Het is de week van de biodiversiteit. Natuurorganisaties en de gemeente organiseren activiteiten rondom de Groningse natuur. OOG nam een bezoek bij Sander Zoutman, imker van zes bijenkasten op de Zernike Campus.
“Dit is allemaal al honing”, zegt Zoutman terwijl hij een rooster uit de bijenkast haalt. De honingbijen die hij houdt, zijn volgens hem belangrijk voor andere bijen. “Honingbijen bestuiven heel veel verschillende soorten bloemen. Op die manier komt er ook heel veel voedsel voor wilde bijen.”
Bijen zijn daarom belangrijk voor de biodiversiteit, zegt Zoutman. “Albert Einstein zei altijd al, ‘zonder bijen geen mensenleven’. Tachtig procent van ons voedsel wordt door bijen bestoven. Hoe meer er bestoven wordt, hoe beter vruchten aanzetten, hoe meer zaden er komen en hoe makkelijker bomen en planten kunnen groeien en floreren. Dus ze zijn heel belangrijk.”
Hij haalt een ander rooster uit een korf waar slechts een paar bijen actief zijn. “Dit is wat ik hen geef, eigenlijk een dun plaatje van hun eigen bijenwas met een vormpje erop. Dat bouwen ze langzaam uit tot het dikker wordt en dan vullen ze het met nectar.”
Op de Zernike Campus staan zes kasten waarvan drie nog leeg zijn. “Op het moment dat de bijenvolken groter worden, kunnen we ze opdelen. Dan krijg je uiteindelijk zes volkjes”, zegt Zoutman. Elke kast kan tussen de twintig tot zestig kilo honing opbrengen, afhankelijk van de voedselvoorziening van de omgeving. “Dat is best wel wat honing.”
Een deel van die honing is voor de bijen zelf. De rest kan voor consumptie worden ‘geoogst’. “We kunnen berekenen wat ze overhouden en dat nemen we af in potjes. Dat kunnen we verkopen of weggeven voor onderzoek, want uit honing kan je veel meten.”