Omlandia viert promotie: “We zijn altijd een bruisende dorpsclub geweest, en dat zal ook zo blijven”

nieuws
Het team van Omlandia viert feest na de overwinning op Foarút. Foto: Ursula Sennema

Tot in de late uurtjes is er zaterdag feest gevierd in Ten Boer: het eerste elftal van Omlandia won de finale van de nacompetitie en promoveert daarmee naar de derde klasse. In Harkema werd Foarút uit Menaam met 2-1 verslagen. Een dag later blikt voorzitter Bert ter Harkel terug op de euforie, de controversie en de toekomst van de dorpsclub.

Bert, hoe hebben jullie je voorbereid op de wedstrijd?
“Deze beslissingswedstrijd werd gespeeld op neutraal terrein. En dat maakt het anders dan bijvoorbeeld een thuis- of uitwedstrijd. Je hebt in de dagen voorafgaand contact met de tegenstander, maar ook met de club waar de wedstrijd gespeeld wordt. Je wilt dat alles zo goed mogelijk verloopt. Als club hebben we ons zo goed mogelijk proberen voor te bereiden. De trainingen uiteraard, maar we hebben ook een motivatievideo gemaakt die op de wedstrijddag vertoond is. In deze video deden verschillende personen een peptalk. Dat alles tezamen maakt zoiets een hele leuke wedstrijd.”

Hoe hebben jullie de wedstrijddag beleefd?
“Ja, fantastisch. Een groep van zo’n zeven- tot achthonderd toeschouwers was aanwezig. Dat is heel veel. Je zag heel duidelijk dat het mensen bezighield. Er waren fakkels, maar er waren ook emoties en er vloeiden tranen. Om het in perspectief te plaatsen: we hebben het qua niveau niet over een Champions League-finale. Maar wat het allemaal losmaakt… Op zulke momenten zie je dat sport verbindt. Dat het mensen samenbrengt. En dat maakt sport zo waardevol. Een mooi voorbeeld: een tienjarig jeugdlid van ons was in de dagen voorafgaand helemaal in tranen. Ze moest voetballen in Haren en kon daardoor niet bij deze wedstrijd zijn. Uiteindelijk is het gelukt om haar van Haren snel naar Harkema te brengen. Toen ze arriveerde stond het nog 0-0. Ik zei tegen haar: we hebben op je gewacht. Dat is toch prachtig?”

In de tweede helft kwamen jullie op een 1-0 voorsprong. Foarút maakte in de 84e minuut gelijk. Uiteindelijk diep in blessuretijd kregen jullie een strafschop toegekend. Mijn collega sportverslaggever omschreef het als een ‘omstreden penalty’. Was het een terechte strafschop volgens jou?
“Ik kon het niet goed zien. Ik was in gesprek met de voorzitter van Foarút en stond aan de andere kant van het veld. Wat ik gezien heb is dat er een schermutseling was tussen hun keeper en een middenvelder van ons. Zij kwamen in botsing. Daarna gebeurde er nog niets. De overtreding vond plaats op de rand van de zestien. Was het er binnen of erbuiten? Op advies van de grensrechter ging de bal op de stip. Persoonlijk had ik ervoor gekozen om de bal niet op de stip te leggen.”

Dat klinkt heel eerlijk…
“Foarút was ook niet te spreken over de beslissing. Daarna werd er nog lang doorgespeeld. Er werden veel minuten extra toegevoegd. Volgens Foarút werd dit gedaan door de scheidsrechter om zijn fout als het ware toe te geven. Als je puur naar het niveau van de wedstrijd kijkt dan waren wij in die fase niet beter dan de tegenstander. Over de hele wedstrijd bekeken waren wij wel wat sterker. Maar uiteindelijk worden zulke wedstrijden bepaald op basis van het geluk, door situaties die je zelf niet in de hand hebt. Voor Foarút waren de druiven zuur. Na het laatste fluitsignaal zakten ze teneergeslagen naar de grond. Ik ben naar ze toe gelopen en heb nog even met ze gesproken. Winst en verlies ligt soms heel dichtbij elkaar.”

Voor jullie was het daarna feest…
“We waren met verschillende bussen naar Harkema gereisd. En inderdaad, op de terugreis naar Ten Boer was het euforie. Er komen dan ook heel veel dingen samen. Onze keeper speelde bijvoorbeeld zijn laatste wedstrijd bij ons. Hij gaat komend jaar bij een club in Drenthe spelen. Een mooier afscheid had hij zich niet kunnen wensen. Ook Jan Oosterbeek speelde zijn laatste wedstrijd. Op de terugreis heb ik de microfoon gepakt en heb ik wat mooie woorden gesproken. In Ten Boer hebben we in de kantine nog een mooi feest gevierd. Daar zag je ook dat er heel wat mensen uit het dorp even langskwamen. Op een gegeven moment dooft het dan langzaam uit.”

Hoe belangrijk is het promoveren naar de derde klasse?
“Ik denk dat het voor onze club heel belangrijk is. Wat we zien is dat jongeren graag op niveau willen voetballen. Zit je in een lagere klasse, dan neemt de bereidheid om veel te doen af. Dan ontstaat er een soort cafévoetbal, zoals ik het noem. Ga je naar een hoger niveau, dan kun je eisen stellen. Wordt er eens een training gemist, dan kun je een speler daarop aanspreken. Deze promotie past bij onze club. We zijn een bruisende dorpsclub met ambitie die graag op sportief niveau mee wil doen.”

Hoe kijk je naar de toekomst?
“We willen die bruisende dorpsclub blijven. Om een vergelijking te maken met Harkemase Boys. Harkema is net zo groot als Ten Boer, maar de club heeft minder leden dan dat wij hebben. Ze spelen op een hoog niveau. Dat doen ze met spelers van buitenaf die een vergoeding krijgen. Het resultaat is dat er in het hoogst opererende elftal eigenlijk geen dorpelingen meer spelen. De herkenbaarheid is daardoor weg. Dat willen wij niet. Wij gaan daarom ook geen vergoedingen geven. We willen die dorpsclub zijn en blijven. Met goede randvoorwaarden zoals goede trainingsfaciliteiten en materialen.”

Wat wordt het doel voor het komende seizoen?
“Als je alles bij elkaar optelt wat ik genoemd heb, dan vind ik dat we minimaal derde klasse moeten spelen. Dus het komende seizoen gaan we voor handhaving. In het verleden hebben we ook een tijd eerste klasse gespeeld. Het nadeel van een dorpsclub zijn, betekent dat je afhankelijk bent van het aanbod. Er kunnen periodes zijn dat je het moet doen met een iets minder sterke selectie. Daar zullen we goed mee om moeten gaan. Dat is ook een uitdaging.”

Winnaars en verliezers. Voor Foarút betekent het geen promotie. Je vertelde afgelopen week dat jullie nog nooit eerder tegen hen hebben gespeeld…
“Met mooie woorden bouw je geen gouden paleizen. Maar ik heb hen afgelopen week leren kennen als een groep leuke mensen. Een ploeg die ook leuk voetbalt. En dat geldt sowieso voor deze nacompetitie. Behalve tegen Foarút hebben we gespeeld tegen Lions ’66 uit Leeuwarden. Een ploeg die we ook niet kenden. In het geval van Foarút zou ik willen zeggen dat ze altijd in Ten Boer welkom zijn voor een vriendschappelijke wedstrijd. En andersom zijn we ook bereid om naar Menaam af te reizen. Maar eerst is het tijd voor vakantie.”