Nachtvorst en slakken spelen ‘Vroege Groningse spitskool’ parten: “Project met uitdagingen”

nieuws
Foto: Dorothe via Pixabay

Vergeten groentes terughalen en vermeerderen. Dat is het doel van de stichting Groninger Voedseltuinen. Maar hoe staat dit project er nu voor nu we als het ware tussen het zaaien en oogsten in zitten? Een gesprek met Harry Hummel.

Harry, in maart spraken we jou voor het laatst tijdens de drukbezochte Noordelijke Zadenmarkt op het Suikerunieterrein. Wat is er in de tussentijd allemaal gebeurd?
“Eén van onze doelen is dat we vergeten groenten terug gaan halen. Deze willen we gaan vermeerderen zodat er een levende zadenbank ontstaat. Bij een vergeten groente moet je bijvoorbeeld denken aan ‘Vroege Groningse spitskool’. Dat is een specifiek ras spitskool dat met name populair was in deze provincie. Het is een vroege variëteit, wat betekent dat het relatief snel rijp is en vroeg in het seizoen oogstbaar is. Het ras is geschikt voor de Groninger kleigrond en kan goed overwinteren. Maar het wordt hier eigenlijk niet meer verbouwd. Om deze kool terug te brengen, heb ik zaden opgevraagd bij de zadenbank.”

En deze worden dan vervolgens naar je opgestuurd?
“Klopt. Dat ging perfect. Vervolgens zijn we er direct mee aan de slag gegaan. We zijn het op gaan kweken. Maar persoonlijk hadden we verwacht dat de kool sterker zou zijn. We hebben in die periode een aantal nachtvorsten gehad. Andere kolen op het terrein trokken dit prima, maar de ‘Vroege Groningse spitskool’ trok dit heel slecht. Uiteindelijk is het opgegeten door de slakken. Dus wat dat betreft kun je spreken van een dramatisch jaar. Daarmee geven we overigens de hoop niet op. Volgend jaar gaan we een nieuwe poging doen. Je bent afhankelijk van veel verschillende factoren. Vorig jaar was het heel nat. Dit jaar was het eerst koud en nu heel droog. Het moet even mee zitten.”

Je klinkt niet helemaal verloren…
“We richten ons op meerdere groenten, waarbij we weten dat er kans bestaat dat er iets mis kan gaan. Ons volgende project wordt de ‘Westerwoldse Grove boerenkool’. Dit is een soort boerenkool die bekend staat om zijn hoogte en winterhardheid. Deze zaden hebben we inmiddels aangevraagd en worden komende week verwacht. Ook dit is een soort die nagenoeg verdwenen is. En daarnaast willen we aan de slag met de Oldambster Witte Stokboon. Dit is een oud ras, wat nog sporadisch wordt gekweekt door liefhebbers van de Groningse ‘dreuge’ boon. De zaden hiervoor zijn schaars, maar ik heb nog een partijtje via een collega kunnen krijgen. Ze zijn echter niet kiemkrachtig en hebben wat hulp nodig. Daar zijn we op dit moment mee bezig.”

Zaaien, ontkiemen en uiteindelijk zeldzame soorten terugbrengen en vermeerderen…
“Het is onderdeel van een groter geheel. Waar we mee aan de slag willen, is beleving. Sanne Meijer van Gronings Toentje is momenteel bezig met het ophalen van verhalen rond groenten. Dan gaat het bijvoorbeeld over groentes die verdwenen zijn. Ik ben opgegroeid in het oosten van de provincie. Op een dag at ik bij een vriendje, waar ze bonen op tafel hadden staan: stamslabonen van Hinrichs Riesen. Ik had nog nooit zo lekker gegeten. Ik kwam die avond thuis, vertelde het verhaal, en mijn vader heeft toen zaden geregeld waardoor wij daarna ook die heerlijke bonen op tafel hadden staan. Deze verhalen worden verzameld en zullen op 27 mei tijdens een verhalenavond worden gedeeld.”

Bedoel je dat door verhalen te vertellen een vergeten groente meer cachet krijgt, dat het makkelijker onthouden wordt?
“Ja, eigenlijk wel. Neem bijvoorbeeld de Oldambster Witte Stokboon. Wist je dat deze soort bijna niet meer bestaan had? Sanne Meijer gaat op de verhalenavond vertellen dat ze tegen een zaadhandel was gelopen die deze soort nog verkocht, nadat deze zaadhandel van een kweker een boon hadden gekregen. Waarschijnlijk is dit de enige persoon die deze soort nog kweekte en in stand heeft gehouden. Sanne kwam in contact met de kweker, een meneer uit Musselkanaal. Enkele tientallen jaren geleden was hij in Warffum voor zijn werk. Daar trof hij een oude man op klompen. Ze raakten aan de praat en al snel hadden ze het over hun gedeelde passie: moestuinen. Toen het over bonen en snijbonen ging, lachte de oude man schamper. ‘Ach, joe hebben apmaol gain lekkere dreuge bonen doar in de Veenkoloniën,’ zei hij. ‘Ik zol joe ain goede boon loaten zain.’ De oude man ging snel naar huis en kwam terug met een handjevol bonen. ‘Dit binnen Oldambtster Widden,’ vertelde hij. ‘De allerfienste boon dij er is.’”

En toen?
“De meneer uit Musselkanaal heeft wat bonen meegekregen en die heeft hij een plekje in zijn eigen tuin gegeven. Hij stak er veel tijd in. Op een gegeven moment kreeg hij de kans om een groter stuk land te huren. Hij besloot om voor verkoop te gaan en kreeg ontzettend veel bestellingen van voornamelijk wat oudere inwoners. En zo kwam deze boon dus weer helemaal terug. En dat is wat wij dus ook met verschillende andere soorten willen. En dan graag in combinatie met zulke verhalen. Dat je groenten echt een gezicht geeft. Dat is waardevol. Maar het leidt ook tot bewustwording.”

Moestuinen in de gemeente kennen wachtlijsten. Willen jullie daar uiteindelijk ook op intensiveren?
“Ik vertelde al dat we een manier zoeken om zaden van oude groenten te gaan vermeerderen, zodat ze verspreid kunnen worden. Wij zouden het bijvoorbeeld heel mooi vinden als elk dorp of wijk een eigen voedseltuin krijgt. Dat er voedsel in je eigen buurt wordt verbouwd. Dat mensen weten waar hun voedsel verbouwd wordt in plaats van dat groenten ergens lang in een koelkast liggen of dat er een lange reis vanuit het buitenland moet worden gemaakt.”

Dat gaat gepaard met risico’s. Je vertelde al over de nachtvorst en de slakken die de spitskool fataal zijn geworden…
“We zullen de bodemcultuur aan moeten passen op het microklimaat van die plek. Dat kan bijvoorbeeld door schimmels te stimuleren die zorgen voor gezonde groentes. Dat zie je ook in de geschiedenis. Bepaalde soorten hebben zich door de tand des tijds aangepast aan de omstandigheden. Een bonenras wat kleiner is gebleven vanwege de harde zeewind. De tijd van nu, met vaker droogte, vraagt om weer hele nieuwe uitdagingen. Daar kun je op participeren. Want waar plant je iets? Van klei weet je dat het beter vocht vasthoudt dan een zandgrond.”

Stel dat dit lukt, dat elk dorp een voedseltuin krijgt, en dat vergeten groentes weer volop verbouwd gaan worden. Willen jullie dan een supermarkt op elke hoek van de straat die dit gaat verkopen?
“Ja, maar of dat haalbaar is, dat weten we niet. Wel lijkt het ons heel goed om een coöperatieve supermarkt te beginnen waarbij de afstanden heel klein zijn. Tegenwoordig ben je in supermarkten overgeleverd aan de keuzes die supermarktbazen voor je maken. Wij zouden weer die supermarkt willen hebben waar er plek is voor die ‘vroege Groninger spitskool’ en andere groenten die veel mensen niet meer kennen. Dat is ons doel. En waar we op hopen is dat mensen dit gaan omarmen.”