Als je dode of zieke vogels ziet, is het belangrijk om dit te melden bij de Dierenambulance. Daarnaast adviseert wethouder Kirsten de Wrede (Partij voor de Dieren) om contact te vermijden en huisdieren aan de lijn te houden.
Onlangs werd er rond het Woldmeer bij Meerstad vogelgriep aangetroffen. “Een effectieve manier om verdere verspreiding tegen te gaan is om dode en zieke vogels snel op te halen”, zegt De Wrede. “Om dit te doen hebben we als gemeente een overeenkomst gesloten met de Dierenambulance. Zij halen de dieren op. Op dit moment kunnen zij het aantal meldingen nog goed aan. Mochten wij echter overvraagd gaan worden, waar het op dit moment niet op lijkt, dan melden ze dit bij ons. Wij kunnen dan opschalen door een externe ophaaldienst in te schakelen.”
“Meld dode en zieke vogels”
De Wrede meldt dat inwoners rond Meerstad zijn geïnformeerd over het aantreffen van vogelgriep. “We zijn als gemeente niet verplicht om dit te doen. We doen al meer dan andere gemeenten, maar gezien de urgentie rond vogelgriep, is dit een goed signaal. In de communicatie aan inwoners vertellen wij dat dode en zieke vogels gemeld moeten worden. Ook vragen wij om dode of zieke dieren niet aan te raken om besmetting te voorkomen. Daarnaast is het verstandig om huisdieren bij het uitlaten aan de lijn te houden en om katten in huis te houden zodat zij niet in aanraking komen met kadavers. Indien er wel contact is geweest, vragen wij om eventuele ziekteverschijnselen in de gaten te houden.”
“Minder bio-industrie en minder vleesconsumptie”
In het antwoord van de wethouder klinkt door dat ze nog wel meer zou willen doen: “Maar meer kunnen we als gemeente op dit moment niet, terwijl we het wel over een hele urgente zaak hebben. Wel hebben we contacten met organisaties en andere overheden waarbij we ons beraden of er niet iets anders moet gebeuren. Dat is een kwestie van overleg. Uiteindelijk gaat het ook om het brede verhaal. In de voedsel- en eiwittransitie moeten we toewerken naar minder bio-industrie en minder vleesconsumptie. Juist deze industrie draagt bij aan de verdere verspreiding van zoönosen.”