Zuiderplantsoen is niet voor iedereen toegankelijk: ”Het geeft je de bevestiging dat je buiten de maatschappij staat”

Het Zuiderplantsoen is volgens buurtbewoner Klaas Knol van de Oosterpoortwijk niet goed ingericht voor blinden en slechtziende mensen. Het plantsoen mist volgens Knol stoepen waar mensen veilig overheen kunnen lopen.

Net als iedere andere buurtbewoner keek Klaas Knol vol enthousiasme uit naar het moment dat het Zuiderplantsoen open ging. ”Maanden geleden toen de hekken eindelijk weg werden gehaald, ben ik met hetzelfde enthousiasme als iedereen in de Oosterpoortwijk, erin gelopen. Het was eindelijk zover. We hadden er jaren op gewacht, maar het enthousiasme werd al snel omgezet in teleurstelling.”

Het Zuiderplantsoen was namelijk alleen voorzien van wegen en grasvlaktes. Voor blinden en slechtzienden zijn stoepen namelijk erg belangrijk en deze zijn nergens in het plantsoen te vinden. ”Specifiek voor mensen die slechtziend of blind zijn, is het belangrijk dat er stoepen zijn waar je houvast aan hebt. De stoep zorgt ervoor dat je weet hoe je moet lopen, dat voel je door middel van je stok.”

Klaas maakt zich verder druk over de verkeerssituatie. De wegen van het Zuiderplantsoen zijn namelijk een shared space, net als bijvoorbeeld de Grote Markt en Brugstraat. In deze shared spaces moeten voetgangers en fietsers de weg met elkaar delen. Het idee is dan dat iedereen goed uitkijkt en extra voorzichtig is in het gebied. ”De verantwoordelijkheid is aan het individu overgelaten hoe die met de situatie omgaan. En ik vertrouw niet honderd procent dat iedereen hier veilig aan het fietsen is. Mensen zitten soms met een bepaalde tijdsdruk en vliegen zo door dit park heen op weg naar hun werk of naar hun studie. Soms voel je alleen een luchtstroom achter je en is iemand op de fiets je gepasseerd. Dat soort dingen maken je heel onzeker en maken dat je eigenlijk gewoon het park niet in durft te gaan.”

Al meerdere keren deed hij meldingen bij de gemeente van de onveilige situatie voor hem in het plantsoen, maar ook van andere zaken die voor hem onveilig zijn in de stad. Vaak wordt hij doorverwezen of wordt zijn klacht op ‘opgelost’ gezet door de gemeente terwijl er niks gebeurd is. ”Dat maakt dat je een moedeloos gevoel hebt. Dat je denkt dat het eigenlijk helemaal geen zin heeft om het te melden, want er wordt toch niks mee gedaan. Dat geeft je meer de bevestiging dat je buiten de maatschappij staat. Dat je tot een bevolkingsgroep hoort die er eigenlijk niet toe doet.”

Voor de klacht over het Zuiderplantsoen werd Klaas doorverwezen naar de projectleider van het park. ”Ik werd toen door die meneer gebeld en hij legde me uit dat het niet mogelijk was waar ik om vroeg. Ik vroeg om drie tegels naast elkaar. Dit is het ontwerp, dit is het en daarmee was het afgelopen”

Klaas hoopt dat de gemeente de situatie zoals die nu is alsnog gaat aanpassen. ”Gemeente, krab achter je oren, want ik kan me niet voorstellen dat ik de enige persoon ben die dat probleem heeft.”