Column Benno de Jongh | 1 april

column

Op 1 april is het altijd weer even opletten. ’s Ochtends zeg je nog tegen jezelf: deze keer trap ik er niet in als straks iemand zegt dat mijn veters loszitten. Even later kom je een bekende tegen die quasi-terloops naar je voeten wijst en zegt: ‘Hé, je veters zitten los.’ In een reflex kijk je naar beneden. Ben je er toch weer ingetuind.

De buurman foppen door te zeggen dat z’n gulp openstaat is leuk, maar journalisten voor de gek houden is natuurlijk nog veel leuker. Want dat vreselijk humorloze volk, dat niet tegen kritiek kan en geen zelfspot kent, kan maar beter eens goed op z’n nummer gezet worden, nietwaar?

Op de eerste dag van april zullen verscheidene media weer met lijstjes komen van ‘onderschepte’ 1 aprilgrappen. Een week van tevoren beginnen de eerste twijfelachtige persberichten al binnen te stromen in de redactiemail. Journalisten waarschuwen elkaar om toch vooral scherp te blijven. En ze lachen om de concurrent die er met boter en suiker ingaat. Want niet alle grappen worden bij de redactiepoort tegengehouden.

Vorig jaar ging een aantal media de mist in met het nieuws dat het Waterbedrijf Groningen de waterdruk ging verlagen als mensen langer dan tien minuten douchen. Een geslaagde 1 aprilgrap, omdat het waterbedrijf ten tijde van droogte op luchtige wijze aandacht kon vragen voor het in hun ogen vele waterverbruik van de consument.

Dit jaar was het de eer aan het Dagblad van het Noorden. Kort samengevat komt het hier op neer: een aantal  aantal sympathiserende voetbalvrouwen uit Witteveen had een reclamebord laten maken om hun jongens te ondersteunen. Op dat bord langs het veld (dat daadwerkelijk gefabriceerd is, getuige de foto bij het artikel, tenzij het photoshop is) zijn de dames te zien in pikante lingerie. Sommige ouders van jeugdleden zouden het daar niet mee eens zijn geweest en eisten dat er een openbare ledenvergadering belegd zou worden. Volgens het nieuwsbericht zou die vergadering zaterdag (1 april) plaatvinden. De leden zouden dan kunnen stemmen voor of tegen het weghalen van het reclamebord, zo viel te lezen.

Het nieuws is geloofwaardig genoeg om te geloven, maar tegelijkertijd behoorlijk absurd. Een geslaagde 1 aprilgrap dus. Wat de grap nog beter maakt is dat die inspeelt op de actuele discussie over ‘Lentekriebels’, de seksuele voorlichting op basisscholen. Een lang leven was het artikel overigens niet beschoren: een uur na verschijnen werd het alweer van de site gehaald. En het stuk heeft de papieren krant – gelukkig voor auteur en eindredactie – nooit gehaald. Al is er natuurlijk wel een aantal wijsneuzen dat snel een screenshot heeft gemaakt, dat vervolgens vrolijk op Twitter werd gedeeld.

Ter verdediging van de schrijver van het bericht: een week van te voren een 1 aprilgrap de wereld inslingeren is wel héél vroeg. En we weten niet of de journalist in kwestie nog iemand van de voetbalclub heeft gebeld. Want een nep-persbericht is één ding, maar als een journalist op de man af om bevestiging vraagt is de ongeschreven regel dat dan de waarheid wordt verteld.

Waar 1 april precies vandaan komt, daar zijn de historici het niet over eens. Waarschijnlijk is het ergens in de zestiende eeuw begonnen. Het is vooral een dag die in Noord-Europa ‘gevierd’ wordt. Behalve dat het leuk is om elkaar eens per jaar lekker dom in de maling te nemen, kan je beargumenteren dat 1 april ook een functie heeft. Zeker als media misbruikt worden voor een publiek leugentje ter lering en vermaak.

Ten eerste benadrukken 1 aprilgrappen het belang van misschien wel de bekendste regel in de journalistiek: hoor en wederhoor. Want niet zelden zien twee partijen dezelfde situatie totaal anders, net als bij ruzies in de privésfeer. Dat wederhoor soms nog weleens wordt ‘vergeten’, heeft vaak te maken met tijdgebrek of opportunisme. Een persberichtje is snel gepubliceerd en een verhaal is vaak te leuk om dood te checken.

Fake news is van alle tijden, maar toch ook zeker van deze tijd. Terwijl journalisten steeds meer moeten doen in steeds minder tijd, is het meer dan ooit nodig om zaken dubbel te checken. En om het rapport of boek, hoe dik ook, écht te lezen, en niet alleen de samenvatting.

1 april houdt ons allemaal een spiegel voor. Als jij niet kan lachen om iemand die zegt dat je gulp openstaat, dan moet je je misschien afvragen hoe dat komt. Zit je soms niet lekker in je vel? En als je een woedeaanval krijgt als je op vrij onschuldige wijze voor de gek gehouden wordt, dan kan je je afvragen of je misschien niet een klein probleempje hebt.

Maar 1 april houdt ook de media een spiegel voor. Steeds vaker leunen de verhalen van journalisten de kant op van het heersende narratief. Kranten en omroepen lijken steeds meer op elkaar. Gangbare meningen op het gebied van cultuur, taal, immigratie en klimaat worden blindelings gevolgd. Dat leidt niet zelden tot kritiekloze artikelen, die een andere agenda lijken te dienen dan die van de nieuwsgierigheid.

Want je zal ze de kost geven, de journalisten die blindelings geloven dat stikstof het absolute kwaad is, die geloven dat ‘blank’ een vreselijk woord is en denken dat er elk jaar opnieuw meer nieuwsverhalen over de ramadan dienen te worden geschreven.

Onze beroepsgroep blinkt niet uit in het omgaan met kritiek. Misschien dat 1 april een aanleiding kan zijn voor de journalistiek om zichzelf eens tegen het licht te houden. ‘Hé journalist, je gulp staat open!’

Benno de Jongh is freelance journalist, onder meer bij RTV Noord en voor verschillende schaakwebsites en -bladen. Benno schrijft wekelijks een column over een relevant onderwerp uit de gemeente Groningen. Heb jij een goed onderwerp waar Benno aandacht aan moet besteden? Of wil je iets kwijt over de columns? Stuur dan een mail naar benno@oogtv.nl