Harens klarinetorkest beleeft magische trip naar Italië: “Iedereen kende John”

nieuws
Capriccio treedt op in Italië. Foto: ingezonden

Het Capriccio Clarinet Orchestra uit Haren kan terugkijken op een bijzondere muzikale reis naar Italië. In Italië bleek het orkest, tot eigen verrassing, het middelpunt te zijn van een evenement. Een gesprek met dirigent Ailien de Beer van het orkest.

Ailien, jullie waren te gast op het International Clarinet Festival Portus Nanois dat gehouden werd in Pordenone. Waarom was dit zo bijzonder?
“We zijn met het vliegtuig naar Venetië gereisd. Daar stond een bus klaar die ons naar Pordenone heeft gebracht. We rijden het stadje binnen en we zien op een enorm billboard, van zes bij drie meter, een grote afbeelding van ons orkest met de aankondiging van het concert. En dat herhaalde zich op het plein in de binnenstad waar een lichtshow gaande was voor het evenement, waarin onze naam werd geprojecteerd.”

Ik kan me voorstellen dat je verbaasd bent en dat het ook raakt…
“Nogal! Ruim twintig jaar geleden zijn we ook eens in Italië geweest. Daar in Pordenone raakte ik in gesprek met de organisatie, en zij vertelden dat ze dit keer speciaal de oranje kleur aan het festival gekoppeld hadden. Dat was een bewuste keuze geweest omdat wij uit Nederland komen. Tijdens het evenement vonden er diverse kleine en grote concerten plaats. Wij kwamen terecht op de grote podia. Van tevoren wisten we wel dat we een groot concert zouden geven, maar dat het zo groots zou worden aangekondigd, waarbij wij ook vol in de belangstelling zouden staan, dat wisten we niet.”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Wat was de reden hiervoor?
“Mijn vader John de Beer overleed vorig jaar januari op 71-jarige leeftijd. Hij was de oprichter van Capriccio en heeft veel betekend voor de klarinetwereld. Hij heeft veel gereisd en heeft in veel jury’s gezeten. Veel klarinetorkesten zijn in de laatste tien tot twintig jaar opgericht. Capriccio bestaat 35 jaar en het orkest is daarmee heel belangrijk geweest voor de ontwikkeling. De organisatie van het festival vond het daarom passend om mijn vader een mooi in-memoriam te geven. Om te eren wat hij gedaan heeft. En dat zag je ook terug tijdens de dagen dat wij er waren: er waren orkesten uit Spanje, Portugal, Slovenië en Italië. Iedereen kende John. En iedereen refereerde aan het feit dat hij zoveel heeft betekend. Dat was heel bijzonder.”

Jullie hebben daar verschillende concerten gegeven. Hoe reageerde het publiek?
“De mensen waren onder de indruk. Ze vertelden dat ze met name de klankkleur van het orkest erg mooi vonden. Het werd omschreven als het betoverende, magische Capriccio. En dat is natuurlijk heel leuk om te horen. Op het concert hebben we ‘Variaties voor solo klarinet’ van Rossini gespeeld. Vorig jaar zijn we naar Dublin geweest. Na afloop van die reis kreeg ik een berichtje van haar. Zij is oud-leerling van mijn vader en ze vroeg of ze dit stuk ook solo mocht spelen. Dat leek me wel wat. Daarnaast hebben we het Largo van de 9e Symfonie van Dvořák gespeeld, dat door mijn vader gearrangeerd is. Mijn moeder hoorde het origineel en omdat ze het zo mooi vond, heeft mijn vader er een arrangement op gemaakt.”

Welke stukken hebben jullie nog meer gespeeld?
“We hebben ‘Die Nullte’ van Anton Bruckner gespeeld. Deze symfonie, gecomponeerd in 1869, wordt zo genoemd omdat Bruckner hem zelf niet als een officiële symfonie beschouwde en hij pas na zijn dood werd gepubliceerd. En als afsluiter hebben we ‘Lechajim’ uit Anatevka gespeeld. Lechajim, proosten op het leven, dat was de lijfspreuk van mijn vader. Het komt zoals het komt, het gaat zoals het gaat. Dat paste heel erg bij hem.”

Nu zijn jullie een bijzonder orkest met hele jonge leden en oudere leden. Dat lijkt me nogal een klus om zo’n orkest naar Italië te verhuizen…
“Eigenlijk viel het mij mee. Daar moet wel bij gezegd worden dat we vorig jaar in Dublin zijn geweest, en dat we dus goed hebben kunnen oefenen. Die reis was ook de bevestiging dat we het konden. Waarvan mijn vader ook gezegd heeft: blijf de reizen wel ondernemen. Het orkest waarmee we zijn afgereisd bestond onder andere uit negen minderjarigen, die onder de 18 jaar waren. Hun ouders zijn ook niet meegegaan. Om het goed te laten verlopen werden zij gelinkt aan een volwassene van het orkest. Op die manier was er veel controle. En dat is ook de kracht van het orkest, dat we opereren als één grote familie. We hebben veel steun aan elkaar.”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Toch lijkt het mij wel spannend?
“Dat is zeker zo. Maar het ging voortreffelijk. Na de concerten hadden we nog een dag over. We hebben toen van de mogelijkheid gebruikgemaakt om Venetië te verkennen. We hadden iedereen verplicht om een rode pet te dragen. Daardoor was het heel makkelijk om iedereen bij elkaar te houden. Of als je toch per ongeluk afdwaalde, had je ook snel de groep weer te pakken.”

Dit Italiaanse avontuur. Wat heeft het opgeleverd?
“Tijdens zulke dagen leg je bijvoorbeeld nieuwe contacten. Je spreekt met Spanjaarden die de compositiewedstrijd hadden gewonnen. Daar spreek je over af dat wij dit stuk ook gaan spelen, dat het op ons repertoire komt. Maar je hebt ook contacten met collega’s uit Slovenië. Deuren gaan letterlijk open. Het is nu nog te vroeg om iets te zeggen over de resultaten, maar ik sluit niet uit dat we eens naar Slovenië afreizen, of naar Spanje. En die contacten zijn belangrijk, omdat het tot nieuwe inzichten leidt.”

De komende periode: staan er ook nieuwe concerten op de planning?
“Vandaag hebben we toevallig een slotconcert waarmee we ons seizoen afsluiten. En ondertussen zijn we al druk bezig met de voorbereidingen op het nieuwe seizoen. Zo ben ik bijvoorbeeld bezig met het arrangeren van een nieuw stuk voor het orkest: de 1812 Overture van Tsjaikovski. Dat is een heel bijzonder stuk over de aanval van Napoleon op Rusland, wat vergezeld gaat met kanonschoten en kerkklokken. We zoeken naar een locatie waar we dit uit kunnen voeren. Dus we willen die kanonschoten ook letterlijk laten horen.”

Je zou zeggen dat het een stuk is dat aansluit bij de actualiteit…
“Die gedachte snap ik, maar dat is niet zo. Het stuk is geschreven in 1812, waarbij Rusland uiteindelijk Napoleon versloeg. Sowieso vind ik dat je politiek en muziek uit elkaar moet halen. Het is geschreven in 1812 en niet in 2025. Mijn vader heeft dit altijd een mooi stuk gevonden. Toen we als orkest na gingen denken over nieuwe stukken die we kunnen gaan spelen, toen kwam mijn broer, die ook in het orkest speelt, met dit stuk. En dat mijn vader dit zo mooi vond. En zo is het gekomen dat inmiddels de eerste noten op papier staan om het voor dit orkest geschikt te maken.”

Hoe gaat het volgens jou met de muziek in ons land, om het toch wat politiek te maken?
“Daar zijn wel zorgen over. De muziek wordt minimaal gesteund door de overheid. Er wordt ingezet op sport, maar er wordt minder ingezet op cultuur. Ik vind dat we cultuur niet moeten vergeten. Sport is belangrijk. Maar cultuur is sport voor het brein. Aan de andere kant: met Capriccio gaat het super goed. We hebben op dit moment 35 leden, en er komen volgend seizoen weer twee nieuwe leden bij. Dus in dat opzicht hebben wij het als orkest prima voor elkaar en hebben wij de wind in de zeilen.”

Mensen zullen misschien denken: Slovenië, Italië, Ierland. Maar wanneer gaat dit orkest eens op de Grote Markt optreden?
“Dat lijkt ons zeker leuk. Ook het organiseren van een dergelijk klarinetfestival, zoals we in Italië hadden, zou in Groningen tot de mogelijkheden behoren. Maar om je vraag te beantwoorden: in het voorjaar hebben we altijd een concert in of in de buurt van Groningen. Zodat we daarmee ook zichtbaar zijn voor de inwoners van de stad. Daarnaast geven we verschillende concerten in het Kielzog in Hoogezand. Dus er staat genoeg op stapel. En er kan altijd nagedacht worden over meer, of over iets extra’s.”