Foto: Andor Heij
De afgelopen weken is er al veel gezegd en geschreven over de kabouterhuisjes in de wijk De Hoogte. Eén belangrijk detail is tot op heden onderbelicht gebleven: de woningen werden indertijd gebruikt als tbc-woningen. Een gesprek met Evert Bosscher, die de bijzondere historie toelicht.
Evert, hoe steekt dit verhaal precies in elkaar?
“Mijn moeder heeft bij het Groene Kruis gewerkt in de Oosterparkwijk. Het Groene Kruis was een neutrale, landelijke vereniging voor wijkverpleging en thuiszorg. Tuberculose was in de jaren vijftig en zestig een veelvoorkomende ziekte. Een medicijn was er toen niet. Om mensen te laten genezen, werden ze bijvoorbeeld naar Zwitserland gestuurd. Het Berghotel Schatzalp was in die decennia het meest luxueuze en vooruitstrevende sanatorium. Maar de wetenschap stond niet stil. Op een gegeven moment kwam men tot de ontdekking dat zonlicht en een rustige omgeving bij zouden dragen aan het herstel. Daarmee was een dure reis naar de Alpenlanden niet meer beslist nodig.”
Wat is tbc?
Tuberculose, afgekort tbc, is een besmettelijke ziekte veroorzaakt door de tuberkelbacterie. Hoewel het tegenwoordig goed te behandelen is met een combinatie van antibiotica, was tbc in de 19e en een groot deel van de 20e eeuw een gevreesde volksziekte, ook wel ’tering’ of ‘witte pest’ genoemd. In die tijd was er nog geen effectieve medicatie. De behandeling richtte zich daarom op het versterken van de weerstand van de patiënt door bedrust te geven, de patiënt frisse lucht en zonlicht te geven en goede voeding te geven. Veel patiënten verbleven langdurig in sanatoria, vaak ver weg van huis. Voor minder fortuinlijke patiënten of voor degenen die thuis konden herstellen, werden soms speciale tbc-huisjes of ‘lighuisjes’ ingezet.
Tekst gaat verder onder de foto:
De kabouterhuisjes zijn dus als het ware tbc-huisjes?
“Dat klopt. Op verschillende plekken in de stad hebben tbc-huisjes gestaan. Toen dit speelde was ik nog jong, maar ik kan me de verhalen van mijn moeder goed herinneren. We hebben het nu over tuberculose, maar thuis hadden we het altijd over ’tuberkel’. Dergelijke woningen hebben bijvoorbeeld ook aan de Eikenlaan gestaan, in de Oosterparkwijk en op deze locatie aan de Van Oldenbarneveltlaan en aan de Borgwal. De woningen aan de Eikenlaan en in de Oosterparkwijk zijn reeds gesloopt.”
De achttien kabouterwoningen zijn rond 1957 gebouwd. Hoeveel tbc-patiënten hebben er gewoond?
“Dat weet ik niet, maar in ieder geval een aantal. Het verklaart ook de opvallende ligging. De huizen vangen veel zon en worden omgeven door groen. In die tijd was men ervan overtuigd dat een rustige, groene omgeving en veel zonlicht hielpen in het genezingsproces. In de woningen kon de patiënt herstellen, maar er was ook ruimte aanwezig voor de verpleegsters om de patiënten te behandelen en om ze in de gaten te houden. Het waren niet voor niets patiënten.”
Tegenwoordig is het nog maar amper voor te stellen, maar hoe groot was tuberculose in die jaren?
“In die jaren was de ziekte al op zijn retour. Begin 1900 was tbc nog de belangrijkste doodsoorzaak in ons land, met tienduizend sterfgevallen per jaar. In de jaren vijftig, toen deze woningen gebouwd werden, was tbc nog steeds een belangrijk gezondheidsprobleem. Maar de ziekte begon af te nemen, vooral omdat de wetenschap niet stilstond. De komst van antibiotica, zoals streptomycine en isoniazide, maakten de ziekte veel beter behandelbaar. Maar ik kan me nog goed herinneren dat er wel veel angst was.”
Hoe bedoel je dat?
“Als je kijkt naar de cijfers, dan zie je dat de ziekte met name voorkwam in plaatsen die een treinstation hadden. Als kind bezocht ik, zoals denk ik ieder kind, graag mijn oma. Maar ondertussen was mijn moeder werkzaam bij het Groene Kruis, waarbij één van haar werkzaamheden het behandelen van tbc-patiënten was. Als ik mijn oma bezocht, dan wilde ze eerst weten of ik me wel helemaal goed voelde. Of er niks met mij aan de hand was. Mensen waren bang voor de ziekte.”
De kabouterwoningen zijn in die zin opvallend, omdat er in ons land, en ook in het Verenigd Koninkrijk, met name gebruik werd gemaakt van kleine, houten, tbc-huisjes die bijvoorbeeld op het terrein van een instelling of een sanatorium werden geplaatst. De huisjes konden als bouwpakket worden geleend of gehuurd bij een sanatorium of lokale kruisvereniging…
“Het heeft vooral met de ontwikkeling te maken. Op een gegeven moment werd gezegd dat rust en zonlicht goed waren voor het herstel. Tuberculose kwam relatief ook veel voor in Groningen. Daarop is besloten om deze kleine woningen te plaatsen. De woningen zijn uiteindelijk een aantal jaren gebruikt geweest. Door nieuwe inzichten en de opkomst van antibiotica, werd er gekozen voor andere behandelvormen. De woningen zijn daarop in handen gekomen van de woningcorporatie.”
De woningen worden op dit moment bedreigd met sloop. Hoe kijk je daar tegen aan?
“Ik woon zelf al heel wat jaren in de Hermanstraat in de wijk. Als ik met buurtgenoten spreek, dan vindt een meerderheid dat deze woningen moeten blijven bestaan. En niet alleen deze woningen. Als je door de wijk – wij spreken trouwens van een dorp – fietst of wandelt, dan zie je dat het geen eenheidsworst is. De Hoogte, ontstaan tussen 1917 en 1920, is een van de weinige woonbuurten die gebouwd is volgens de beginselen van de tuinstadgedachte; het is een dorpje op zich, een woonbuurt met veel eengezinswoningen en een klein aantal winkels. De bewoners konden in de eerste jaren na de oplevering zelfs een eigen moestuin huren, voor 1 gulden per jaar. Met een latere uitbreiding van de buurt verdwenen die moestuinen.”
Daarmee zeg je dat de woningen bewaard moeten blijven?
“Waar een wil is, is een weg. Er wordt nu gezegd dat de woningen niet gerenoveerd en verduurzaamd kunnen worden. Maar dan denk ik: indertijd was het wel mogelijk om de woningen aan te sluiten op aardgas. Als je deze woningen weghaalt, dat zou jammer zijn. Ze zijn onderdeel van de geschiedenis van De Hoogte. Geschiedenis moet je tot op zekere hoogte koesteren. Dat deze woningen zijn neergezet als tbc-huisjes, versterkt het gevoel dat ze behouden moeten blijven. Op andere plekken in de stad zijn ze al gesloopt. Dit stukje unieke geschiedenis moet je niet wegvagen.”
Kabouterhuisjes
De woningen aan de Van Oldenbarneveltlaan en aan de Borgwal, gebouwd door het Groningse architectenbureau Oom & Kuypers, een bureau dat nauw en regelmatig samenwerkte met Gerrit Rietveld, dateren uit circa 1957 en vormen een kleinschalig en geliefd buurtje in de wijk. De woningen hebben vaak nog enkel glas en geen dakisolatie. Hoewel de huisjes karakteristiek zijn voor die periode en volgens de bewoners zouden moeten blijven staan, wil woningcorporatie De Huismeesters ze slopen en vervangen voor nieuwbouw. Volgens de corporatie staat renovatie namelijk niet in verhouding tot de kosten.
Twee auto's zijn donderdagavond op elkaar geknald op de N370 tussen oprit Peizerweg en het…
De komende dagen is er veel bewolking met af en toe kans op lichte regen.…
De gemeente werkt op dit moment aan een vlonder in de Gorechtvijver in de Oosterparkwijk.…
Op de A28 tussen Groningen en Haren vond donderdag rond 17.45 uur een forse kop-staartbotsing…
Op de A7 ter hoogte van Hoogkerk vond donderdagavond een kop-staartaanrijding plaats tussen twee voertuigen.…
Sportmogelijkheden creëren voor mensen met een lichamelijke beperking. Dat is de missie van de 43-jarige…