Wesley Ferwerda verlaat OOG voor een politieke carrière. Foto: eigen foto
Jarenlang was hij een van de stemmen van het radioprogramma OOG Sport op OOG Radio. Zaterdag was zijn laatste bijdrage te horen. Na ruim tien jaar verlaat Wesley Ferwerda (30) de omroep voor een politieke carrière. Een gesprek met de scheidend presentator en eindredacteur van het programma.
Wesley, vorige week presenteerde je de laatste radio-uitzending van OOG Sport. Hoe zagen die laatste minuten er voor jou uit?
“Het was heel raar. Onwennig. En ook weemoedig. Omdat ik wist dat het de laatste was, had ik een afscheidstekst gemaakt. En ik heb verschillende mensen bedankt die voor mij belangrijk zijn geweest tijdens mijn OOG-carrière. Het is gek dat het na zo’n lange periode stopt. Maar gelukkig is er wel de optie om terug te komen. Als ik zou willen, dan weet ik zeker dat ik met open armen ontvangen zal worden. Dat ik stop, heeft met mijn ambitie te maken om de politiek in te gaan. Het is een goed gebruik dat iemand die actief is binnen een politieke partij geen journalist kan zijn. En ergens is het voor OOG Sport ook goed. Doordat ik vertrek, ontstaan er nieuwe kansen en mogelijkheden. Wouter van der Maden gaat mijn taken overnemen. Hij is ontzettend enthousiast en bevlogen en heeft hele frisse ideeën. En dat moet je jezelf ook altijd voorhouden: OOG Sport draait niet om Wesley Ferwerda. Het gaat om het programma dat je maakt en het gaat om de omroep waar je voor werkt. Niemand is groter dan dat.”
Na die laatste uitzending rijd je dan naar huis. Welk gevoel overheerst dan?
“Dat is het gevoel van niet weten wat er nu komen gaat. De route die ik ga bewandelen is niet een platgereden pad. En ik heb me toch ook wel vastgehouden aan de gedachte dat ik wist dat het op dat moment nog niet helemaal voorbij was. Afgelopen woensdag heb ik namelijk mijn laatste interview opgenomen. Dat was wel bijzonder. Dit was met Mischa Visser, assistent-trainer bij FC Groningen. Een van de eerste interviews die ik voor OOG deed, was ook met hem. En sowieso, dat je zo iemand mag interviewen is bijzonder. Normaal is het altijd de hoofdtrainer of de directeur. Maar nu kreeg ik met Visser de mogelijkheid om terug te blikken op de afgelopen tien jaar. En dat maakt de cirkel wel helemaal rond.”
Denk je dat je het los kunt laten?
“Haha, dat zal moeilijk zijn. Ik heb het bij OOG altijd enorm naar mijn zin gehad. OOG was voor mij als een familie. Dat je nu een plek gaat verlaten, waar je het fijn hebt gehad, waar je veel hebt opgebouwd, dat maakt huiverig. Komt het wel goed? Weten de verslaggevers naar welke wedstrijden ze moeten? Is dit interview geregeld? Hoe kunnen we nieuwe vrijwilligers werven? Al die gedachten tollen nu nog steeds door mijn hoofd. Dat heeft tijd nodig. En tegelijkertijd zegt het alles over hoezeer ik ermee bezig ben geweest.”
Laten we een stap terugdoen. Of heel wat stappen terugdoen. Want alles heeft een begin. Hoe ben je bij OOG terechtgekomen?
“Dat was denk ik in 2012. Ik volgde de opleiding Journalistiek en Fotografie aan ROC Friese Poort in Drachten. Om die opleiding te kunnen voltooien, moest er een stage worden gelopen: een snuffelstage van drie weken. Voor die stage heb ik mij aangemeld bij OOG. En eigenlijk was die start heel bijzonder. OOG was toen nog gevestigd in ‘De Studio’ aan de Akkerstraat. De hoofdingang was namelijk niet rolstoelvriendelijk (Ferwerda heeft de spierziekte Duchenne en is daardoor afhankelijk van een rolstoel, red.). Van tevoren had ik niet gezegd dat ik in een rolstoel zit. Het kennismakingsgesprek had ik toen met Annelies van Santen. Zij kwam met de oplossing om een goederenlift te gebruiken aan de andere kant van het pand, bij de Moesstraat. Als die lift er niet was geweest, dan was dit allemaal niet gebeurd. Het toeval heeft zo moeten zijn.”
Je volgde op dat moment een opleiding die journalistiek georiënteerd was, maar bij OOG deed je de eerste praktijkervaring op. Wat was je indruk?
“Dat is het mooie aan OOG. Na een aantal dagen mocht ik direct televisie gaan maken. Bij OOG word je in het diepe gegooid, maar ook weer niet. Je mag direct heel veel, en bij vragen of hulp staan heel veel collega’s voor je klaar om je te helpen bij je productie. En weet je wat ik vooral zo mooi vind? Bij OOG is het nooit over mijn rolstoel gegaan. In mijn leven ben ik al op veel plekken geweest en op veel plekken merk of constateer ik dat ik een speciale behandeling krijg omdat ik mij in een rolstoel voortbeweeg. Daar zit ik niet echt op te wachten. Ik heb hier niet voor gekozen en ik wil ook geen andere behandeling. Bij OOG ben ik altijd behandeld als een volwaardige collega. Iemand die dezelfde kansen en mogelijkheden kreeg als andere stagiaires. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik de omroep als mijn tweede thuis ben gaan zien.”
Wanneer is de passie voor het maken van radio ontstaan?
“Die was er al wat langer. Toen ik nog heel jong was, luisterde ik in de avonduren vaak naar ‘Langs de Lijn’ (NOS) op NPO Radio 1. Op een tijdstip dat ik eigenlijk allang moest slapen, luisterde ik met mijn koptelefoon op naar presentatoren die op een hele gedegen manier aankondigingen maakten waarbij er werd geschakeld naar een verslaggever op een sportveld. Dat vond ik prachtig. Toen is ook wel de ambitie ontstaan, dat wil ik later ook. Toen ik bij OOG stage liep, was je als verslaggever verantwoordelijk voor zowel radio als televisie. Dat was toen voor mij ook de bevestiging: dit medium vind ik leuk. Bij televisie verraden de beelden het hele verhaal. Bij radio heb je de mogelijkheid om zelf te vertellen wat je ziet. Later bij OOG Sport heb ik dit naar een hoger niveau kunnen tillen.”
Bij een afscheid is het de traditie om terug te blikken. Welk moment zou jij aanwijzen als hoogtepunt?
“Ik was al bang dat deze vraag gesteld zou gaan worden. Het is namelijk een hele moeilijke vraag. Als ik een antwoord zou moeten geven, dan zou ik zeggen mijn nominatie als vrijwilliger van het jaar bij de NLPO Awards. Maar ik moet ook denken aan verschillende radioprogramma’s die we hebben gemaakt: de Super Sunday bijvoorbeeld waarbij zowel Lycurgus als Donar beide in actie kwamen in Martiniplaza. Het lukte om daar live bij aanwezig te zijn, wat een hele mooie uitzending werd. Maar ik moet ook denken aan een bijzonder moment. In de herfst van 2016 kwam een amateurvoetballer om het leven bij een verkeersongeluk op de noordelijke ringweg, bij Selwerd. De familie van het slachtoffer wilde na het ongeluk met mij praten om eenmalig hun verhaal te doen. Dat was heel bijzonder. Maar ook interviews met mensen als Erik Braal, die coach was van Donar, Arjan Taaij van Lycurgus of de voormalig directeur van de FC, Wouter Gudde. Met al die mensen heb je een band opgebouwd.”
Voor OOG Sport ben je tien jaar lang actief geweest. Hoe zou je de ontwikkeling in die jaren willen beschrijven?
“Dat ik heel trots ben wat we met elkaar bereikt hebben. En dat ik heel blij ben met waar we nu staan. We doen vaker verslag en in de uitzendingen is er meer variatie. Het is niet alleen voetbal, maar ook andere sporten brengen we vaker voor het voetlicht. Ik denk dat we als redactie een programma neerzetten dat zich kwalitatief op een hoog niveau bevindt. En je merkt ook dat we best wel bekend zijn. Ondanks dat niet iedereen wekelijks luistert. In die zin, en het is vervelend om weer over de rolstoel te moeten beginnen, heeft dat wel geholpen om bekend te zijn. Als ik bij een sportvereniging was geweest, dan herkende iedereen mij als ik daar een aantal weken later opnieuw kwam. En dat straalt natuurlijk af op OOG.”
Ben je daardoor ongewild ambassadeur geworden van de omroep?
“Het is niet ongewild, haha. Dat heeft ook met mijn grondhouding te maken. Ik kies voor een verbindende rol. OOG Sport heeft de afgelopen jaren op een positief-kritische manier het nieuws benaderd. Kijk, ik wil niet een positiviteitsgoeroe zijn. Als een hockeytrainer zes wedstrijden op rij verliest, dan wil ik een vraag kunnen stellen hoeveel geduld het bestuur nog met deze trainer heeft. Dat zijn geen leuke vragen om te stellen. Maar het staat wel symbool voor waar OOG voor staat. Als het goed gaat met een club of een vereniging dan zijn wij erbij. Maar als het niet goed gaat, dan zijn we er ook. OOG is er in goede en slechte tijden. Dat kan nooit ontkend worden.”
Je noemde al even de naam van je opvolger, Wouter. Wat zou je hem mee willen geven?
“Dat het belangrijk is om vol te houden als het even tegenzit. Dat je er altijd voor moet gaan om het programma overeind te houden. Soms kan het heel donker zijn. Maar weet ook dat er altijd betere momenten komen. En het is ook goed om naar nieuwe media te kijken. Zelf ben ik best wel conservatief door vooral voor de radio-uitzending te gaan. Maar feit is dat de manier hoe we nieuws tot ons krijgen, verandert. En daar zullen we manieren voor moeten bedenken. Ik weet zeker dat dit bij Wouter in goede handen is. En dat heb ik ook al eerder gezegd: soms is het ook goed dat er een nieuwe kapitein aan het roer komt te staan.”
Wat belangrijk is om te benoemen is dat je niet in je eentje zo’n programma maakt. Je doet het samen met collega’s…
“De vrijwilligers zijn heel belangrijk. Je doet en maakt een product samen. De afgelopen jaren was ik eindredacteur Sport, maar die functie heb ik niet specifiek bekleed. Natuurlijk zet je de lijnen uit. Maar een programma bouw je in samenspraak op. Ik heb mij nooit gezien als ‘de baas’. Dat zou ik ook niet willen. Soms moet je die pet wel opzetten, bijvoorbeeld als er conflicten ontstaan. Als een verslaggever bijvoorbeeld alleen maar naar een bepaalde sport wil gaan, dan heb je daar een pittig gesprek over. Dat is niet verkeerd. En daar leer ik ook weer van. Je leert van situaties en gebeurtenissen.”
De reden dat je vertrekt, heeft alles te maken met je toekomst: want je gaat de politiek in…
“Veel mensen in mijn omgeving zeggen al langer dat het daar echt eens tijd voor werd. Ik vond echter dat ik eerst levenservaring moest hebben om zoiets te kunnen doen. Inmiddels heb ik die ervaring. Ik heb een juridische opleiding en een opleiding Social Work aan de Hanze gevolgd. Die heb ik ook beide afgerond. En met die kennis denk ik iets te kunnen betekenen. In de politiek is er op dit moment veel populisme. Mensen die roepen dat ze het op gaan lossen. Ik denk dat dat heel naïef is. Ik wil mijn steentje bijdragen door de feiten serieus te nemen én te luisteren naar de zorgen van inwoners, naar hun behoeften om vervolgens alle relevante feiten en omstandigheden in een belangenafweging te betrekken om vervolgens een goed besluit te kunnen nemen. Dat is de taak die je hebt als volksvertegenwoordiger en dat wil ik de komende jaren zo goed mogelijk doen.”
Over ruim vier weken zijn er Kamerverkiezingen. En komend voorjaar gemeenteraadsverkiezingen. Je zult het druk krijgen…
“Ik heb geen idee waar ik aan begin en ik heb geen idee hoe druk het gaat worden. Op dit moment ben ik al een aantal maanden actief als raadscommissielid. Ze zeggen wel eens dat je het werk als raadslid goed kunt doen als je een jaar ervaring hebt. Dat probeer ik op te bouwen. Afgelopen voorjaar ben ik begonnen. Ik werk en help mee in de voorbereiding bij de besluitvorming. Uiteraard hoop ik dat mijn partij, het CDA, het in de peilingen goed blijft doen waardoor we als fractie straks in maart goed gaan scoren. Door de voorbereiding die ik getroffen heb, sta ik dan in ieder geval niet met 1-0 achter.”
Ga je de komende tijd ook nog stiekem naar OOG Sport luisteren?
“Haha, absoluut. Het zal me nog wel een tijdje bezighouden of een uitzending uitpakt zoals het uit zou moeten pakken. Het programma zit in mijn hart. Die betrokkenheid zal altijd groot blijven.”
Via een stage ben jij bij OOG terechtgekomen. Maar wellicht zitten mensen dit artikel te lezen die zelf ook twijfelen. Die het misschien leuk lijkt om de media in te gaan. Maar het niet zo goed durven. Wat zou je advies zijn?
“Dat vind ik een mooie vraag. Mijn simpele antwoord zou zijn: doe het gewoon. En ik realiseer me dat het heel makkelijk klinkt, maar als je contact opneemt met Wouter of met de redactie van OOG, dan zul je fantastische mensen tegenkomen die jou graag te woord willen staan. Ik zeg altijd, proberen kan altijd. Je ziet wel waar het schip strandt. Je moet sowieso niet denken van ‘ik kan het niet’. In ieder mens zit wel een soort journalist. Bij OOG zul je veel vrijheid krijgen en kun je ook je ideeën delen, waar je veel ruimte voor krijgt. Niks is te gek bij OOG. In mijn geval was het een heel goed besluit om bij OOG aan te kloppen. En weet ook dat je tegenwoordig niet meer via een goederenlift het gebouw in hoeft. Bij de verhuizing van OOG naar de Kadijk op de Zernike Campus is er een lift in het pand gebouwd. Medewerkers leren bij OOG, maar de organisatie zelf leert ook. Dat is prachtig.”
Wethouder Philip Broeksma en gedeputeerde Erik Jan Bennema hebben donderdag samen het laatste deel van…
Vijf studenten van de Hanzehogeschool zijn naar Fortaleza in Brazilië gereisd om daar voor hun…
De 46-jarige Curt E. is veroordeeld tot tbs met dwangverpleging voor de moord op zijn…
Het gemeentebestuur heeft een wensbeeld voor de Hortus Botanicus in Haren vastgesteld op basis van…
WIJ Groningen organiseert komende woensdag 10 december een lichtjeswandeling in de Schilderswijk. De deelnemers ontdekken…
Agenten hebben woensdagavond tijdens een verlichtingscontrole in Paddepoel een 15-jarige jongen aangehouden die een machete…