Hij kan zijn geluk niet op: de Groningse kunstenaar Egbert Modderman. Na een half jaar geleden zijn eerste solo-expositie te hebben gehad, is nu zijn eerste solotentoonstelling in een museum een feit. Een overzichtstentoonstelling van een groot aantal werken met Bijbelse thema’s is te zien in Harderwijk.
Egbert, wat vind je er van dat een groot aantal werken van jou te zien zijn in Harderwijk?
“Ik vind het hartstikke leuk. Het proces om deze tentoonstelling voor elkaar te krijgen, liep al wat langer. Ik denk dat de voorbereiding toch zeker wel een half jaar geduurd heeft. En eigenlijk is het wel bijzonder. Dit museum is heel erg bezig met realisme. Ze wilden mijn werk graag tentoonstellen en beschouwen het nu als een eer om deze eerste solotentoonstelling te mogen organiseren. Terwijl ik eigenlijk zou moeten zeggen dat het voor mij heel bijzonder is.”
Egbert Modderman
Modderman werd geboren in 1989. Van 2007 tot 2012 studeerde hij Vormgeving Ruimtelijk Ontwerp aan de Academie Minerva. Vanaf 2013 volgde hij schilderlessen aan de Klassieke Academie voor schilderkunst in Groningen en in 2015 aan de Florence Academy of Art. Korte tijd maakte hij als broodschilder portretten en stillevens voor particulieren, maar dit gaf weinig voldoening. Daarom besloot hij zich toe te leggen op universele zingevingsthema’s op grote doeken waar mensen niet aan voorbij zouden lopen in een museum. In 2015 werd hij de vaste kunstschilder van de Martinikerk. Van 2017 tot 2024 heeft hij gewerkt aan het schilderen van de zeven werken van barmhartigheid. De werken hangen permanent in de kooromgang van de kerk. Modderman won in 2020 de BP Young Artist Award.
Tekst gaat verder onder de foto’s:


Hoe is de tentoonstelling ingericht?
“Wat ik heel erg gewaardeerd heb in het proces is dat ze vooral wilden weten hoe ik mijn werk gepresenteerd wilde hebben. Ze hebben een expositie-ontwerper uit Amsterdam invlogen. Deze persoon is heel erg gaan kijken welke werken bij elkaar passen. Het is echt op basis van gevoel ingericht. En dat is heel mooi gedaan. Zo zijn er in de ruimtes doeken naar beneden gehangen en is er met licht en verschillende kleuren gewerkt, waardoor mijn schilderijen op een andere manier ervaren worden.”
Is het belangrijk dat er aandacht was voor deze beleving?
“Ja, toch wel. Mijn werken zijn best wel groot en dramatisch. Ik denk dat door het gebruik van kleur, licht en doeken, dat het bekijken van de werken nog meer een beleving is geworden. De boodschap van de schilderijen komt op een dusdanige manier over dat je nekharen overeind gaan staan. En dat maakt het bekijken van deze tentoonstelling tot een echte belevenis.”
Stel dat we het Stadsmuseum in Harderwijk binnenlopen. Hoe ziet het er dan ongeveer uit?
“Naast hun vaste collectie die de geschiedenis van Harderwijk vertelt, beschikken ze ook over drie grote ruimtes die specifiek gebruikt worden voor het tentoonstellen van werken binnen het realisme. Op de tentoonstelling zijn er 27 van mijn werken te zien. Ze hebben ontzettend hun best gedaan, want de werken komen niet alleen uit Nederland, maar zijn ook vanuit België en Amerika naar Harderwijk verscheept. Wat ook heel bijzonder is de looptijd. Normaal duurt een tentoonstelling ongeveer drie maanden. Maar dit is tot na de zomervakantie te bezichtigen. Het is voor hen een investering geweest om alles te regelen, waardoor ik begrijp dat ze de tentoonstelling graag langer willen laten zien. Daar heb ik enorm veel mazzel mee.”
Nu kan de criticus zeggen: ‘Waarom stel je de werken niet in Groningen tentoon?’
“Dat is een goede vraag. Het museum in Harderwijk benaderde mij met deze vraag. Een aantal jaren geleden hebben ze besloten om voor realisme te gaan. De afgelopen periode hebben ze ook al werken van heel wat Groningse kunstenaars, of kunstenaars die aan Academie Minerva hebben gestudeerd, laten zien. Siemen Dijkstra bijvoorbeeld. Maar ook Natasja Bennink. Groningen is wat dat betreft echt wel een centrum voor kunstenaars die actief zijn binnen het realisme. En dat wordt nu op andere plekken opgepikt. En dat is mooi. Want Harderwijk is ontzettend toeristisch. Er verblijven veel Duitsers. Omdat mijn tentoonstelling de hele zomer te zien zal zijn, verwacht ik veel bezoekers en hoop ik dat een breed publiek kennis zal maken met mijn werk.”
Tekst gaat verder onder de foto’s:


Vorige week vond de officiële opening plaats. Hoe waren de reacties?
“Er waren veel vrienden en familie aanwezig, en ook een groot aantal verzamelaars was present. Het gaat dus om mensen die een band hebben met mijn werk, dus er is dan al snel een positief geluid dat het mooi is. Wat wel heel bijzonder was, is dat ik voor mijn werken veel vrienden en familieleden schilder. Voor de verzamelaars kregen de kunstwerken een extra dimensie doordat ze de modellen in het echt zagen rondlopen.”
Inmiddels zit de eerste week van de tentoonstelling er op. Wat zijn de reacties van de bezoekers?
“Ik ben de afgelopen week er niet geweest, maar van de curator hoorde ik dat mensen positief zijn. En dat er ook een aantal mensen emotioneel gereageerd hebben. Zo is er een bezoeker gezien met de nodige zichtbare emoties. Hoewel je dat zou kunnen interpreteren als een teken van afkeer, vermoed ik dat het vooral komt doordat de werken, zoals ik al beschreef, een diepe impact hebben.”
Wat hoop je deze periode te bereiken?
“Dat mijn werk onder de aandacht wordt gebracht bij een breder publiek. Ik denk dat de tentoonstelling heel mooi is geworden. Door het grote aantal schilderijen krijg je als bezoeker er meer gevoel bij wie de schilder is die het gemaakt heeft. Dus ik hoop dat het de bezoeker aanspreekt. Maar ook dat het voor het museum een succes wordt. Zij hebben er veel tijd en moeite in gestoken. En ik hoop misschien ook wel dat mensen positief verrast worden. Om mijn werk in de markt te zetten, wordt er gebruik gemaakt van foto’s, maar ik vind dat mijn werken op digitale foto’s niet tot hun recht komen. Op foto’s komen mijn werken niet tot leven. Ik hoop dat mensen onder de indruk zullen zijn als ze de werken met eigen ogen zien. Dat de grootste criticus gaat zeggen dat het hem of haar in het echt niks tegen valt.”
De tentoonstelling is bijzonder omdat er werken vanuit Amerika en België naar Harderwijk gebracht moesten worden. Hoe was het voor jou om deze werken terug te zien?
“Het gaat om werken die indertijd verkocht zijn en bijvoorbeeld al tien jaar bij mensen in de huiskamer hangen. En dan valt me toch op dat ik op een andere manier ben gaan schilderen dan tien jaar geleden. Was het toen nog gladder en gepolijster. Nu is het ruwer en heeft het meer textuur. Dat is een ontwikkeling waar je niet perse bij stilstaat. Dat vond ik erg leuk om terug te zien. En ook het besef, dat werken al een hele tijd deel uit maken van hun leven. Tjah. Daar heb ik toch maar enorm mazzel mee.”
We kunnen ook concluderen dat je de wind in de zeilen hebt. Na je klus voor de Martinikerk had je afgelopen herfst een expositie in Nuenen en nu je eerste solotentoonstelling in Harderwijk…
“Het gaat fantastisch. En om een scoop met je te delen. De stichting Beringer Hazewinkel, een particulier vermogensfonds voor het stimuleren van eigentijdse kunst, is met een plan gekomen waarbij ik de komende twee jaar een reeks schilderijen over de mens zelf ga maken. Het wordt een mooi, heftig project waar ik ontzettend veel zin in heb. Dus ik ben ontzettend blij. Als kunstenaar heb je goede en slechtere tijden. Je bent afhankelijk van opdrachten. Maar ik heb de wind mee, en dat voelt heel bijzonder. Ik ben een schilder die mazzel heeft.”
De tentoonstelling is te zien tot en met 21 september 2025 in het Stadsmuseum in Harderwijk. Meer informatie vind je op deze website.