Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) moet alsnog extra medische gegevens geven aan de vader van een 22-jarige man die in 2021 overleed na een reeks hartoperaties.
Dat bepaalde de rechtbank in Groningen. Het gaat onder meer om interne berichten tussen artsen en aantekeningen over een fout met antibiotica. Volgens de rechtbank horen die stukken wel degelijk bij het patiëntendossier.
Vader wil inzage vanwege vermoeden medische fouten
De patiënt, een 22-jarige jongeman, had een aangeboren hartafwijking en kreeg al op jonge leeftijd een pacemaker. Toen dat apparaat in 2020 vervangen werd, kreeg hij daarna een infectie. In mei 2021 volgden meerdere operaties aan zijn hart, waarbij nieuwe complicaties optraden. Na de vijfde ingreep overleed hij.
De vader van de patiënt wil weten wat er precies misging en vermoedt medische fouten. Zijn zoon had hem daarvoor schriftelijk toestemming gegeven om inzage te krijgen in zijn hele dossier.
Het UMCG gaf wel stukken, maar volgens de vader waren die onvolledig. Zo zei een chirurg kort na het overlijden dat bij een eerdere operatie geen antibiotica was toegediend, terwijl dat wel had gemoeten. Dat stond niet in het dossier dat de vader kreeg.
Rechter geeft vader en ziekenhuis deels gelijk
De rechtbank stelt de vader deels in het gelijk. Het ziekenhuis moet de interne communicatie en de notities van de zogeheten DIM-melding aanleveren. Daarin staat mogelijk ook de fout rond het niet toedienen van antibiotica.
Andere documenten, zoals conceptverslagen, logboeken van de operatiekamer en gegevens uit complicatiebesprekingen, vallen volgens de rechter niet onder het dossier en hoeven dus niet te worden verstrekt.
Een belangrijk punt in de procedure was de wens van de vader om zijn eigen externe deskundige toegang te geven tot het elektronisch patiëntendossier. Het UMCG wees dit verzoek herhaaldelijk af.
De rechtbank stelt het ziekenhuis hierin in het gelijk: het recht op inzage betekent niet dat derden zelfstandig in het systeem van het ziekenhuis mogen werken.
