Dat het deze week warm is in Groningen, merken we allemaal. Klimaatadaptatie-onderzoeker Allard Roest houdt zich er beroepsmatig mee bezig.
Uitgerust met zijn meetapparatuur trekt hij door de stad om te onderzoeken hoe heet het wordt op publieke plekken in de stad. Op het Damsterplein, de Grote Markt en de Vismarkt laten zijn metingen van vandaag zien hoe groot de temperatuurverschillen per plek zijn en hoe vergroening en slimme schaduw oplossingen kunnen bieden. Roest combineert zijn onderzoek met onderwijs aan studenten van de Hanzehogeschool. “In de zomer gaat het over hitte, in de winter over wateroverlast. Het is altijd anders, en altijd relevant. Zo kan ik kennis en data gebruiken om de stad leefbaarder te maken.”
Damsterplein: van stenige hitte naar groen hart
Het Damsterplein is volgens Roest “hard aan onderhoud toe” én een van de warmste plekken van de stad. Op de dag van de meting is het er 27,5 graden, met een gevoelstemperatuur van 28,6. “Tien procent meer groen in een stad kan de temperatuur gemiddeld een halve graad laten dalen”, legt hij uit. “Dat klinkt weinig, maar kan het verschil maken tussen prettig doorwerken of ’s nachts liggen woelen.”
De gemeente wil het plein daarom vergroenen. Het ene deel krijgt bankjes en bestrating, het andere wordt volledig groen. “Dat gaat echt schelen op hete dagen”, zegt Roest.
Grote Markt: jonge bomen en Spaanse inspiratie
In de schaduw van de Grote Markt is het 27 graden, maar in de zon loopt het op tot 29. De jonge bomen moeten nog aanslaan, maar kunnen op termijn een dicht bladerdek vormen. Roest wijst ook op alternatieve oplossingen: “In Spanje hangen ze doeken over pleinen om de zon te weren. Dat zou hier ook kunnen.”
Volgens hem gaat het er vooral om de directe zoninstraling te beperken met bomen, parasols of tijdelijke overkappingen.
Vismarkt: warmste plek in de modellen
Uit stadsmodellen komt de Vismarkt steevast naar voren als een van de heetste plekken van Groningen. Donkere bestrating, weinig wind en weinig groen maken dat de temperatuur snel oploopt. Op de meetdag scheelt de wind echter opvallend veel: midden op het plein is het 26,8 graden, aan de randen bijna 30.
“De wind is onze grote vriend”, zegt Roest. “Vroeger bouwden steden met de wind mee, zodat warmte werd afgevoerd. Daar zouden we weer meer gebruik van moeten maken.”
Hij ziet mogelijkheden voor pergola’s of tijdelijke schaduwelementen die de markt niet hinderen. “Zo creëer je koelere looproutes.”
Hoe de stad koel te houden?
Met de voorspelling dat hete zomerdagen vaker zullen voorkomen, benadrukt Roest het belang van een klimaatbestendige stad. “Bomen, wind en schaduw zijn onze beste vrienden. Als we daar in het ontwerp van de stad rekening mee houden, houden we Groningen leefbaar.”
