Onderzoekers RUG vinden ‘middencoalitie’ meest waarschijnlijk: ‘D66, VVD, GroenLinks-PvdA en CDA’

nieuws

De volgende Nederlandse regering zal hoogstwaarschijnlijk bestaan uit partijen uit het politieke midden. Dat denken onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en de universiteit van Oxford. Volgens hun berekeningen is een coalitie van D66, VVD, GroenLinks-PvdA en CDA het meest waarschijnlijke scenario.

De onderzoekers bekeken de verkiezingsprogramma’s van alle partijen en lieten daar vervolgens een model op los dat simuleert hoe partijen tijdens onderhandelingen standpunten uitruilen om tot een regeerakkoord te komen. Daarbij werden onderwerpen als wonen, klimaat, defensie en economie naast elkaar gelegd.

‘D66, VVD, GroenLinks-PvdA en CDA’

Conclusie: D66, VVD, GroenLinks-PvdA en CDA hebben volgens de onderzoekers de meeste kans op een stabiele samenwerking. In deze variant krijgt D66 vooral ruimte voor haar plannen op het gebied van onderwijs en Europese samenwerking. De VVD kan zich onderscheiden op defensie, migratie en de woningmarkt en GroenLinks-PvdA krijgt invloed op het klimaat- en zorgbeleid. Ten slotte zou het CDA zich mogen richten op landbouw en zorg.

Daarnaast hebben de partijen een meerderheid in beide Kamers van de Staten-Generaal: 86 zetels in de Tweede Kamer en 37 zetels in de Eerste Kamer.

‘Centrumrechts minder stabiel’

De onderzoekers keken ook grondig naar een andere mogelijkheid: een centrumrechtse coalitie met D66, VVD, CDA en JA21. Met 75 zetels in de Tweede Kamer bereikt deze coalitie een krappe meerderheid in de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer haalt deze coalitie nu geen meerderheid (24 zetels).

Volgens de onderzoekers is deze optie minder stabiel. Dat komt volgens de onderzoekers vooral omdat de verschillen tussen D66 en JA21 te groot zijn.

Na vrijdag bijgewerkte analyse

Komende vrijdag stelt de Kiesraad de verkiezingsuitslag definitief vast tijdens een openbare zitting in het gebouw van de Tweede Kamer. Daarna komen de onderzoekers met een nieuwe, bijgewerkte versie van hun analyse.