In de Martinikerk is de komende dagen een expositie te bewonderen over de oorlogsverhalen van Indische en Molukse Groningers. Komende vrijdag is het precies tachtig jaar geleden dat Japan capituleerde, wat het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog in Azië en daarmee in de Nederlandse kolonie betekende. Een gesprek met Egbert Pikkemaat, de maker van de expositie.
Egbert, je hebt deze expositie zelf gemaakt?
“Enkele jaren geleden begon de expositie als een rijdende-expositie met als middelpunt het verhaal ‘het bloempje van Alda’. Drie jaar geleden kreeg ik de kans om de expositie op te bouwen in het Floreshuis. Gaandeweg ben ik meer verhalen gaan verzamelen en heb ik Groningse Molukkers, Indo’s en Totoks geïnterviewd. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een expositie van veertig panelen en 35 verhalen. De expositie was twee keer in het Floreshuis te zien, maar omdat het aantal bezoekers op de herdenking te groot werd, verhuisde het vorig jaar naar de Martinikerk.”
En dit jaar dus opnieuw in de Martinikerk?
“Dat klopt. Wel op een andere plek, namelijk in de kapel van de kerk. Maandag ga ik de expositie opbouwen en vanaf dinsdag is het tot en met zaterdag te bezoeken tijdens de openingstijden van de kerk. Daarmee staat de expositie ook langer dan vorig jaar, toen het maar één dag was te bezichtigen. De samenwerking met de Martinikerk is erg fijn en ik hoop op veel belangstelling.”
Tekst gaat verder onder het kader
De geschiedenis van Nederlands-Indië
De Nederlandse kolonisatie van Nederlands-Indië begon met de VOC in de 17e eeuw, gericht op de specerijenhandel. Na het faillissement van de VOC nam de Nederlandse staat de gebieden over. In de loop van de 19e en 20e eeuw groeide de roep om onafhankelijkheid onder de Indonesische bevolking. De Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan het Nederlandse gezag. Twee dagen na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 riep Soekarno de onafhankelijkheid uit. Nederland erkende deze onafhankelijkheid pas in 1949, na een bloedige dekolonisatieoorlog, in Nederland destijds bekend als de ‘politionele acties’. Deze periode en de nasleep ervan hadden een enorme impact op de Indische, Molukse en Nederlandse gemeenschappen.
Een van die veertig verhalen is ‘het bloempje van Alda’. Wat is het verhaal daarachter?
“Het gaat om een familiedrama. Mijn grootouders woonden in Nederlands-Indië. Waar Nederland bezet werd door Duitsland, werd de kolonie Nederlands-Indië door Japan bezet. Mijn oma moest met haar twee dochtertjes naar een Japans interneringskamp. Het jongste dochtertje, Alda, was zwaar autistisch. In het kamp stoorden andere gevangenen zich aan haar gedrag en zij drongen er bij mijn oma op aan om Alda naar een ander kamp te sturen. Dat gebeurde ook, maar mijn oma kreeg direct spijt. Alda was nog maar zeven jaar oud en had haar moeder nodig.”
Hoe is het afgelopen?
“Na de oorlog is er thuis nauwelijks over gesproken. Tot ik op een dag een doos met oude brieven vond. In de doos zat ook een teer bloempje dat in een fotoalbum zat. Die materialen brachten de geschiedenis tot leven. Mijn oma vertelde dat ze na de oorlog op zoek is gegaan naar Alda en haar stervend terugvond. Ze heeft een bloempje uit Alda’s dode vingertjes genomen. Het bloempje, de brieven en foto’s zijn op de expositie te zien.”
Wat hoop je de komende dagen te bereiken?
“Op 15 augustus herdenken we het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ik hoop dat die datum bij iedereen bekend wordt. Iedereen weet dat we op 4 mei oorlogsslachtoffers herdenken en op 5 mei onze vrijheid vieren. Maar 15 augustus, waarop we stilstaan bij het officiële einde van de oorlog in de voormalige kolonie, moet ook een baken in onze agenda worden.”
Hoe belangrijk is het om hierbij stil te staan?
“De eerste generatie, de mensen die het uit eerste hand kunnen vertellen, is nagenoeg niet meer in leven. We zijn inmiddels afhankelijk van de derde generatie. Het is belangrijk om te benadrukken dat herdenken cruciaal is en dat verhalen worden doorgegeven. Mijn dochter zal komende vrijdag een van de sprekers zijn bij de herdenking. Zij zal haar toespraak eindigen met de woorden: ‘Want daardoor kunnen wij doorgeven wat geheeld is en wat niet gebroken is.’ En dat is belangrijk.”
Je doelt ook op de huidige conflicten in de wereld?
“Absoluut. Er gebeurt van alles. De Russische president heeft deels het Non-proliferatieverdrag opgezegd. Dit verdrag is juist bedoeld om het bezit van kernwapens te beperken. Als je het verleden niet kent, kun je het heden niet begrijpen en de toekomst niet vormgeven. Daarom is herdenken zo belangrijk, om te voorkomen dat we situaties uit het verleden opnieuw gaan beleven.”
Waar hoop je de komende dagen op?
“Ik hoop dat veel mensen de expositie bezoeken. Het is KEI-week, dus het is een mooi moment voor ouders die hun kinderen naar Groningen brengen om de stad te bezoeken en bijvoorbeeld langs de expositie te gaan. Mensen kunnen op de expositie een magazine aanschaffen voor 15 euro met daarin alle verhalen. Het geld dat daarmee verdiend wordt, gaat naar een nieuwe stichting die vanaf volgend jaar de organisatie van de herdenking op zich zal nemen. Deze stichting speelt ook de komende week al een belangrijke rol.”
Wat krijgen mensen te zien op de expositie?
“Het is vergelijkbaar met vorig jaar. Ik heb de afgelopen jaren nieuwe verhalen toegevoegd, maar dit jaar niet. De expositie maak ik met een kartonnen systeem dat ik zelf heb bedacht. Ooit heb ik dat ontwikkeld voor Eurosonic Noorderslag, maar vanwege corona kon dat toen niet doorgaan. Toen dacht ik: ‘het is zonde om het weg te gooien, ik kan er zelf iets mee.’ Dat is de basis geworden voor deze expositie. Ik probeer de komende dagen zoveel mogelijk aanwezig te zijn om mensen rond te leiden. Ook kunnen ze een QR-code scannen om de verhalen in audio te beluisteren.”
Is het thema de laatste jaren meer op de agenda gekomen?
“Absoluut, en daar zijn we blij mee. Indo’s, Molukkers en Totoks hebben hiermee erkenning gekregen. De reactie is vaak: ‘Wij horen er nu ook bij’. Voor deze mensen is dat heel belangrijk. Het is een stuk geschiedenis dat in het onderwijs onderbelicht is. Als we met jongeren spreken, krijgen we vaak te horen: ‘Dat wisten we niet’. Maar als je willekeurig twintig mensen samenbrengt, weet ik zeker dat een van hen een Indisch verhaal kan vertellen dat in de familie voorkomt. Daarom zou ik ook heel graag met deze expositie naar scholen willen reizen.”
Hoe bijzonder is het dat al deze verhalen op één plek te zien zijn?
“Heel bijzonder. Het is lastig om deze groepen bij elkaar te krijgen. Molukkers, die destijds hun eigen staat uitriepen, kijken bijvoorbeeld anders naar de situatie en vinden het moeilijk om met Indo’s en Totoks te herdenken. Toch heb ik voor deze expositie de groepen samen weten te brengen. Ze zullen komende vrijdag ook samen aanwezig zijn bij de herdenking op het Martinikerkhof. Dat is heel bijzonder.”
De expositie is van dinsdag tot en met zaterdag te bezoeken tijdens de openingstijden van de Martinikerk. De herdenking op het Martinikerkhof vindt vrijdag om 17.30 uur plaats. Er zullen onder andere een kranslegging en een minuut stilte zijn. Ook spreken verschillende personen, waaronder burgemeester Roelien Kamminga.