Vijlbrief gaat ‘lossere aanpak’ rond bevingsschade in Groningen onderzoeken

Een ‘lossere manier’ van erkenning en afhandeling voor aardbevingsschade, die gaat zorgen voor meer tempo in het proces. Dat wil staatssecretaris Hans Vijlbrief gaan onderzoeken. Vijlbrief stelt voor naar een manier te gaan die ‘lijkt op die van verzekeraars: wij geloven u, totdat wij u niet geloven.’

De staatssecretaris liet zijn intentie donderdagavond blijken tijdens een debat van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat in de Tweede Kamer.

Vijlbrief weet nog niet wanneer het nieuwe systeem klaar is, maar ‘begin volgend jaar’ is de voorlopige streeftijd. Volgens Vijlbrief zou de nieuwe manier van afhandeling mogelijk een systeem zijn, waar een stuk minder ‘controlemechanismes’ in zitten. Naast een snellere schadeafhandeling, mogelijk door de inzet van experts en andere verplichtingen in het schadeproces te omzeilen, moet de ‘lossere aanpak’ ook voor minder kosten gaan zorgen binnen het proces. Nu blijft van iedere uitgegeven euro nog zo’n driekwart hangen bij instanties en extern ingehuurde partijen.

Het onderzoek naar een lossere manier van schade-onderzoek volgt na de getuigenis van voorzitter Bas Kortmann van het Instituut Mijnbouwschade Groningen, dat ook donderdag plaatsvond tijdens een zitting van de parlementaire enquêtecommissie over de aardgaswinning in Groningen. Kortmann hekelde de manier waarop de wet de afhandeling van schade in de weg zou zitten. Hoewel Vijlbrief nu nog niet al teveel in wil gaan op de uitkomsten van de commissie (Vijlbrief moet in januari zelf ook getuigen), stelde de staatssecretaris: “Mijn intuïtie zegt dat deze lijn ook uit de parlementaire enquête gaat komen.”