Huurders, samenlevende partners en inwonende kinderen in het aardbevingsgebied worden voortaan hetzelfde behandeld als woningeigenaren bij een aanvraag voor vergoeding van immateriële schade. Dat laat het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) maandagochtend weten. Ook wie eerder een aanvraag deed, kan nu een vervolgaanvraag indienen.
Tot nu toe telde bij niet-eigenaren het totale schadebedrag maar voor de helft mee. Ook werd de doorlooptijd van de schademeldingen niet meegewogen. Dat verandert nu: alle onderdelen tellen volledig mee. Locatie en veiligheid werden al hetzelfde beoordeeld voor beide groepen. Want niet-woningeigenaren kunnen net zoveel leed en verdriet kunnen ervaren als woningeigenaren, concludeert het IMG nu.
Wie al eerder een aanvraag deed, kan mogelijk recht hebben op extra vergoeding. Daarvoor moet wel een vervolgaanvraag worden gedaan. Een voorwaarde is dat het eerdere besluit minimaal zes maanden geleden is ontvangen. De maximale vergoeding blijft vijfduizend euro. Is dit bedrag al uitgekeerd, dan heeft een vervolgaanvraag geen zin.
Lopende aanvragen en bezwaren worden automatisch volgens de nieuwe regels beoordeeld. Daarvoor is geen nieuwe aanvraag nodig. Wie nog geen aanvraag deed, kan dit alsnog doen via Mijn dossier. Met de quickscan kan men zien of een vervolgaanvraag zinvol is.
Vergoedingen gelijkgetrokken
De aanpassing hoort bij Nij Begun, het plan dat volgde op de parlementaire enquête over de gaswinning. Daarin staat dat het verschil tussen huurders en woningeigenaren moet verdwijnen. Met deze stap zijn nu alle niet-woningeigenaren gelijkgesteld aan woningeigenaren.
Sinds eind 2021 kunnen volwassenen een vergoeding aanvragen voor immateriële schade. Sinds eind 2023 geldt dit ook voor kinderen en jongeren tot en met 17 jaar. Mensen die te maken hebben met versterkingsmaatregelen krijgen voortaan de hoogste vergoeding van vijfduizend euro. Ook worden vergoedingen binnen een huishouden gelijkgetrokken.