Het OV-bureau Groningen Drenthe roept wegbeheerders in Drenthe en Groningen (provincies en gemeenten) op om meer te investeren in goede infrastructuur voor bussen. Het bureau presenteerde vrijdag een reeks materiaal met praktische tips en richtlijnen aan bestuurders uit de regio, bedoeld om het openbaar vervoer aantrekkelijk, betrouwbaar en vooral betaalbaar te houden.
De flyer werd vrijdag uitgereikt bij de nieuwe bushalte Duinerlaan in Eelde, waar de bus sinds kort voorrang heeft. Vooraf maakten genodigde bestuurders een bustour langs goede en minder goede voorbeelden van businfrastructuur.
Volgens het OV-bureau is het belangrijk dat busroutes beter worden ingericht. Dat zorgt niet alleen voor meer comfort voor reizigers, maar ook voor snellere busritten en een betere doorstroming van het verkeer. Tegelijk met de flyer publiceerde het OV-bureau daarom een handreiking voor businfrastructuur, waarin staat hoe wegen en haltes het best kunnen worden ingericht.
“Hiermee keren we het tij dat het OV steeds langzamer wordt en verbeteren we de doorstroming van het busvervoer, zodat ritten niet hoeven te vervallen,” zegt Rosalinde Hoorweg, directeur van het OV-bureau. Erik Jan Bennema, gedeputeerde in Groningen en voorzitter van het OV-bureau, vult aan: “Door dit soort goede voorbeelden onder de aandacht te brengen, willen we andere wegbeheerders inspireren om te investeren in busvriendelijke infrastructuur waar reizigers van profiteren!”
Ruimte, drempelvrij en vooral doorrijden
Wat wil het OV-bureau van de overheden? Oog voor de bus bij herinrichtingsplannen. Zorgen dat bussen voldoende ruimte hebben op de weg.
Met spiegels is een bus bijna drie meter breed, waardoor de weg minstens 6,5 tot 7 meter breed moet zijn om twee bussen veilig te laten passeren. Bochten en kruispunten moeten daarom ruim worden ingericht, vindt het OV-bureau. Traditionele rotondes dwingen bussen tot veel sturen en slingeren, wat vertraging veroorzaakt.
De ligging en afmetingen van bushaltes zijn ook een duidelijk punt. Haltes werken het beste als ze net na een kruising liggen, zodat voetgangers veilig de weg over kunnen steken achter de bus en het verkeer er niet direct in de weg staat. Haltes moeten daarnaast breed genoeg zijn voor lange bussen; een standaardbus heeft ongeveer acht meter perron nodig en een gelede bus zestien meter.
Drempels vertragen bussen en maken de rit minder comfortabel. Daarom adviseert het OV-bureau het gebruik van speciale verhogingen, zoals Berlijnse kussens. Dit zijn verhoogde stroken in het midden van de weg waar auto’s overheen moeten remmen, terwijl bussen er met hun wielen naast kunnen rijden. Zo blijft de bus sneller op schema.
Daarnaast is het belangrijk dat bussen voorrang krijgen bij verkeerslichten, besluit het bureau in haar ‘handleiding’ voor de overheden. Met speciale systemen kunnen bussen eerder groen krijgen, zodat Qliner-bussen maximaal tien seconden hoeven te wachten en gewone streekbussen niet langer dan twintig seconden.
Ton per jaar besparen op Qliner
Één minuut vertraging per rit kan leiden tot honderd minuten extra verlies per dag en duizenden euro’s extra per jaar, stelt het OV-bureau. Voor een Qliner rekent het OV-bureau bijvoorbeeld uit dat het door de maatregelen in te voeren een ton per buslijn kan besparen.
Het OV-bureau wil de komende maanden met gemeenten, provincies en busmaatschappij Qbuzz in gesprek over de minimale kwaliteitseisen voor businfrastructuur. Doel: dat alle busroutes in Groningen en Drenthe tegen 2035 voldoen aan deze minimale kwaliteitseisen. Verbeteringen hoeven volgens het OV-bureau niet in één keer te gebeuren, maar kunnen stapsgewijs bij wegonderhoud of nieuwe aanleg worden doorgevoerd.