Aanloopstraten moeten leefbaarheid vergroten, maar oppositiepartijen twijfelen aan timing

Het initiatiefvoorstel van PvdA, GroenLinks, ChristenUnie en D66 om te investeren in verbindingsstraten rond de binnenstad kan rekenen op veel enthousiasme, maar er is ook kritiek. Door de investeringen moeten de straten de binnenstad beter aansluiten op de omliggende wijken, waarbij er ruimte komt voor ontmoeting, groen en bedrijvigheid. Verschillende oppositiefracties uiten echter hun twijfels of er nu alweer geïnvesteerd moet worden in het stadshart.

“Groningen is hard aan het groeien,” vertelt Rico Tjepkema (PvdA), één van de initiatiefnemers. “Het Groningen van nu is niet meer te vergelijken met de stad van 2000, en het zal ook niet te vergelijken zijn met de situatie in 2050. De sterke groei zorgt er echter voor dat de leefbaarheid in de binnenstad en in de directe aanloopstraten onder druk komt te staan.” Volgens Tjepkema zijn de verbindingsstraten een noodzakelijke oplossing: “De straten moeten ruimte bieden voor economische doeleinden en ze moeten er mooi bij liggen. Ze zorgen niet alleen voor de verbinding tussen de binnenstad en de wijken, maar ook voor verbinding tussen inwoners. Elkaar kunnen ontmoeten in een prettige omgeving is belangrijk.”

Ondernemersenthousiasme
Het voorstel, dat zich specifiek richt op onder andere de Nieuwe Ebbingestraat, de kop van de Paterswoldseweg, de Steentilstraat, het Damsterplein en de Nieuweweg, is een zogeheten initiatiefvoorstel. Dit is een voorstel dat door raadsleden zelf wordt ingediend, in plaats van dat het uitgaat van het college.

Eric Bos van de Groningen City Club is blij met de plannen: “Met ondernemers en andere belanghebbenden hebben we afgelopen zomer gewerkt aan het toekomstperspectief voor de binnenstad. Daarin bestaat een groter wordende binnenstad uit meer dan alleen horeca en retail. Er moet ook ruimte zijn voor vrije tijd, ontspanning en wonen.” Bos stelt dat de huidige, te krappe, binnenstad niet bestand is tegen de verwachte drukte. “Het creëren van aanloopstraten verbindt omliggende wijken met de binnenstad, versterkt de economische vitaliteit en kan dienen als dynamische plekken.”

Dit enthousiasme leidt tot een kritische vraag van Bart Hekkema (Partij voor de Dieren): “Is ondernemend Groningen ook bereid om aan deze ontwikkeling financieel bij te dragen?” Bos reageert gevat: “Als ondernemers dragen we al bij. We betalen immers allemaal belasting. En we betalen ook, en ik kan het woord bijna mijn strot niet uitkrijgen, ook reclamebelasting. Maar om uw vraag te beantwoorden: als ondernemers zijn we altijd bereid om daarnaar te kijken.”

Bezwaren en kritiek vanuit de oppositie
Het college is enthousiast, maar stelt dat vanwege de financiën de ontwikkelingen niet direct kunnen worden uitgevoerd. Wel wil het kijken naar zogeheten koppelkansen: de voorstellen meenemen wanneer andere gebieden (zoals de Niemeyer-fabriek of het Damsterplein) ontwikkeld worden.

Dit is direct het bezwaar van het CDA. Jalt de Haan (CDA): “Mijn fractie denkt dat we de komende jaren andere keuzes moeten maken, omdat er ook op andere terreinen grote uitdagingen liggen. Wel zijn we blij met de koppelkansen. Het lijkt ons goed daarmee verder te gaan. We snappen de wensen, maar we hebben hier nu niet het geld voor. Laten we eerst de huidige projecten afmaken. Over vijf of tien jaar kunnen we nog eens naar dit voorstel kijken.”

Ietje Jacobs-Setz (VVD) sluit zich hier kritisch bij aan: “Wat voor ons ligt is een prachtig stuk proza. Niet meer, niet minder. Dit stuk is een samenvatting van wat er al is, en daarom is het teleurstellend dat dit dan een initiatiefvoorstel wordt genoemd. In de basis zal iedereen het met dit plan eens zijn. Maar het probleem met dit voorstel is: het is proza, er is geen financiële dekking bij geleverd. Eigenlijk zegt u tegen het college: dit is ons voorstel, en zoek zelf maar naar het geld.”

Hans de Waard (SP) reageert daarop: “Ik kijk er anders naar. Dit stuk is geschreven door raadsleden, die daarbij geen ambtelijke ondersteuning hadden. Ze hebben met dit stuk toch een hele mooie politieke wens duidelijk gemaakt?” Jacobs-Setz pareert: “Een initiatiefvoorstel is dat je iets doet en niet gaat vragen aan anderen om het voor jou uit te gaan voeren. Bovendien focussen we ons hiermee te veel op deze vierkante kilometers. Onze gemeente is groter. Er zijn ook wijken en dorpen die investeringen verdienen.”

Vergroening
Andere partijen zijn positiever. Bart Hekkema (Partij voor de Dieren): “De binnenstad heeft een vergroeningsslag nodig. Met de verbindingsstraten ontstaan meer van zulke mogelijkheden. Vergroening draagt bij aan de sociale veiligheid. We zijn ook heel blij dat er gekeken gaat worden naar quickwins.” Ook Student & Stad is positief, maar kritisch over het beëindigen van exploitatievergunningen om criminaliteit tegen te gaan. “Dit gaat zich verplaatsen, en dat zullen we wel in de gaten moeten houden”, aldus Olivier van Schagen.

Matthijs Hekert (Partij voor het Noorden): “Mijn fractie is positief over dit plan. Wat we zien is dat deze specifieke straten verloederen. Wel denken we dat deze plannen voor nu nog wat te ambitieus zijn.” Hans de Waard (SP) benadrukt dat het realiseren van de verbinding tussen de wijken en het stadscentrum cruciaal is om de huidige ‘kloof’ te dichten. “Wel is het belangrijk dat bewoners een plek krijgen in de uitwerking. Door deze plannen gaat het in de straten drukken worden, waardoor zaken kunnen botsen. Daar moet over gesproken worden.”

Wethouder Rik van Niejenhuis (PvdA) is blij: “De partijen die dit initiatiefvoorstel hebben geschreven, hebben hier veel werk in gestoken. Er is ook een goede analyse gemaakt met betrekking tot wat er aan de randen van de binnenstad speelt. We delen de conclusie dat we hier mee aan de slag moeten. Daar hoort ook een verbreding bij naar een pragmatische aanpak wat je dan in zulke straten gaat huisvesten.”

Tjepkema hoopt namens de indienende partijen dat er niet gewacht gaat worden: “Wij zien koppelkansen met bestaande projecten die uitgevoerd worden. De oproep is om er werk van te maken, om ermee aan de slag te gaan. Partijen die stellen dat we niet in de rest van de gemeente investeren, creëren een valse tegenstelling. Het gaat om ons stadshart, dat de investeringen verdient, maar dit plan betrekt juist ook de omliggende wijken. Ondertussen investeren we ook in de rest van de gemeente, zoals in Ten Boer en Haren.”