Warm weer nekt Open Monumentendag: “Het is zo belangrijk om verhalen te vertellen”

nieuws
De Kloosterkerk in Ten Boer. Foto: Hardscarf - Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=71155846

De Open Monumentendag zit erop. Op zaterdag en zondag openden honderden monumentale gebouwen de deuren. Ook in de oude gemeente Ten Boer. Daar kijkt men tevreden terug, hoewel het misschien wel wat te warm was.

“Dit zijn hele belangrijke dagen”, vertelt Theo de Wit. De Wit is één van de mensen van de plaatselijke commissie van de Kloosterkerk in Thesinge. “We hebben ongeveer zeventig mensen mogen verwelkomen. Die mensen konden de expositie ‘Levend Werelderfgoed Waddengebied’ in onze kerk bekijken. Toevallig een heel actueel thema, omdat vanwege de dreigende gasboringen de Waddenzee de status van werelderfgoed wellicht kwijt gaat raken. Voor die expositie was veel belangstelling, en het was natuurlijk het ideale weekend om de kerk te komen bekijken.”

Kerk in Thesinge was oorspronkelijk veel groter
Oorspronkelijk was het kerkgebouw in Thesinge veel groter. Wat nu nog resteert is het koor van het gebouw. In het jaar 1250 verrees er een grote abdijkerk. Het gebouw was onderdeel van het Benedictijnenklooster Germania. De kerk in Thesinge is gewijd aan de heilige Felicitas en haar zeven zonen. “Het thema dit jaar was Levend Erfgoed. Met andere woorden, hoe we houden we ons erfgoed levend. Hoe houden we de verhalen levend. En dat is door te vertellen. Zulke weekenden zijn daar ideaal voor. En het is belangrijk. De kerk maakt het dorp. Het is een ijkpunt, een gebouw waar mensen trots op zijn. De historie achter zulke gebouwen mag niet verloren gaan.”

Tekst gaat verder onder de foto:


In Thesinge kon onder andere de Kloosterkerk bekeken worden. Foto: Bert Kaufmann – Thesinge, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=11899359

Theo de Wit (Kloosterkerk Thesinge): “Met zeventig bezoekers zijn we blij”
Op de vraag of men blij is met zeventig bezoekers is De Wit helder: “Je zult heel goed de publiciteit moeten zoeken. Daar hebben we ons best op gedaan, maar dat had misschien nog beter gekund. Ik zag dat ze in buurdorp Garmerwolde bijvoorbeeld de vlaggen uit hadden gehangen. Dat hadden wij wellicht ook kunnen doen. En we hadden misschien wat in kunnen spelen op de warmte. We hadden kunnen opteren om in de ochtenduren open te gaan. In de middag was het gewoon te warm. Ik heb zaterdagmiddag bijvoorbeeld maar één fietser voorbij zien komen. Maar met de zeventig bezoekers zijn we blij. In ons dorp kon ook de molen en de smederij bekeken worden. Daar was wel belangstelling, maar klaagde men ook dat het wel wat drukker had mogen zijn.”

Herman Wubbolts (Bovenrijge Ten Boer): “Er is niemand geweest”
Even verderop in Ten Boer is Herman Wubbolts molenaar van de Bovenrijge. Een houtzaagmolen. “Ik zal je eerlijk zeggen dat hier helemaal niemand is geweest”, vertelt Wubbolts. “En ach, ik kan bij de pakken neer gaan zitten. Maar het is wat het is. Eigenlijk zien we dit ieder jaar. We doen mee aan deze dagen, maar het levert eigenlijk geen publiek op. In tegenstelling tot de Nationale Molendagen, die eerder in het seizoen plaatsvinden. En dan is het hier altijd druk.”

Stellingmolen
De Bovenrijge is een achtkante stellingmolen met maalstenen en zaagramen. De molen is ooit gebouwd door landbouwer Gerrit Derk van Dijk. In eerste instantie stond het bouwwerk bij Van Dijk zijn boerderij aan de Bovenrijgerweg. In 1973 is de in verval geraakte molen verplaatst, en herbouwd aan het Damsterdiep. Behalve zaagmolen heeft de molen ook dienst gedaan als poldermolen, pelmolen, korenmolen en zaagmolen.

“Warme weer werkt tegen”
Wubbolts: “Het was ook niet ideaal weer. Er was weinig tot geen wind waardoor we de molen niet konden laten draaien. En dat er geen bezoekers zijn gekomen. Weet je. Het aanbod is gigantisch groot. Je kunt musea, kerken en honderden gebouwen bekijken. En in dat opzicht werkt het warme weer dan denk ik ook wel tegen. Op zulke dagen zoek je verkoeling, en ga je naar een gebouw dat dikke stenen muren heeft. Ik maak me er in ieder geval niet druk om. Hoewel het natuurlijk wel jammer is. Je verricht toch voorbereidingen. Je wilt het de mensen naar de zin maken. Maar ja.”

Tekst gaat verder onder de foto:


Geen bezoekers voor molen De Bovenrijge in Ten Boer. De molenaar maakt zich er in ieder geval niet druk om. Foto: Quistnix op de Nederlandstalige Wikipedia, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=4061188

Lina Mensinga (Kloosterkerk Ten Boer): “Ongeveer honderd bezoekers”
Even verderop in Ten Boer staat aan het Kerkpad de Kloosterkerk. Lina Mensinga is de koster van de kerk. “Hoeveel bezoekers wij gehad hebben dit weekend”, herhaalt Mensinga de vraag. “Ik denk zo ongeveer rond de honderd bezoekers, verspreid over twee dagen. En daar zijn we blij mee. We hebben edities gehad waarbij we op meer bezoekers konden rekenen, maar ik denk dat dit heel gemiddeld is.”

“Bezoekers uit Assen en zelfs uit Duitsland”
Net zoals de kerk in Thesinge is ook de Kloosterkerk een restant van een Middeleeuw benedictijner klooster. Dit werd in 1485 gesloopt. “Deze dagen zijn heel erg belangrijk. De kerk is het herkenningspunt van een dorp. Daar zijn mensen trots op, en ze hebben er een band mee. Zo kwamen er dit weekend bijvoorbeeld mensen langs die in het verleden in het dorp hebben gewoond, en nu speciaal even terug kwamen. Maar je ziet ook dorpsbewoners die nog nooit eerder in de kerk zijn geweest. Dus mensen die op steenworp afstand wonen, die komen langs. Maar we hebben ook mensen uit bijvoorbeeld Assen mogen verwelkomen. En een meneer uit Duitsland die een fietstocht maakte, en deze Open Monumentendagen aangreep om mooie gebouwen te bekijken.”

“Verhalen koesteren”
Volgens Mensinga is het belangrijk om verhalen te blijven vertellen: “Het gebouw vertelt een stuk geschiedenis. Het vertelt eigenlijk waarom Ten Boer dat is geworden wat het nu is. En het is belangrijk dat we die verhalen koesteren, delen en ook weer door vertellen.” In het gebouw vond ook een activiteit plaats. Een verhalenverteller bracht Groninger volksverhalen tot leven: “Ook dit werd goed bezocht. De kerk zat niet helemaal stampvol, maar de belangstelling was goed. En wat ik zeg, zulke verhalen vertellen zijn belangrijk. Dus wij kijken zeker terug op een mooi weekend.”