NAM, Shell en ExxonMobil vroegen om méér gaswinning, ondanks aardbevingen

De Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) en haar aandeelhouders Shell en ExxonMobil hebben achter de schermen veel invloed uitgeoefend op Den Haag om een jaar na de zware aardbeving bij Huizinge in 2012 nog meer gas te winnen uit de Groningse bodem.

Dat is de conclusie van het Dagblad van het Noorden en het NRC. Beide kranten hebben vertrouwelijke notulen van de Maatschap Groningen ingezien. In de Maatschap bepalen de gasbedrijven en het Rijk gezamenlijk de strategie rond de gaswinning in Groningen. Het Ministerie van Economische Zaken, onder leiding van minister Henk Kamp, besloot uiteindelijk dat nog meer gas gewonnen zou worden, ondanks een rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).

Het SodM waarschuwde dat de kans op zwaardere aardbevingen daardoor zou toenemen. Uit de notulen blijkt dat minister Kamp toegaf aan de druk van de oliebedrijven en het advies van het SodM naast zich neerlegde. In 2013 werd vervolgens een record hoeveelheid van bijna 54 miljard kuub gas uit de Groninger bodem gewonnen,.

Dick Benschop was in die tijd president-directeur van Shell Nederland. Hij ligt momenteel, als topman van Schiphol, zwaar onder vuur vanwege de chaotische toestanden op de luchthaven. Benschop stelde dat het SodM onterecht concludeerde dat het risico op aardbevingen opeens groter is geworden. De parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen begint eind juni pet openbare verhoren over de gaswinning.