‘Minister moet niet-integere ambtenaren rond herindeling Haren op het matje roepen’

nieuws
Foto via Google Maps - Streetview

Ambtenaren die betrokken waren bij het herindelingsproces van de gemeente Groningen met de voormalige gemeentes Haren en Ten Boer hebben op meerdere momenten oninteger gehandeld. Dat vindt het Burgercomité Haren. In een brief aan minister Hanke Bruins Slot roept voorzitter Gustaaf Biezeveld de bewindsvrouw op om deze ambtenaren aan te pakken.

De provincie, de regering en het parlement moeten volgens Biezenveld ‘erkennen dat bij het herindelingsproces voor de gemeente Haren niet-integer is gehandeld, en zich hiervoor verantwoorden’. Volgens de voormalig Milieuofficier van Justitie hebben zowel de gang van zaken rond de herindeling, als de nasleep aan bezwaren, procedures en rechtszaken die het comité de afgelopen jaren heeft gevoerd tegen de herindeling, laten zien dat ‘het rijk en de provincie en de betrokken politieke partijen onderling hebben afgesproken dat de waarheid niet boven tafel mag komen.’

Biezenveld benadrukt dat ‘zoiets niet past in een democratische rechtsstaat’. In januari stelde Bruins Slot zich in te willen inzetten voor het herstel van het vertrouwen
in de overheid. Het Burgercomité grijpt deze uitspraak aan om de minister aan het werk te zetten rond de herindeling: “Zo’n herstel vereist volgens ons allereerst dat de provincie, de regering en het parlement erkennen dat bij het herindelingsproces voor de gemeente Haren niet-integer is gehandeld. Instituties hebben dit tot nu toe geweigerd, ondanks herhaalde verzoeken van het Burgercomité. Het heeft er alle schijn van dat het rijk en de provincie en de betrokken politieke partijen onderling hebben afgesproken dat de waarheid niet boven tafel mag komen.”

Als de minister de oproep van Biezenveld negeert, zal dit haar ‘geloofwaardigheid geen goed doen’, stelt de voorzitter van het comité:  “Voor herstel van vertrouwen is het volgens ons ook nodig dat degenen die voor dit niet-integer handelen verantwoordelijk zijn of daaraan zelfs leiding hebben gegeven, hier niet mee wegkomen. Want ook dat past niet in een democratische rechtsstaat.”