De Vierdaagse van Nijmegen zit er weer op. Op deze zaterdag keren deelnemers huiswaarts. Redenen genoeg om terug te blikken op de tocht met Peter Bruinewoud uit de stad en John Huisinga uit Ten Boer. Hoe hebben zij de afgelopen dagen beleefd en hebben ze de tocht volbracht?
Peter, eerst naar jou. Hoe gaat het met je?
“Het gaat heel goed! Wij zijn sinds gisteren alweer terug in Groningen. Dat is pittig, om na het lopen van de laatste dag ook nog naar huis te rijden, maar we hebben hier wel voor gekozen. En ik ben ook heel tevreden: ik heb vier keer de veertig kilometer volbracht, dus ik heb nu mijn derde medaille binnen. Ik ben dus superblij, ook omdat het geen makkelijke tocht was.”
Ik denk dat je daarbij vooral doelt op de woensdag, de Dag van Wijchen?
“Het begon dinsdag goed, maar op woensdag hadden we inderdaad veel regen. Dat heeft mij genekt. Ik heb de tocht wel uitgelopen. In Nijmegen is er een eetcafé waar we elke dag met de groep afspraken om elkaar te ontmoeten. En toen voelde het niet goed. Ik deed mijn schoenen uit, en mijn sokken. Onder één van mijn voeten zag ik een blaar zo groot als een ei. Die blaar is ontstaan door de neerslag. Ondanks dat ik het niet koud heb gehad, loopt de regen langs je benen je schoenen in. Dat heeft die blaar doen ontstaan.”
Pijnlijk en vervelend!
“Absoluut. Ik ben naar de eerste hulp gegaan. Toen ik daar kwam, was nummer 884 aan de beurt. Ik had nummer 1.063. Ik moest dus lang wachten, en ben daarom teruggelopen naar de kroeg. Via de website van het Rode Kruis kon ik in de gaten houden welk nummer aan de beurt was. Een man op het terras hoorde mijn verhaal en vertelde dat hij een blarenpriksetje bij zich had. Hij wilde de blaar wel doorprikken. En zo geschiedde. Het zorgde ervoor dat de druk afnam en de pijn wat minder werd. Uiteindelijk heeft hij er ook een pleister op geplakt.”
Ben je daarna nog wel naar het Rode Kruis gegaan?
“Jazeker. Daar hebben ze de blaar verder behandeld. Tijdens hun onderzoek bleek dat ik op mijn andere voet ook nog twee blaren had. Die werden ook doorgeprikt. Vervolgens hebben zij alles netjes afgetapet.”
En dan wacht de zwaarste dag, de Dag naar Groesbeek…
“Ik hoor vaker dat de Zevenheuvelenloop de zwaarste dag is, maar ik vind de donderdag wel meevallen. Ik vind met name de laatste dag vervelend. Je loopt dan langs de dijk naar Cuijk. Dat zijn lange, rechte stukken. Cuijk maakt dan weliswaar veel goed, maar de tocht door de landerijen vind ik het minst aantrekkelijk. Dat komt misschien ook omdat we op deze dag de langste afstand lopen: 42,5 kilometer. Aan de andere kant: het is natuurlijk ook een mentaal spel. Als iedereen tegen je zegt dat de derde dag de zwaarste dag is, dan gaat dit vanzelf in je hoofd zitten.”
Had je je goed kunnen voorbereiden op deze editie?
“Minder goed dan voorgaande keren. Ik heb het de afgelopen periode vrij druk gehad. Ik heb wel een paar tochten van twintig en dertig kilometer gelopen. Daarmee heb je een goede basis. En daarnaast ben ik elke dag in de benen. Ik loop bijvoorbeeld naar mijn werk. Ik kan me voorstellen dat als je in de auto naar je werk gaat, en je de hele dag veel zit, dat het dan wel flink schakelen is. Aan de andere kant: het is ook wilskracht. Tijdens de laatste dagen deden mijn hakken behoorlijk zeer. Dan loop je een dorpje in, en dan doe je met toeschouwers een dansje. En vervolgens vraag je jezelf af: waarom doe ik dit toch?”
Dit jaar heeft een recordaantal deelnemers de tocht volbracht. Heb je daar ook iets van meegekregen?
“Op zondag zijn we in Nijmegen gearriveerd. Toen dachten we al: het is veel drukker dan in de voorgaande jaren. Ik denk wat we de afgelopen dagen gezien hebben wel de limiet is. Op donderdag bijvoorbeeld: je loopt dan via kleine straatjes door Nijmegen. Dat zorgde voor opstoppingen omdat er toeschouwers aan het feestvieren waren. Ik denk dat het belangrijk is dat lopers en toeschouwers uit elkaar worden gehaald. Als loper zit je namelijk aan een deadline. Je moet om 17.00 uur binnen zijn. Op verschillende plekken liep het dit jaar vast.”
Vast als in de zin dat je niet verder kon lopen?
“Klopt. Op donderdag was er bijvoorbeeld een demonstratie. De organisatie is hier gelukkig coulant mee omgegaan door deelnemers een kwartier extra de tijd te geven. Maar je merkt wel dat het qua drukte wringt.”
Inmiddels ben je dus weer terug in Groningen. Nu op naar het volgende evenement?
“De Groningse Vierdaagse die straks op 5 augustus begint. De afgelopen dagen had ik een shirt aan en pet op met reclame voor dit evenement. Ik kreeg veel leuke reacties. Ook een aantal minder positieve van mensen die zeiden dat er maar één Vierdaagse is. Toch denk ik dat het mooi is dat Groningen dit nu heeft. Nijmegen is namelijk ver weg. De reis, de overnachtingskosten, het eten en drinken… Je bent al snel duizend euro kwijt. Daar kun je ook voor op vakantie. En daarnaast hebben we met de Vierdaagse van Groningen de mogelijkheid om te laten zien hoe mooi Groningen is. Kortom: super! Hoewel ik de komende dagen wel eerst even een beetje uit ga rusten hoor.”
Tekst gaat verder onder de foto’s:


John, dan naar jou. Want jij hebt de Vierdaagse van Nijmegen voor de twaalfde keer volbracht…
“Dat klopt. Maar om aan te sluiten bij wat Peter zegt: het is heel goed dat Groningen ook een vierdaagse nu heeft. Zelf kan ik er vanwege een vakantie niet bij zijn. Maar zo’n evenement is qua promotie fantastisch. Tijdens de Vierdaagse van Nijmegen zie je wel mensen met Groningse vlaggetjes, maar we mogen best wel wat trotser zijn op onze provincie. Dat mogen we ook vertellen aan andere mensen. Met dit nieuwe evenement hebben we nu eindelijk de mogelijkheid om het te laten zien.”
Hoe blik jij terug op de afgelopen dagen?
“Het was een zware editie. Met name de regen op de tweede dag. In Wijchen hadden we een grote hoosbui, en later bij Beuningen nog een keer. Op een gegeven moment ben je doornat. Je draagt wel een poncho, maar doordat je die aan- en uittrekt, is het effect van zo’n poncho op een gegeven moment ook weg. Gelukkig had ik verschillende paren droge sokken bij me. Gedurende de dag heb ik een aantal keren de sokken verwisseld.”
Geen last van lichamelijke ongemakken?
“In de twaalf edities van de Vierdaagse heb ik slechts één keer met een blaar te maken gekregen. En ik verbaas me soms wel eens. Als ik militairen of doorgewinterde wandelaars zie lopen die hun voeten fors hebben ingetapet, dan prijs ik mij heel gelukkig. Klaarblijkelijk ben ik er minder vatbaar voor. En wellicht komt het ook door het dragen van goed schoeisel en goede wandelsokken. Dat zijn ook belangrijke elementen.”
Wat waren voor jou de mooiste dagen?
“Ik heb op de derde en vierde dag echt genoten. Er stond veel publiek langs de kanten. En vooral als je dan terugloopt naar Nijmegen: het is dan één groot feest. En de laatste dag, hè? Het lopen via de Via Gladiola. Fantastisch. Weet je wat ik ook zo mooi vind? Dat je vier dagen lang geen wanklank hoort. Er is even geen ellende, geen gedoe. Mensen groeten elkaar, je hebt hele leuke gesprekjes. Daar kan ik heel erg van genieten.”
Nu zijn er ook mensen die zeggen dat de Nijmeegse Vierdaagse te druk wordt…
“Ik denk dat het altijd wel druk is geweest. Maar ik ben het wel met je eens dat er dit jaar meer opstoppingen waren dan normaal. Het stagneerde met enige regelmaat. Wellicht dat het ook komt door een nieuwe startprocedure. De organisatie had bedacht dat het misschien goed zou zijn om deelnemers in kleinere groepen te laten starten. Dat systeem werkte niet helemaal vlekkeloos. Laten we het houden op kinderziekten.”
En zo te horen ben je op dit moment onderweg naar huis?
“Klopt. Via de grote autowegen rijden we nu terug naar Ten Boer. En als ik thuis ben, dan neem ik een heerlijk lekker koud pilsje. Daar heb ik echt zin in. Dat is zo lekker, hè?”