Vale gier boven Stad gespot: “Ik keek omhoog en ik wist het vrijwel zeker, dit is een vale gier”

nieuws
Foto: André Karwath aka Aka - Eigen werk, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=997206

Maria Hintzbergen is er nagenoeg van overtuigd. In het begin van de middag zag ze een vale gier boven de wijk De Hunze vliegen.

“Het was rond 13.00, 13.30 uur”, vertelt Hintzbergen. “Ik keek omhoog en zag een grote vogel boven de wijk zweven. Ik dacht eerst dat het een zeearend was, maar ik begon al snel te twijfelen. Ik ben gaan googelen en ik weet vrijwel zeker dat het om een vale gier ging. De onderkant van het beest heb ik goed kunnen zien, en dat matcht met de afbeeldingen die op internet te vinden zijn.”

“Geen alledaagse verschijning”
Maar is het ook echt een vale gier geweest? Landschapsbeheerder Arjan Hendriks van Het Groninger Landschap zegt dat het heel goed kan. “Ik heb zelf niets gezien en ik heb ook geen waarnemingen binnengekregen. Maar de afgelopen dagen gonst het wel op social media-kanalen dat ze gezien zijn en dat ze ook gezien kunnen worden. Of het uniek is? Ja, absoluut. Een vale gier is geen alledaagse verschijning boven Groningen. Het gebeurt wel eens vaker, maar zeker niet iedere dag.”

Dwaalgast
De vale gier behoort tot de roofvogels maar is een aaseter die al vliegend zoekt naar karkassen van dieren zoals runderen. De vale gier komt voor in Zuidwest-Azië, delen van noordelijk Afrika en het Arabisch Schiereiland. In Europa komt de soort voor in Spanje, Portugal, Frankrijk en de Balkan. In Nederland heeft de vale gier de status van een dwaalgast. “Het dier verblijft niet in Nederland”, vertelt Hendriks. “Als het in Nederland gezien wordt is het op doorreis.” In de twintigste eeuw werd de vale gier elf keer waargenomen. Na 2000 wordt de vogel steeds vaker gezien.

“Op een ligbedje in je tuin gaan liggen”
Bij Natuurmonumenten zijn de afgelopen dagen meerdere waarnemingen binnengekomen. “Je kunt het dier ook niet missen, het is een zeer grote vogel van 93 tot 110 centimeter met een spanwijdte van 234 tot 270 centimeter. Het is dus niet te missen”, aldus Natuurmonumenten. Daar sluit Hendriks zich aan. “Ik zou de komende dagen op een ligbedje in je tuin gaan liggen. Wat ik al zei, zoiets zie je echt niet elke dag.”