
Mensen die pas ’s avonds opleven en laat naar bed gaan, hebben een grotere kans op cognitieve achteruitgang dan ochtendmensen. Dat blijkt uit UMCG-onderzoek.
“Het goede nieuws is dat je deze cognitieve achteruitgang deels kunt beïnvloeden door je gedrag aan te passen,” zegt onderzoeker Ana Wenzler, die met haar onderzoek bijdraagt aan de preventie van dementie. Omdat we steeds ouder worden, zijn er steeds meer mensen met dementie. Het UMCG doet samen met vele partners onderzoek naar manieren om dementie te voorkomen. “Feit is dat je hersenen na je veertigste achteruitgaan,” zegt Wenzler. “Wij onderzoeken bij welke mensen dit sneller gaat, en welke leefstijl- of andere factoren de kans op dementie kunnen verkleinen.”
Wenzler en haar medewerkers kijken, met behulp van Lifelines-data, naar slaapritmes van mensen. Ben je een ochtend- of een avondmens? Je kunt moeilijk aanpassen wat je chronotype oftewel biologische klok is, maar je kunt je leven er wel zo goed mogelijk op aanpassen. In mijn onderzoek heb ik gekeken naar de vraag of je chronotype invloed heeft op je cognitie, via gedrag.”
De conclusie: avondmensen gaan cognitief sneller achteruit dan ochtendmensen. “Ongezond gedrag zoals roken, drinken en ongezond eten gebeurt vaker ’s avonds,” zegt Wenzler. Opvallend is dat het verschil vooral bij hoger opgeleide mensen werd gevonden. “Dat heeft waarschijnlijk met hun slaapritme te maken. Het zijn vaak mensen die ’s ochtends weer vroeg naar hun werk moeten en dus vaker te kort slapen, waardoor ze hun hersenen te weinig rust geven.”
Aan het feit dat je een avondmens bent, kun je weinig doen. Daarom adviseert Wenzler om je lichaam zo weinig mogelijk tegen te werken. Ook zou het mooi zijn als er meer rekening wordt gehouden met avondmensen die nu vroeg moeten werken: bijvoorbeeld door hen de mogelijkheid te geven later te starten.