Grutto weer terug in Koningslaagte: “Ze eten hun buik vol voordat ze hun broedplek opzoeken”

Ze hebben een reis van duizenden kilometers erop zitten: de grutto. Waar ze de afgelopen maanden overwinterd hebben in Senegal, in Afrika, zijn ze sinds deze week weer terug in de Koningslaagte. En daar is men bij Het Groninger Landschap erg blij mee.

“Ze zijn deze dagen te vinden in de buurt van bezoekerscentrum Reitdiep, even ten noorden van Stad”, meldt Het Groninger Landschap. “Hier eten ze hun buik vol en sterken ze aan, voordat ze hun vertrouwde broedplek weer opzoeken.” De grutto hoort bij Nederland. In het voorjaar is hun lokroep, die met enige fantasie klinkt als ‘utto utto’, duidelijk te horen. Toch gaat het niet goed met de vogel. De grutto staat als ‘Gevoelig’ op de internationale Rode Lijst van de IUCN.

“Op landelijke schaal gaat het niet goed met de grutto”
Vorig jaar liet landschapsbeheerder Arjan Hendriks van Het Groninger Landschap weten dat er in Groningen kleine succesjes zijn geboekt. “Maar op landelijke schaal gaat het niet goed. Op dit moment is de situatie onvoldoende om van een goede populatie te kunnen spreken. In de Koningslaagte, dat wij beheren, gaat het wel goed. We hebben hier een plasdras-situatie. Voor de grutto is dat ideaal. De weidevogel komt terug uit Afrika, zoekt een droog stukje grond met water om zich heen. Een plek waar ze zich veilig voelen. Ze zijn er veilig voor bijvoorbeeld roofdieren. Ondertussen levert het gebied genoeg voedsel waardoor ze er goed kunnen leven.”

“Voor boeren moet het lucratief worden om plasdras-weilanden te realiseren”
Hendriks pleitte vorig jaar voor het realiseren van meer plasdras-weilanden. “Er is in Nederland genoeg weidegebied, maar voor veel boeren is het bijvoorbeeld niet lucratief om het deels onder water te zetten. Ik denk dat het goed is om er voor te zorgen dat het wel lucratief wordt, dat boeren hier wat aan gaan verdienen. Dat ze het op die manier inpassen in hun bedrijfsvoering. Waardoor we echt stappen kunnen zetten in het herstellen van de gruttopopulatie.”