Waarom laaggeletterden dieper en langer in de armoede zitten

nieuws
Foto: Chris Bakker

Laaggeletterdheid is een van de grootste problemen in het armoededossier. Mensen komen vaak dieper in de problemen omdat ze niet goed kunnen begrijpend lezen en zich daarvoor schamen.

OOGtv doet dit jaar onderzoek naar armoede in Groningen. Eén van de vragen in het onderzoek is: ‘Hoe groot is het probleem van laaggeletterdheid in het armoededossier?’ Hierover praten we met Linda Hageman van Stichting Lezen en Schrijven, taalhuis-coördinator Adri Carmio en Richard van Heuvelen, sociaal raadsman bij WIJ Oosterpark.

Lezen is minder populair geworden
Laaggeletterdheid komt voor in verschillende lagen van de samenleving, vertelt taalhuis-coördinator Adri Carmio. “We zien het bijvoorbeeld bij migranten en bij de wat oudere mensen. Als je ouder wordt, vergeet je wel eens wat en maak je jezelf minder snel nieuwe vaardigheden eigen. Maar we zien het ook bij jongeren. Die komen wel eens laaggeletterd van school”, vertelt Carmio.

Op de vraag hoe dat kan, zegt Carmio: “Lezen is minder populair geworden onder jongeren en thuis lezen ouders nog maar weinig voor aan kinderen.” Linda Hageman van Stichting Lezen en Schrijven vult aan: “Kinderen volgen wel onderwijs, waar hen wordt geleerd om te lezen en schrijven. Maar als er thuis niets mee wordt gedaan, ontwikkel je je niet verder als kind. Lezen en schrijven moet je onderhouden. Als je dat niet doet, loop je op een gegeven moment ergens tegenaan. Dat komt ook omdat we als maatschappij hoge eisen stellen, waaraan iemand die laaggeletterd is niet kan voldoen”, aldus Hageman.

‘Enorme kloof in communicatie’
Richard van Heuvelen is sociaal raadsman bij WIJ Oosterpark en helpt mensen met moeilijke wet en regelgeving. “Er zit vaak een enorme kloof in de communicatie tussen bewoners en instanties. Daar heb je kennis en basisvaardigheden voor nodig. Als je thuis een brief krijgt waar allemaal moeilijke woorden in staan die je niet kan ontcijferen, kom je er ook niet aan toe om na te denken over hoe zo’n instantie nou eigenlijk werkt”, vertelt Van Heuvelen.

Van Heuvelen ziet de gevolgen van laaggeletterdheid bij de mensen die hij helpt. “Mensen komen bijvoorbeeld sneller en dieper in de schulden omdat ze de kleine lettertjes niet kunnen lezen als ze iets kopen. Je ziet ook dat mensen gezondheidsproblemen kunnen krijgen omdat ze de bijsluiters van geneesmiddelen niet kunnen lezen. Dit alles vereist best een behoorlijk niveau. Ook maken mensen enveloppen vaak niet open als ze niet weten wat er in de brieven staat. Daardoor komen ze nog dieper in de problemen.”

‘Probleem is ontzettend groot’
Op de vraag hoe groot het probleem van laaggeletterdheid is, zegt Van Heuvelen: “Ik zie dit alleen maar in mijn wereld. Het is ontzettend groot, een van de grote redenen dat mensen niet weten wat ze moeten doen.”

Hageman vult aan: “Laaggeletterden zijn vaak twee keer zo lang langdurig arm als niet-laaggeletterden. Omdat ze laaggeletterd zijn, kunnen ze niet op tijd ingrijpen om te voorkomen dat ze in de problemen komen. Maar soms weten ze ook niet wat de mogelijkheden zijn, wat ze wel moeten doen en wat hen kan helpen. Daar komt bij dat mensen zich schamen en vaak terughoudend zijn om te vragen om hulp.”

Oplossingen
Om laaggeletterdheid te bestrijden, zijn Taalhuizen opgericht. Carmio is coördinator bij een taalhuis in Groningen. “Wij bieden hulp bij het verbeteren van basisvaardigheden. Tijdens spreekuren proberen we zo helder mogelijk te krijgen wat voor hulp iemand nodig heeft. Daarna gaan we met mensen in gesprek en kijken we wat voor mogelijkheden er zijn. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat we iemand helpen met het verbeteren van leesvaardigheden, één op één begeleiding van een vrijwilliger maar ook doorverwijzen naar een school mensen in klassen lessen volgen”, vertelt Carmio.

Hierbij wordt heel erg gekeken naar wat voor hulp het beste bij iemand past. “De Stichting Lezen en Schrijven stelt veel materiaal beschikbaar. Maar soms neem ik ook materiaal van school mee, koop ik puzzels in de winkel of vul ik het aan met materiaal dat ik geschikt vind. We zijn heel vrij om het zelf in te richten. Dat is mooi, want daarmee kunnen we iemand persoonlijk bedienen”, aldus Carmio.

Beter in beeld krijgen
Hageman werkt bij de landelijke Stichting Lezen en Schrijven. De stichting adviseert gemeenten over laaggeletterdheid en stelt materiaal beschikbaar aan de taalhuizen. Ook wil de stichting zorgen voor meer bekendheid van de taalhuizen. “De taalhuizen moeten zichtbaar zijn, zodat mensen de taalhuis-coördinatoren kunnen bereiken. Maar ook professionals moeten weten wat een taalhuis is en wat er mogelijk is voor de doelgroep”, aldus Hageman.

De stichting gebruikt een instrument genaamd ‘De Taalmeter’, waarmee professionals kunnen kijken of iemand laaggeletterd is. “De taalmeter is een stukje tekst dat professionals kunnen laten voorlezen door iemand, van wie de professional denkt dat hij of zij laaggeletterd is. Aan de hand van een paar vragen kan je een indicatie stellen dat iemand laaggeletterd is”, zegt Hageman.

Over schaamte heen
Het beter in beeld krijgen van laaggeletterdheid is volgens Van Heuvelen belangrijk. “Voor mij is het zo vanzelfsprekend dat iemand de basisvaardigheden niet heeft, dat het me niet meer opvalt. De uitdaging is: wat doe je er vervolgens mee? Als ik in gesprekken merk dat iemand moeite heeft met lezen en schrijven, stel ik die vraag niet in de eerste minuut. Maar wel snel. Ik heb goed contact met de mensen die ik help, daarom is het makkelijker om die vraag te stellen. Er is een drempel voor mensen om ervoor uit te komen, maar er is ook vertrouwen en contact”, aldus Van Heuvelen.

Hageman onderschrijft dat. “Ik denk dat mensen graag willen dat je er naar vraagt. Dat horen we ook vaak terug van mensen die laaggeletterd zijn, dat ze hadden gewild dat hulpverleners eerder hadden gevraagd of ze moeite hebben met lezen en schrijven. Tegelijk is dat ook de opluchting die je bij mensen ziet. Dat het wordt gevraagd en bespreekbaar gemaakt kan worden.”

Bespreekbaar en normaal maken
Het bespreekbaar en normaal maken van laaggeletterdheid is belangrijk, zegt Hageman. “Ik denk dat in Groningen nog meer gedaan mag worden om mensen bewust te maken van laaggeletterdheid en de problemen die dat met zich meebrengt. Er zijn nog veel mensen die niet weten dat laaggeletterdheid bestaat en dat er mensen zijn die moeite hebben met basisvaardigheden. Daar begint het mee.”

Carmio zegt dat het ook goed zou zijn als overheden naar zichzelf kijken. “Kijk alsjeblieft eens naar de brieven die je verstuurt als overheidsorganisatie naar de bewoners. Zelfs als je wel goed kan lezen en schrijven, moet je wel eens drie of vier keer je ogen er overheen laten gaan, wil je begrijpen wat er staat. Ik denk dat dat ook verbeterd kan worden”, aldus Carmio.

Onderzoek naar armoede
Dit artikel is geschreven op basis van de vierde aflevering van de podcast ‘Arm in 050’. Beluister de podcast hier op Spotify of via Apple Podcasts. In deze podcast wordt verwezen naar ‘De Taalmeter’. Deze is te vinden via deze link.

Het onderzoek Arm in 050 wordt mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en de provincie Groningen.