WinterWelVaart drukker dan ooit: ‘Nu hoef ik niet meer naar Duitsland’

Hoeveel mensen waren er afgelopen weekend op WinterWelVaart? De organisatie achter het driedaagse winterfestival heeft geen idee. Wel is het duidelijk dat het evenement nog drukker was dan vorig jaar.

Toen bezochten 47.000 mensen het festival. Na zeventien edities met duizenden bezoekers, besloot de organisatie niet meer te tellen. “De precieze aantallen vinden we eigenlijk niet belangrijk,” zegt projectleider Karlijn Donders. “We telden wel altijd vroeger, maar het was zo druk dat je er geen peil op kunt trekken.”

Het evenement speelde zich vooral af rond de Lage, Hoge en Kleine der A en de Pottebakkersrijge. Hier lagen achttien historische schepen, feestelijk verlicht en versierd.

Samen met Wintergoud en Winterstad op de Grote Markt vormde WinterWelVaart een groot aan elkaar verbonden geheel. De hele binnenstad werd gehuld in winterse sferen, met meerdere kerstmarkten.

De WinterWelVaart/Wintergoudmarkt was dit jaar zelfs de grootste van Noord-Nederland met maar liefst 175 kramen, vertelt Donders. “Eén van de reacties die we kregen: ‘Nu hoef ik niet meer naar Duitsland!’”

Nagham Koor

Daarnaast was er een divers aanbod aan optredens. Eén daarvan stak volgens Donders boven alles uit. Dit was het optreden “Wereldse Winter” van het Nagham Koor, zondag om 18:00 uur. Het koor, bestaande uit asielzoekers en vluchtelingen, zong op het dek van de boot Nicolaas Mulerius, voor Museumcafé Pomphuis.

“Wat ik zo ontzettend mooi vond is dat in dat koor heel veel mensen zitten die helemaal geen Nederlands spreken.” Het koor zong het lied “Laat Me” van Ramses Shaffy. “Ik had het idee dat iedereen moest huilen van ontroering. Toen dacht ik, dit is precies wat WinterWelVaart is voor ons.”

Volgend jaar

De plannen voor de editie van 2026 zijn al in de maak. Volgens Donders wil de organisatie meer het erfgoed van de oude pakhuizen en havens benadrukken.

“Mijn droom is eigenlijk dat al die panden nog veel beter zichtbaar zijn tijdens WinterWelVaart. Dat je nog beter ziet hoe het vroeger was, bijvoorbeeld met banieren met foto’s of oude films die je op de gebouwen ziet. In combinatie met een ijzersterk en divers programma.”

Foto: Rieks Oijnhausen