt onder andere oude locaties van de Academie aan de Oude Kijk in ’t Jatstraat en Petrus Driessenstraat. #BenosStad

► Beschrijving
Academie Minerva viert momenteel haar 200-jarig bestaan.
Maar de oprichtingsverklaring is al van 201 jaar geleden.
En de naam Minerva van de Romeinse godin van de kunst en de ambachten is in 1830 ontstaan.
De naam verdween ook weer een tijdje.
Dus ik vraag mij af, hoe zit dat nou eigenlijk precies.
Laten we dat maar eens uitzoeken.

In 1768 werd er al een poging gedaan om Groningen een tekenacademie te geven.
Het stadsbestuur van toen vond dat ambachtslieden moesten kunnen tekenen.
En voor de opvoeding van de jeugd zou wat tekenonderwijs volgens het stadsbestuur ook geen kwaad kunnen.
Het plan was goed maar de tekenacademie kwam er niet.
Dat zou nog tot 1797 duren.
In november van dat jaar richten zes vooraanstaande stadjers een academie voor teken-, bouw- en zeevaartkunde op.
Schone en nuttige kunsten noemden ze dat.

Het eerste gebouw van de academie stond hier op de hoek van de Uurwerkersgang en de Oude Kijk in ‘t Jatstraat en werd voor vierhonderd gulden per jaar gehuurd van het stadsbestuur.
De academie kreeg een dag- en een avondklas.
Bij bouw- en zeevaartkunde was alleen plaats voor jongens maar bij tekenkunde mochten ook meisjes geplaatst worden.
Die meisjes werden overigens wel netjes van de jongens gescheiden door een houten wand midden in het lokaal.
En voor de beiden seksen waren er verschillende toegangsdeuren.
De meisjes mochten door de voordeur en de jongens alleen door de achterdeur.

De leerlingen moesten schoolgeld betalen maar arme kinderen konden gratis les krijgen, ‘s avonds.
En voor kinderen van mensen die de academie financieel steunden was er een korting.
Eén van deze kinderen was Jozef Israëls, de eerste leerling van de academie die later een bekende schilder zou worden.
In 1835 werd hij als elfjarige door zijn vader aangemeld.
Hij was eigenlijk nog een jaartje te jong maar het bestuur wilde voor dit speciale geval wel een uitzondering maken.
De kleine Jozef was namelijk bezeten van tekenen en schilderen.
Maar dat hij nou zoveel talent had?
Zijn leraren vonden in elk geval van niet.
Zij zeiden dat het nooit wat zou worden omdat hij te slodderig was.
Dat klopte ook wel maar dat slodderige, het verwaarlozen van details, zou Israëls later juist tot een bekend schilder maken.

Op de academie woedde langdurig een strijd tussen de nuttige en de schone kunst.
Aan het eind van de vorige eeuw won de nuttige kunst terrein door de opkomst van de industrie.
De industrie vroeg technisch opgeleide mensen en de in 1903 benoemde directeur De Vries Lam dacht hier aan te kunnen voldoen door vakken als batikken, steendrukken en stofferen op het lesrooster te zetten.
Zo kon de academie aan drukkerijen, textiel- en meubelfabrieken goed opgeleide mensen leveren.

Maar het gemeentebestuur vond dat alles niet genoeg en wilde het allemaal nog veel technischer.
Er moest een mts komen, een middelbaar technische school.
De naam Minerva verdween en aanstaande kunstenaars moesten voortaan naar de mts.
Voor de mts werd aan de Petrus Driessenstraat een voor zijn tijd heel revolutionair schoolgebouw neergezet.
Zo kreeg de school een zeer kunstzinnig gebouw maar was er van echt kunstonderwijs geen sprake meer.

Hier aan de Petrus Driessenstraat zat de schone kunst nog wel in het gebouw maar voor de rest leek de strijd met de nuttige kunst definitief verloren.
Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de situatie echter.
In 1951 kwam de naam Minerva terug en tien jaar later kwam een Haagse inspecteur bij de oude wethouder Aarsen-Jansen pleiten voor een zelfstandige Groningse kunstopleiding.
Mevrouw Aarsen-Jansen voelde daar niets voor en zei ‘over mijn lijk’ en dat zou gebeuren.
Nou ja, niet helemaal letterlijk maar in 1962 na 27 jaar wethouderschap ruimde de versleten Aarsen-Jansen het veld en onder haar opvolger werd Minerva twee jaar later weer een zelfstandige kunstopleiding.

Directeur van de zelfstandige Academie Minerva werd de schilder-graficus Wim Zwiers.
Zwiers was een man van de oude stempel.
Op de academie was men gewend de werkelijkheid zo natuurgetrouw mogelijk af te beelden.
Dat was in de vorige eeuw zo en zo wilde Zwiers dat nog steeds.
Als studenten vroeger een naakt wilden tekenen moesten ze maar een gipsbeeld of een prent als model nemen.
En volgens Zwiers kon dat in de jaren zestig ook nog wel.
Toen studenten om een levend naaktmodel vroegen weigerde de directeur dan ook.
Zwiers zei, ‘men kleedt zich in Groningen niet gemakkelijk uit’.

Ook van abstracte kunst, dat is het niet zo natuurgetrouw weergeven, moest directeur Zwiers niets hebben.
Daardoor kreeg hij een conflict met één van zijn docenten, de beeldhouwer Karl Pelgrom die 1966 als tijdelijk docent van Minerva was aangesteld.
Pelgrom had in tegenstelling tot Zwiers het idee dat kunst wel iets abstracts moest zijn.
Op het moment dat Pelgrom eigenlijk een vaste aanstelling zou moeten krijgen, ontstond het conflict.
Zwiers weigerde namelijk een vaste aanstelling te geven aan Pelgrom.
Iedereen ging zich ermee bemoeien, alle docenten, alle studenten en het conflict zou duren tot 1973 toen Zwiers aftrad.
Nou, het gevolg van het geheel was wel dat er nu op Minerva naast traditionele kunst ook abstracte kunst in het lesprogramma zit.
En dat hebben we dan te danken aan Pelgrom.

De geschiedenis van Minerva wordt gekenmerkt door talloze verhuizingen.
Na het begin aan de Oude Kijk in ‘t Jatstraat, zat de academie tijdelijk in de Oude Boteringestraat en aan de Grote Markt.
En na de afsplitsing van de mts werd er lesgegeven in allerlei noodvoorzieningen.
Pas in 1984 kreeg de academie haar huidige pand op het Zuiderdiep.

De eerste tekenlessen werden tweehonderd jaar geleden gegeven maar om nou te zeggen dat Academie Minerva tweehonderd jaar bestaat dat klopt toch niet helemaal zoals we hebben gezien.