Luchtvaart – Jan Olieslagers, de Helpman 1 en Groningen Airport Eelde – Beno’s Stad 23 (24-2-1999)

De geschiedenis van de Groningse luchtvaart wordt door Beno Hofman belicht in deze
Beno’s Stad tijdens een rondvlucht boven de stad. In de aflevering aandacht voor onder
andere een ballonvaart uit 1784, een vliegdemonstratie van Jan Olieslagers in 1910 en
het vliegtuig ‘Helpman 1’ van De Schepper en Hagens. Verder over een vliegveld in het
Stadspark en vanaf 1931 in Eelde.

► Beschrijving
Het allereerste Nederlandse vliegtuig werd in Groningen gebouwd.
Maar leren vliegen gaat met vallen en opstaan.
Wie zich vroeger in het luchtruim begaf kon maar beter een zwembroek meenemen.
Beno Hofman vertelt over de geschiedenis van de Groningse luchtvaart in Beno’s Stad.

Groningen Airport Eelde wil mee blijven tellen als vliegveld.
Daarom wil Eelde graag vluchten op Schiphol houden.
De Groningers gingen vroeger ook al graag de lucht in.
Laten we maar eens een duikvlucht nemen.

Vliegers of zogenaamde draken waren de eerste voorwerpen die in Groningen de lucht in gingen.
Maar omdat paarden hiervan op hol sloegen werd dit vliegen in 1730 verboden.
Zo’n vijftig jaar later vond een Fransman een luchtballon uit waarmee hij geslaagde ballonvaarten maakte.
Dit bracht twee Groningers op het idee om het ook eens te proberen.

In 1784 maakten de Groningers Jan Modderman en Gerrit van Olst een proefballontje.
Ze deden er een vlam onder en het steeg op.
Het verdween in noordelijke richting uit het zicht.
En werd niet teruggevonden.
Maar Modderman en Van Olst hadden de smaak te pakken en maakten een grotere ballon.
Dit keer met in het bakje een vogel.
En dit keer werd de ballon wel teruggevonden.
In het Drentse Bunne.
En het vogeltje overleefde de tocht.
Nou, eens kijken of mijn ballon het ook overleeft.
Ja, warme lucht erin.
En het stijgt…oh, het stijgt niet op.
Ja, dat gebeurt ook nog wel eens met een ballon.

In 1910 had Groningen weer een vliegprimeur.
Een feestcomité met de bekende Jan Evert Scholten organiseerde in Helpman een vliegweek met de Belgische piloot Jan Olieslagers.
Zijn vliegtuig kwam met de trein uit België.
Zo’n vijfduizend Groningers zagen het toestel van Olieslagers uit de Hangar komen.
De propellor werd rondgedraaid maar volgens de vlieger stond er teveel wind.
‘s Avonds werd een nieuwe poging gedaan.
Drie man moesten aan het toestel hangen om hem aan de grond te houden tot het commando ‘los’ klonk.
Op de laatste dag van de vliegweek bleef de kist zelfs meer dan drie kwartier in de lucht.
Dit was een absoluut record.

De demonstratie van Olieslagers bleef niet zonder gevolgen.
Emile de Schepper, de zoon van één van de organisatoren, wilde zelf een vliegtuig bouwen.
Hij mocht dit doen achter de biljartfabriek van zijn vader.
Het toestel werd gebouwd door Hubert Hagens, één van de monteurs van Olieslagers.
Het was in 1911 klaar en het was het eerste toestel dat ooit in Nederland werd gebouwd.

Het vliegtuig van De Schepper en Hagens werd de Helpman 1 genoemd.
In het Drentse Zeijen ging het voor het eerst de lucht in.
De Schepper wilde wel meer vliegtuigen bouwen maar omdat Jan Evert Scholten Nederland te klein vond voor een eigen vliegtuigindustrie gaf hij geen cent en ging het niet door.

Er waren wel wat Groningers die zich in de lucht waagden.
Zo wilde sigarenmaker Sieb Koning in 1911 van Leeuwarden naar Groningen vliegen.
Dat was nog nooit gebeurd en daarom liepen veel Groningers uit om zijn aankomst te zien.
Maar helaas, hij kwam niet verder dan een sloot bij Veenwouden.
Een noodlanding die hij overigens wel overleefde.
Nou, laten we maar eens kijken hoe wij het er vanaf brengen.

Het is helder zicht maar wel met buien.
Dat houdt in dat er bepaalde bewegingen in de lucht zijn en die kun je niet tegenhouden door het vliegtuig tegen te houden.
Dat lukt niet.

En dan was er Kornelis Hofman, de eerste stadjer die met een parachute uit een vliegtuig sprong.
Hofman was werkloos en tegen betaling wilde hij bij een demonstratie in het Stadspark wel een sprong wagen.
Hij had in Frankrijk ook al een keer gesprongen en omdat het publiek hem daar enthousiast had onthaald, verwachtte hij dat hier ook.
Maar de stadjers scholden hem uit omdat hij zo gek was om zijn leven te wagen.
Oh, turbulentie.
Daar gaat ie.
Oh, het gaat flink heen en weer.
Hofman sprong meerdere keren.
Steeds boven het Stadspark maar hij kwam er maar zelden terecht.
Eenmaal landde hij in een sloot bij de Peizerweg.
EHBO’ers en padvinders moesten hem eruit vissen en op de fiets terugbrengen naar het Stadspark.

In 1920 legde de Internationale Lucht-Vervoer Onderneming, ILVO, een vliegveld aan in het Stadspark.
De ILVO begon een vliegdienst naar Amsterdam maar deze werd door geldnood spoedig opgeheven.
Burgemeester Van Ketwich Verschuur wilde dat er tussen Amsterdam en Groningen gevlogen kon blijven worden en ging op zoek naar een plek voor een nieuw vliegveld.
Hobbyvlieger Hajo Hendriks vond het allemaal veel te lang duren.
Hij drukte een pamflet waarin stond dat Groningen recht had op een vliegveld.
En daar was het gemeentebestuur van Eelde het mee eens.
Zo kwam in 1931 het vliegveld in Eelde en werd er weer naar Amsterdam gevlogen.
Hendriks zelf had trouwens weinig plezier van zijn vliegveld want twee weken na de opening stortte hij er neer en was dood.

In 1954 kwam de Rijksluchtvaartschool, de RLS, naar Eelde.
Om aspirantvliegers op te leiden tot piloten.
Dat gaf een flinke toename van het vliegverkeer.
In 1991 is de Rijksluchtvaartschool door de KLM overgenomen.

Groningen wilde altijd al regelmatige vluchten naar Schiphol maar vanaf het begin was dat moeilijk.
Dat kwam omdat er vaak te weinig passagiers waren.
Oh, daar gaan we weer de bocht om.
Nu, zijn er ook te weinig passagiers en daarom wil de KLM volgende maand met de vluchten stoppen.
En het is net als vroeger toen de vluchten uit het Stadspark werden gestopt dat het vooral de stadsbestuurders en zakenlieden zijn die er boos over zijn.
Nou, en ik kan mij dat wel voorstellen want vliegen gaat toch lekker snel.