Provincie steekt miljoenen in nieuw economisch programma

nieuws
Foto: Joris van Tweel

Bestaande bedrijven voorbereiden op de toekomst en een goed vestigingsklimaat scheppen voor nieuwe bedrijven. Dat staat in het nieuwe Programma Economie van Gedeputeerde Staten van Groningen.

De provincie Groningen zet de komende vier jaar in op brede welvaart, een sterker verdienvermogen en een arbeidsmarkt die meebeweegt met technologische en maatschappelijke veranderingen. Daarbij wordt nauw samengewerkt met ondernemers, bedrijven en onderwijsinstellingen. Voor het programma is jaarlijks zo’n 3,5 miljoen euro beschikbaar.

Zo stimuleert ze het ontstaan van nieuwe bedrijven die voortkomen uit Groningse kennisinstellingen. Voorbeelden daarvan zijn bioplastic-fabriek Avantium in de haven van Delfzijl, chemiebedrijf BioBTX dat van afval nieuwe grondstoffen maakt en de ontwikkeling van een testlocatie voor CO2-hergebruik. Hier kunnen bedrijven op kleine schaal testen met technologieën om uitstoot te verminderen om die daarna verder te ontwikkelen.

Om het programma te kunnen uitvoeren zorgt de provincie voor voldoende plek voor bedrijven om zich te vestigen en werkt ze aan de randvoorwaarden voor bestaande bedrijven om hier te kunnen blijven. Mede dankzij middelen vanuit het Nationaal Programma Groningen en Just Transition Fund is er ruimte voor her- en bijscholingsprojecten van 750 deelnemers. Onderwijs en arbeidsmarkt worden beter op elkaar afgestemd voor een betere doorstroming van studenten. Er komt extra aandacht voor het mbo, omdat daar de toekomstige vakkrachten worden opgeleid.

Volgens gedeputeerde Economie Erik Jan Bennema biedt het nieuwe programma veel perspectief. “Met dit programma werken we niet alleen aan de economische groei van bedrijven, maar ook aan een betere concurrentiekracht van de regio. Er is veel kapitaal en kennis dat we willen behouden. Tegelijk zetten we de deur open voor de moderne economie. Dit doen we door nieuwe verdienmodellen, zoals AI en deep tech, te stimuleren, maar ook door starters te faciliteren en met elkaar in contact te brengen.”