RUG-wetenschapper onderzoekt het ontstaan van optimisme

Hoe ontstaat optimisme? Heeft dat te maken met je genen of je opvoeding? Dat is het doel van een nieuw onderzoek van de Rijksuniversiteit.

Psychologe Charlotte Vrijen wil weten hoe optimisme ontstaat. Optimisme is het geloof dat je eigen toekomst positief zal zijn en het vertrouwen dat het wel goed zal komen. Het is een karaktereigenschap die samenhangt met het reguleren van emoties. Door gebruik te maken van het grote gezondheidsonderzoek Lifelines kunnen meerdere generaties onderzocht worden.

Bij veel onderzoek naar mentaal welzijn gaat de aandacht vooral uit naar negatieve zaken, zoals psychiatrische aandoeningen en ziekten. Met dit onderzoek hoopt Vrijen een tegenhanger te bieden. Het onderzoeksteam kijkt zowel naar genetische invloed als naar opvoeding en het reguleren van emotie.

De deelnemers aan Lifelines ontvangen een vragenlijst waarin wordt gevraagd naar optimisme, de band met hun ouders en hoe ze omgaan met negatieve en positieve emoties. Bovendien is dankzij Lifelines veel informatie over genetische factoren beschikbaar. Vrijen kan daardoor onderzoeken welke rol deze factoren en zaken als opvoeding een rol spelen.