Molen Ten Post heeft wind in de zeilen: “Een wasmachine kon mij vroeger al mateloos interesseren”

nieuws
Foto: Robert Swijghuizen

In de provincie waren dit weekend tientallen molens voor het publiek geopend in het kader van het Groninger Molenweekend. Eén van de molens die de deuren opende, was de Olle Widde in Ten Post. Een gesprek met molenaar Robert Swijghuizen.

Robert, hoe is het dit weekend gegaan?
“Het was niet gigantisch druk. Gedurende het jaar zijn er verschillende momenten dat molens gezamenlijk geopend zijn. In mei heb je het landelijke molenweekend. Dit weekend staan specifiek de Groningse molens in het zonnetje. Dat geeft bijvoorbeeld molenaars uit de rest van het land en ook uit Duitsland de mogelijkheid om ons te bezoeken. Dat is dit weekend ook gebeurd. Als je het echt hebt over grote bezoekersaantallen, dan heb je het over het Monumentenweekend in september. De zomer is dan voorbij, de herfst lonkt. Op één of andere manier is dat weekend erg in trek bij het publiek.”

Jij bent wat ze noemen een jonge molenaar, hè?
“Haha. Ik ben nu drie, vier jaar molenaar in Ten Post. Toen ik jong was, was de fascinatie er ook al. Maar je weet hoe zoiets gaat. Je wordt volwassen, je gaat met vrienden leuke dingen doen. De hobby verwaterde. Een jaar of vijf geleden ben ik van baan gewisseld. Bij mijn nieuwe werk werk ik in de nachten. Een aantal nachten ben ik in touw, en vervolgens ben ik vijf dagen vrij. Op een gegeven moment dacht ik: ‘Wat kan ik nu tijdens de vrije dagen gaan doen?’ In Ten Post zijn ook Anja Hoogduin en Rob Hoving molenaar. Met Anja had ik nog contact. En op die manier is het balletje gaan rollen.”

Tekst gaat verder onder de foto’s:

Is molenaar worden in Ten Post een bewuste keuze geweest?
“Ik woon zelf in een dorp in de omgeving van Ten Post. Voor een hobby is het prettig dat je deze in de buurt kunt beoefenen. Dat is praktisch. Dus als ik ’s ochtends wakker word, ik open de gordijnen, en ik zie vanuit mijn raam de windturbines bij het dorp draaien, dan is de kans groot dat ik daarna in Ten Post ben te vinden. Ook bij de molen kan ik heerlijk van het zonnetje genieten.”

Wat is er zo mooi aan molenaar zijn?
“Het is een vraag die ik vaker krijg. Ik zeg dan altijd: ‘Vergelijk het met vissen.’ Dat iemand rustig aan de waterkant naar een dobber zit te staren. Een draaiende molen is voor mij net zo rustgevend. De Olde Widde is gebouwd in 1812. Je hebt het over een stukje hele oude techniek. Ondertussen speel je met de facetten van het weer. Ik vind dat prachtig. En eigenlijk zat het er ook al vanaf jongs af aan in: als kind kon ik gebiologeerd naar een draaiende wasmachine kijken. Dat vond ik prachtig.”

Zonder de molens hadden we hier waarschijnlijk in het noorden nu niet geleefd zoals we nu doen. Speelt die historie ook een rol in je passie?
“Absoluut. We hebben het in Ten Post over een bouwwerk dat meer dan tweehonderd jaar oud is. Dat toen bedacht is, en vandaag de dag nog steeds zo werkt als in die tijd. Het in gang blijven houden, mensen enthousiasmeren en informatie geven, dat vind ik prachtig. Ik kan hier enorm van genieten.”

De molen is een korenmolen. Wordt er ook in opdracht gemaald?
“Nee, dat doen we niet. We halen wel eens graan op. Daar zijn we dan een dag mee bezig. En natuurlijk is dat fantastisch om te doen waar de molen eigenlijk voor bedoeld is. Na afloop wordt het gemalen graan naar een boertje gebracht die het gebruikt als veevoer voor diens dieren. Zoiets doen voor menselijke consumptie is lastig en ingewikkeld: je moet aan allerlei regels voldoen op het gebied van bijvoorbeeld volksgezondheid en hygiëne.”

Je klinkt gepassioneerd. Ik kan me voorstellen dat je hiermee ook andere mensen enthousiast maakt. Wat zou je advies aan deze mensen zijn?
“Kom eens langs. Kom gewoon eens kijken. Als de molenwieken draaien, dan zijn we geopend. Mensen mogen dan naar binnenstappen. Met alle liefde vertel ik, of één van mijn collega’s, over de geschiedenis van de molen en de werking. En hopelijk raak je dan net zo besmet met het virus zoals ik indertijd besmet ben geraakt.”