De provincie Groningen heeft een ontheffing verleend aan waterschap Hunze en Aa’s voor het doden van een bever in de stad Groningen. Dat is inmiddels gebeurd, maakte de provincie dinsdagmiddag bekend. De groeiende populatie zorgt volgens het provinciebestuur inmiddels voor te veel problemen bij de water- en verkeersveiligheid.
Omdat bevers in Nederland een beschermde diersoort zijn, mogen zie niet zomaar worden afgemaakt. Vangen en afmaken mag alleen als bijvoorbeeld de waterveiligheid in het geding is en er geen andere opties zijn om de bever te verplaatsen. Volgens de provincie was het vangen en verplaatsen van bevers tot nu toe de oplossing om overlastgevende bevers aan te pakken.
Maar daarbij wordt daarbij ook gekeken of er genoeg ruimte blijft voor de natuurlijke groei van bevers in een gebied, aldus het provinciebestuur. Die ruimte is er volgens het provinciaal college nu niet meer, schrijft het dinsdagmiddag: “Daarom hebben we nu helaas een bever moeten doden om risico’s op overlast te beperken.”
Bevers zorgen soms voor overlast, omdat ze grote en diepe gaten en gangen in dijken graven en dammen bouwen. Daardoor kunnen fietspaden, wegen en het spoor verzakken. Ook kunnen laaggelegen (landbouw)gebieden verzakken door het gedrag van bevers.
De provincie schat in dat er in Groningen en Drenthe nu zo’n 520 bevers leven. Het provinciebestuur stelt dat de nu verleende ontheffing het mogelijk maakt om de beverpopulatie te beheren.