Uitgestorven gewaande Sierlijke witsnuitlibel herstelt zich

nieuws
Foto: Rudy Offereins - Own work, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=75468320

Het gaat de laatste jaren steeds beter met de Sierlijke witsnuitlibel. De libel kwam vele decennia niet voor in Nederland, stond daardoor op de ‘rode lijst’, maar wordt de afgelopen jaren steeds vaker gezien.

Van oudsher komt de witsnuitlibel, die graag op waterleliebladeren zit, voor in Scandinavië en de Baltische Staten. In Nederland werd de libel ook gezien, maar in 1970 vond de laatste waarneming plaats en werd de soort als uitgestorven beschouwd. In 2006 werd de soort herontdekt in een visrijke vijver in de buurt van Maastricht. Sindsdien maakt de Sierlijke witsnuitlibel een opmars door.

Natuurwaarnemer Johannes Ruben uit Haren meldt aan Haren de Krant dat hij in de zomer van 2021 een vrouwtje ontdekte op zijn balkon van Nieuw Erasmusheem in Haren. Ruben is vervolgens gaan letten op de soort en deed in de zomer van datzelfde jaar een drietal waarnemingen in de plas Haren-Wolddeelen.

In het voorjaar van 2024 volgden nieuwe waarnemingen, dit keer bij het Veendiep, nabij het ooievaarsnest. In totaal komt Ruben nu op zeven waarnemingen. De natuurwaarnemer heeft zijn bevindingen gedeeld op de website waarneming.nl. Deze website is het Nederlandse onderdeel van het internationale burgerwetenschapplatform Observation.org, waar vrijwilligers waarnemingen van wilde dieren, planten en paddenstoelen kunnen invoeren, delen en valideren. Uit informatie op die website blijkt dat er ook dit jaar een drietal waarnemingen zijn gedaan van de witsnuitlibel, dit keer in het Beijumerbos. Deze waarnemingen vonden plaats in juni.

Een belangrijke voorwaarde voor de terugkeer van deze zeldzame soort is een herstellende waterkwaliteit en een gunstige leefomgeving. De libel plant zich alleen voort in water met een goed ontwikkelde submerse vegetatie van bijvoorbeeld vederkruid, hoornblad, kranswieren en fonteinkruiden. De soort heeft een voorkeur voor water omgeven door bos, maar een hoge oevervegetatie van bijvoorbeeld riet en lisdodde kan ook voldoende beschutting geven.