Lycurgus heeft de kracht en de drive om in het nieuwe seizoen in de top mee te draaien. Dat zegt de nieuwe trainer Sam Gortzak. Lycurgus kende een bijzondere aanloop naar het nieuwe seizoen: een half jaar geleden ging de club failliet, maar door een doorstart kan er toch gevolleybald worden.
Sam, afgelopen woensdag vond de laatste oefenwedstrijd plaats tegen Draisma Dynamo, een geduchte tegenstander van Lycurgus. De wedstrijd eindigde in een 3-2 verlies. Welk gevoel heb je na woensdag?
“Best wel een goed gevoel, eigenlijk. Waar wij nu staan, daar ben ik heel tevreden over. Als we deze wedstrijd in waren gegaan om te winnen, in plaats van om te oefenen, dan denk ik dat we een heel mooie wedstrijd neer hadden kunnen zetten. Datzelfde geldt natuurlijk ook voor hen. Dan weet je nog niet helemaal hoe je je verhoudt, maar zeker de eerste twee sets waren heel competitief en ik heb ook het vertrouwen dat we van ze kunnen winnen tijdens dit seizoen.”
Tijdens dit seizoen sta je als hoofdcoach langs de zijlijn. Je bent de opvolger van trainer Mark Lebedew, die vanwege het faillissement vertrok. Wanneer wist je dat jij de opvolger ging worden?
“Dat wist ik niet zeker. Maar ik had wel het gevoel dat het eraan zat te komen. Dat als wij een doorstart zouden maken, er dan wel naar mij gekeken zou worden. Ik denk dat het ook een win-winsituatie is. Ze hoefden niet naar het buitenland te kijken of een andere, hele dure, hoofdcoach aan te stellen. Voor mij is het een heel mooie kans. Ik ken de club, ik ken de organisatie, ik heb er lang gespeeld en ik vind het ontzettend tof om op deze stoel te kunnen zitten.”
Was dit in je ontwikkeling ook een logische volgende stap?
“In de ideale wereld had ik wel wat langer willen leren. Bijvoorbeeld onder iemand als Mark, dat vond ik super. Maar als ik zo’n kans krijg als dit, dan moet ik dat natuurlijk aanpakken.”
Voordat we naar het aanstaande seizoen kijken, ontkomen we er niet aan om terug te blikken op het voorbije seizoen. Het was een bizarre tegenstelling, want sportief ging het ontzettend goed, maar achter de schermen een stuk minder. En dat is een understatement, want de club ging uiteindelijk failliet. Hoe heb jij de laatste maanden van het seizoen beleefd?
“Dat was best wel moeilijk. We begonnen het seizoen zoals we dat niet eerder gekend hebben. Dat was fantastisch. Ik denk dat wij nog nooit zo goed waren, waarbij er ook in de Europese competitie kansen lagen. Vanaf de kerstdagen ging het echter heel erg bergafwaarts. Sportief misschien nog niet per se. Maar achter de schermen rommelde het heel erg. Veel spelers en ook coaches vonden dat moeilijk. Zelf woon ik in Groningen, en naast Lycurgus doe ik ook nog wat andere dingen, dus in die zin was het voor mij niet heel erg. Maar voor de hoofdcoach was het een baan waar hij zijn familie mee moest onderhouden en voor veel spelers gold hetzelfde, en dat maakte het wel heel lastig.”
Toch is het seizoen wel afgemaakt. Dat kwam door een gezamenlijke afspraak die jullie gemaakt hadden, hè?
“Ja. We hebben de mazzel dat we in Nederland wonen en dat we beschermd worden door allerlei wetten, waardoor je je ook weinig zorgen hoeft te maken. Maar op een gegeven moment hebben we wel een afspraak gemaakt dat we als team ervoor kozen om het seizoen uit te spelen, ondanks wat het zou betekenen voor de financiële honorering.”
Dan komt het vraagstuk op tafel hoe dan verder. Wat we indertijd ook bij Donar hebben gezien. Kan er een doorstart worden gemaakt en hoe groot is de jas die uit wordt gedaan. Jullie keren terug naar jullie oude honk, de sportlocatie van het Alfa-college. Hoe groot is de jas die jullie uit hebben gedaan?
“Ondanks dat we nu op onze oude locatie spelen, is die jas enorm. Op dit moment denk ik dat wij wel professioneel verder kunnen. We hebben professionele spelers, ook vanuit het buitenland. We waren daartoe genoodzaakt omdat we heel laat begonnen met het bouwen aan onze selectie, en alle spelers uit eigen land al een onderkomen hadden. Ik ben heel blij dat we deze spelers naar Groningen hebben kunnen krijgen. Er staat nu een team dat op een hoog niveau in de Eredivisie mee kan spelen en waar we leuke dingen mee kunnen doen. Maar met name in de organisatie is er een enorme jas uitgetrokken. We hebben geen mensen meer die op kantoor zitten, geen mensen meer die helpen met de marketing. Het is echt weer terug naar de vrijwillige stichting die we indertijd ook waren.”
Veel spelers zijn vertrokken. Ook zijn er een aantal gebleven. Dat lijkt me prettig…
“Daar ben ik heel blij mee. De buitenwereld zal naar ons kijken met het idee dat we een soort vreemdelingenlegioen hebben, maar ik ben heel blij dat jongens als Gijs van Solkema en Martijn Brilhuis zijn gebleven. En dat Tieme de Jong weer is teruggekeerd na twee jaar afwezigheid. Dat is gewoon heel fijn voor de buitenwereld om toch wat bekende gezichten te zien. Wij hadden Jeffrey Klok ook graag gehouden, omdat hij de afgelopen tijd toch wel een cultuursetter was. Jeffrey vond het prima om te blijven, maar we gunden hem ook de stap die hij kon zetten in het buitenland. Samen zijn we daar op een goede manier uitgekomen. Al met al denk ik dat we een prima team hebben.”
Hoe groot is de jas die jullie sportief hebben uit moeten trekken?
“Ons doel was om tijdens het formeren van het team de BeNe Conference te halen, dus de top vier. Nu ik het team heb zien spelen en trainen, denk ik dat dit zeker mogelijk is. En ik denk zelfs dat met dit soort uitslagen tegen Draisma Dynamo de strijd tussen plek twee, drie, vier en vijf wel heel erg leuk gaat worden. En dat we ook zomaar mooie wedstrijden tegen Oreon zouden kunnen gaan spelen.”
Na een faillissement zou ik wel tekenen voor zo’n scenario…
“Dat is heel erg mooi en het heeft ook heel veel werk gekost. Wat ik al zei, we hebben geen mensen meer op kantoor, dus geen van de mensen heeft hier een honorering voor gekregen. Wij hebben dit team gebouwd, we hebben alle spelers persoonlijk gebeld. Je kunt namelijk bij zo’n situatie niet meer uit een hoger segment spelers kiezen, dus je moet heel goed kijken welke spelers je naar Groningen haalt. En ik denk dat wij dat ontzettend goed hebben gedaan. En ik hoop dat al die energie zich gaat vertalen naar de wedstrijden.”
Wat heeft jou verrast tijdens de voorbereiding?
“Hoe snel dit team een team is geworden. Normaal zou je zoiets zien als je zes spelers houdt en dat aanvult. Dan houd je een cultuur in stand, een harde kern. Maar dat hadden wij helemaal niet meer. Vanaf de eerste oefenwedstrijd werd echter duidelijk dat bepaalde dingen gewoon vanzelf gingen. Dat de communicatie bijvoorbeeld op orde was en dat de spelers met ontzettend veel plezier op het veld staan. Als coach wil ik dit seizoen volleybal laten zien waarbij we in de transitie heel goed zijn, dus dat betekent dat het niet het saaie serveren, passen en aanvallen op de grond is, maar dat wij veel rally-spel hebben, daar weinig fouten in maken en geduldig zijn in spelen waarbij we wachten op de kans om het af te maken.”
De eerste wedstrijd van het seizoen speelt Lycurgus tegen Orion Stars uit Doetinchem.
Luister naar Gortzak in gesprek met verslaggever Wouter van der Maden: