De Europese aanbestedingsregels zijn te complex en sluiten niet goed op elkaar aan. Dat concludeert Willem Janssen, hoogleraar aanbestedingsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, in een onderzoek dat hij uitvoerde in opdracht van de Europese Commissie. Zijn advies: hervorm de regels in hun geheel, in plaats van steeds nieuwe onderdelen toe te voegen.
Een groot deel van het Europees bruto nationaal product wordt uitgegeven via openbare aanbestedingen. In Nederland gaat het om ongeveer 86 miljard euro per jaar, onder meer aan ict-diensten, zorg en infrastructuur.
De regels moeten ervoor zorgen dat opdrachten eerlijk en transparant worden gegund, maar volgens Janssen is het systeem inmiddels te ingewikkeld geworden. In de loop der jaren zijn volgens Janssen veel nieuwe regels toegevoegd, onder meer om duurzaamheid en sociale doelen te bevorderen. Daardoor zijn er inmiddels meer dan zestig richtlijnen en verordeningen die elkaar deels overlappen of zelfs tegenspreken.
Volgens Janssen zorgen de vele regels voor verwarring bij overheden en bedrijven. Mensen zouden niet meer weten welke regels er zijn of welke wetten eraan komen. Ook zijn sommige regels te vaag, waardoor onduidelijk blijft aan welke eisen precies moet worden voldaan. Soms spreken regels elkaar zelfs tegen, waardoor het onmogelijk is om volledig aan de wet te voldoen.
Janssen adviseert daarom om het hele systeem opnieuw te bekijken en alle regels in één keer te hervormen. Of zijn advies wordt overgenomen, moet volgend jaar blijken. Dan presenteert de Europese Commissie haar voorstellen voor nieuwe aanbestedingsrichtlijnen.